Advent. De waarde van het ogenblik

Een adventsmeditatie over de waarde van het ogenblik, "La densità dell'instante"(1996) en een vooruitblik op het Jubileumjaar 2000 "Perché avra senso essere li in quell'ora” (1997), in het Nederlands gepubliceerd in de advent van 1997.
Luigi Giussani

DE DICHTHEID VAN HET OGENBLIK

Het begin bevindt zich -nog voordat het in het zaadje zit- in de aarde, op het moment dat alles bepaald wordt door een verwachting en de mens met lege handen staat; hij heeft niets, zelfs niet het zaadje om het in de tuin uit te zaaien en hij is dus helemaal overgeleverd aan de almacht van het Mysterie dat alles maakt. De verwachting is de plek van degene die honger en dorst heeft en zijn hand uitstrekt: hij verwacht, hij reikt naar datgene dat hem laat leven, naar datgene waarvoor hij zou kunnen leven.

Wat is er verfrissender en wat brengt meer evenwicht dan het bewustzijn van de mens die zijn eigen armoede bemerkt, die merkt dat hij helemaal niets bezit? Ik zeg: verfrissend en evenwicht schenkend. omdat het de waarheid is, eenvoudigweg de waarheid. De mens is in evenwicht en ontdekt, zelfs te midden van zijn zonden, opnieuw de frisheid van het leven; maar dat gebeurt alleen als hij in de waarheid staat of -om een term te gebruiken die in deze tijd ongewoon is geworden- nederig is.

Het begin van het nieuwe liturgische jaar wordt geheel beheerst door de idee van het einde. Een gebed van de ambrosiaanse Advent drukt wellicht op synthetische wijze het beste uit wat ik zou willen duidelijk maken:

Declinant anni nostri et dies ad finem. Quia tempus est, corrigamus nos ad laudem Christi. Lampades sint accensae, quia excelsus Iudex venit iudicare gentes.
(Onze jaren en dagen neigen maar het einde. Omdat het nu de tijd is, laten we elkaar corrigeren om zo Christus te prijzen. Steek de fakkels aan, omdat de hoogste Rechter komt om de volken te oordelen)
(...)

De bedoeling van het Jubileum-jaar

WAAROM HET ZINVOL IS ER DAN BIJ TE ZIJN

“Toen kwam op een vastgesteld moment. een moment in de tijd en van de tijd,/ Een moment niet buiten de tijd, maar in de tijd, in wat we de geschiedenis noemen: de wereld van de tijd doorkruisend, doorsnijdend, een moment in de tijd, maar niet zoals een moment van de tijd,/ Een moment in de tijd. maar de tijd werd gemaakt in dat moment: want zonder de betekenis is er geen tijd, en dat moment van de tijd gaf de betekenis." Met deze woorden van T.S. Eliot uit de Choruses from the Rock kunnen we gemakkelijker het gebeuren van het Grote Jubileumjaar binnentreden. Deze gebeurtenis herinnert ons aan het moment waarop het Mysterie dat alles maakt vlees werd, tweeduizend jaar geleden, in een afgelegen stadje in Galilea, in de schoot van een jonge Joodse vrouw, Maria van Nazareth.
(...)