Presentatie 'Sporen trekken' door Julián Carrón. Aan zijn linkerzijde studentenpastor Michiel Peeters

Bevoorrecht voor een weg

Het bezoek van Julián Carrón aan Nederland op 13 en 14 december. De leider van Gemeenschap en Bevrijding nam ruim de tijd om onze ervaring te leren kennen, de zijne met ons te delen en ons te enthousiasmeren om voort te gaan op een gezamenlijke weg.
Paul van der Lee en Joost Peeters

Basisschool Misha de Vries
Verwacht, dat was het eerste bezoek van Julián Carrón, halverwege de Adventstijd, aan de CL-gemeenschap van Nederland. Op vrijdag 13 en zaterdag 14 december nam
Meteen na aankomst op Schiphol bezocht Carrón allereerst de twee jaar geleden opgerichte basisschool Misha de Vries in Vught. Tijdens een uitgebreide lunch sprak hij met de leden van het schoolbestuur, de leraren en overige medewerkers. Drie belangrijke thema’s kwamen naar boven. Allereerst: hoe kan een school als de Misha de Vries de katholieke traditie overbrengen, met name ook aan kinderen die ver van deze traditie afstaan? Carrón antwoordde, dat we in een tijd leven die lijkt op die van het vroege Christendom: veel verschillende tradities en culturen bestaan in onze samenleving naast elkaar. De dialoog lijkt inderdaad onmogelijk omdat we elkaar niet meer begrijpen. Hetzelfde was het geval in Jezus’ tijd. Om te weten hoe we hiermee om kunnen gaan, moeten we dus kijken naar de methode die Christus gebruikte: Hij bracht geen definitie of concepten, maar een ervaring. Het was de ervaring van Zijn uitzonderlijkheid, Zijn absolute ànderszijn, die de mensen aantrok en Hem liet volgen. Op school geldt hetzelfde: niet door woorden, maar door een gebeurtenis, door wat de docenten belichamen en voorleven, kunnen de kinderen leren en zien wat zij willen overbrengen. De uitdaging voor de leraar is dus, zei Carrón, om zo te leven dat de kinderen kunnen zien dat hij anders is, dat hij op een menselijkere, mooiere, overtuigende manier leeft; een manier die beantwoordt aan hun hart. Vervolgens kunnen ze zich dan gaan afvragen waar dat ànderszijn vandaan komt.

Don Carrón in gesprek met docenten en bestuur van basisschool Misha de Vries

Maar hoe kun je iets voorleven, als je je ervan bewust bent dat je daarin faalt en soms zelfs fouten maakt waarmee je de kinderen tekort doet? Soms bekruipt je een angst die je doet denken dat je beter niet aan opvoedingswerk kunt beginnen. Carrón antwoordde daarop dat wat wij doen, ‘ironische pogingen’ zijn, die we kunnen doen omdat we weten dat God zelf deze methode heeft gekozen: Hij wil dóór ons tot de anderen komen. God heeft altijd zondige, beperkte mensen gebruikt, waaronder de apostelen zelf, om er zijn Kerk mee te bouwen. De kinderen op school zullen kunnen zien dat, binnen die beperkte pogingen van ons, iets groters aan het werk is.
Een laatste besproken thema was dat van de onzekerheid. Het is de taak van de school om, in antwoord op de onzekerheid die er in de samenleving en bij ouders, docenten en kinderen heerst, een methode te bieden die helpt tot zekerheid te komen. De methode is, zo zei Carrón, die van het oordeel. We moeten onszelf en de kinderen leren om het eigen gevoel, de verschillende ideeën, de verschillende hypotheses, te onderwerpen aan onze ervaring, aan wat er gebeurt, aan wat gegeven is. Op die manier worden we zekerder, omdat we alles verifiëren. De kinderen merken het vervolgens ook als een volwassene een weg gaat die hem zekerder maakt.  
Carróns bemoediging – ‘ik ben gekomen om jullie te zeggen dat het mogelijk is om kinderen echt op te voeden’ – en zijn aanwezigheid waren een getuigenis voor het schoolteam dat niet alleen de kinderen, maar ook wijzelf, inderdaad het meest geholpen worden door wie duidelijk zelf een weg gaat.  

Don Giussani’s voorstel verifiëren
’s Avonds kwamen rond de 200 belangstellenden – de meeste uit Nederland, maar er waren ook vrienden uit Brussel, Keulen en Luxemburg – naar de sfeervolle en met verschillende architectuurprijzen bekroonde LocHal in Tilburg, voor de officiële presentatie van de Nederlandse vertaling van Sporen trekken in de geschiedenis van de wereld (door L. Giussani, S. Alberto en J. Prades, uitgegeven bij Betsaida), de tekst die we de komende tijd gebruiken in de school van de gemeenschap.
Na het luisteren naar en samen zingen van Sammy van Ramses Shaffy, Povera voce en Along the Jordan river uit de traditie van de beweging, ging studentenpastor en vertaler Michiel Peeters kort in op de factoren die bij hem een blijvende fascinatie hadden gewekt voor de weg die don Giussani met Gemeenschap en Bevrijding begonnen was. ‘Mijn werk met studenten in de afgelopen zeven jaar was een bijzondere gelegenheid om de nieuwheid en relevantie van don Giussani’s voorstel te verifiëren – niet alleen voor wie uit een christelijke traditie komt (die in Nederland bijna verdwenen is), maar voor alle mensen van vandaag; als een mogelijkheid om het leven te léven, ervan te genieten en het te delen – in plaats van het met moeite te óverleven’.

Een conrete aanwezigheid als antwoord op het alom tegenwoordige nihilisme
Carrón opende met een recente uitspraak van de Italiaanse filosoof en psychoanalist Umberto Galimberti. Op de interviewvraag ‘Wat is de meest voorkomende angst?’, antwoordde deze: ‘De welke voortkomt uit het nihilisme. Het gaat niet goed met de jongeren, maar ze weten zelf niet waarom. Ze hebben geen doel. Voor hen is de toekomst geen belofte, maar een bedreiging. In 1979, toen ik begon als psychoanalist, waren de problemen emotioneel, sentimenteel en seksueel van aard. Nu gaan ze over betekenisleegte’. Carrón ging daarna dieper in op dit nihilisme: ‘Alles om ons heen is zo leeg, dat niets ons echt grijpt, en zo worden we ongeleide projectielen. De relaties die we onderhouden, de dingen die we doen, zijn niet in staat ons te vervullen, zo leeg als ze zijn. Na een poosje laten we ze achter ons, zelfs zonder dat we er erg in hebben. Vandaag de dag is het gezicht van het nihilisme eerder een gebrek aan motivatie, zin, doel. Dit nihilisme vertoont de symptomen van asthenie, de afwezigheid van spanning, van kracht, van energie, een verlies van smaak in het leven. Niets lijkt te kunnen rechtvaardigen dat je je echt ergens voor inzet, als die inzet niet verder gaat dan het kortstondige en dan de doelen die de maatschappij ons voorschrijft (zoals een carrière). Wat kan ons uit dit niets bevrijden, het nihilisme overwinnen? Op het nihilisme kunnen we niet antwoorden met een betoog of met ethiek. Dit kan ons niet vervullen, ons niet magnetiseren. Alleen een concrete aanwezigheid kan antwoorden op dit nihilisme, een aanwezigheid die in staat is de hele mens te grijpen, een aantrekking op hem uit te oefenen die tot de wortel van zijn bestaan gaat: omdat het als niets anders overeenstemt met de behoeften van onze menselijkheid, hoe verward ons bewustzijn ook mag zijn. Zonder zo’n ervaring van de omhelzing van ons ‘ik’ bestaat er geen christendom’.

Presentatie 'Sporen trekken in de geschiedenis van de wereld'

Het christendom is allereerst een gebeurtenis, geen ethiek of doctrine
Het vertrekpunt van Giussani’s voorstel om het nihilisme te overwinnen is zijn ervaring. Toen Sporen trekken in 1998 in Italië verscheen, besloot don Giussani op het laatste moment zijn getuigenis tijdens de ontmoeting met paus Johannes Paulus II met de bewegingen op het Sint-Pietersplein (30 mei 1998) als Inleiding op te nemen. Tegenover heel de Kerk had hij getuigd: ‘‘Wat is de mens dat Gij aan hem denkt, de mensenkind dat Gij zo voor hem zorgt?’ Mijn leven lang heeft geen vraag mij zo getroffen als deze’. Carrón: ‘Ik kan de waarheid van deze woorden van don Giussani bevestigen: zijn ervaring van het geloof was een oproep voor mij. Ik was al priester, maar ik had nog nooit kennis gemaakt met een ervaring die mijn leven zo wakker schudde als die van hem. Bijna veertig jaar na die ontmoeting erken ik dat ik zonder die gebeurtenis mijn leven niet zou kunnen begrijpen. Terwijl er schijnbaar niets veranderde. De ontmoeting was het begin van een weg, van de weg van mijn ‘ik’’.
Het christendom is allereerst een gebeurtenis, geen ethiek of doctrine. ‘‘Nooit zal ik moe worden die woorden van Benedictus XVI te herhalen die ons voeren naar het hart van het Evangelie: ‘Aan het begin van het christenzijn staat niet een ethische beslissing of een grootse gedachte, maar de ontmoeting met een gebeurtenis, met een Persoon die aan ons leven een nieuwe horizon en daarmee zijn definitieve richting gaf’’ (paus Franciscus, Evangelii Gaudium, 7). Ook in onze tijd kunnen we dezelfde ervaring beleven als Andreas en Johannes. Als ik niet in deze man zou geloven, kan ik mijn eigen ogen niet meer geloven. Waarom? Omdat mijn leven vol is van de tekens die dit geloof, dit vertrouwen redelijk maken. Als het christelijk geloof geen aanwezige ervaring zou zijn, niet door de ervaring bevestigd wordt, als ik in mijn ervaring niet de bevestiging kan vinden van de menselijke voordeligheid van het christen-zijn, dan zal mijn geloof niet kunnen standhouden in een wereld waarin alles het tegenovergestelde zegt’.
Maar wanneer ze gebeurt en aanvaard wordt, volgt uit de ontmoeting de geboorte van een ‘nieuw schepsel’: een nieuw hart, een andere manier van eten en drinken, van de gewone dingen doen. ‘Om het christendom te beleven, worden we niet gevraagd om iets op te geven, maar om onze relatie met alles te veranderen’. Dit moet gebeuren, deze verandering moet ik in mijn leven kunnen verifiëren, anders zal ik nooit overtuigd raken.
De omhelsde ontmoeting die een nieuw schepsel laat ontstaan, geeft voeding aan een nieuw volk in de geschiedenis, dat als doel heeft nieuwe mensen met deze ervaring kennis te laten maken. Petrus’ ‘ja’ (Joh 21) verbindt Petrus’ roeping met Gods plan voor de wereld. Niets is belangrijker, niets is nuttiger voor de wereld, dan ons ‘ja’. Door toe te behoren aan Christus, wordt Petrus deelnemer aan Gods plan voor de wereld. De oecumene vertrekt vanuit Christus’ gebeurtenis: de gebeurtenis van de waarheid van alles wat er is, die in de geschiedenis is gebeurd.

Volmaaktheid is gehechtheid aan een aanwezigheid
Na Carróns presentatie was er tijd voor een paar vragen uit het publiek. Iemand die het boek al grotendeels gelezen had – was geraakt door een zin op bladzijde 98: ‘Zoals het begin van elk van onze handelingen geen analyse is van wat onze ogen zien, maar een omhelzing van wat ons hart verwacht, zo is volmaaktheid niet het vervullen van wetten, maar gehechtheid aan een aanwezigheid’. Inderdaad, zei Carrón: ‘Wij neigen ertoe te gaan analyseren. Maar waar je op moet letten is wat je, in je ervaring, vrij maakt. Jezus begreep beter wie die zondares in het Evangelie (Luc 7,36-50) werkelijk was, dan alle analyses van de andere mensen in de zaal. En daardoor begreep zij beter wie Jezus was, dan alle aanliggenden, ‘verstandig’ als ze waren’.

Maranatha
De ochtend erna kwam een twintigtal studenten en jonge werkenden samen in de Tilburgse studentenkerk Maranatha voor heilige Mis en ontbijt. Tijdens zijn preek herinnerde don Julián eraan dat het niet vanzelfsprekend is dat we iets verwachten, zoals de Advent ons voorstelt te doen. ‘We verwachten iemand omdat we Deze al hebben leren kennen en Hij voortdurend komt. Daardoor kan ons verlangen groeien in plaats van mettertijd uitdoven’. Tijdens het ontbijt vertelde de Indonesische Cindy hoe ze zich bevoorrecht voelt: ze moest helemaal uit Indonesië komen om in Nederland een ontmoeting mee te maken die het leven van haar en haar man radicaal zou veranderen – al veranderde er uiterlijk niets. Het werd een levendig gesprek over de oneindige natuur van ons verlangen, over de betekenis van het werk, onze taak in de politiek en het herkennen van de eigen roeping.

Don Carrón met medewerkers van studentenparochie Maranatha, Tilburg

Jouw menselijkheid, met al haar fouten, is de enige die gegrepen kan worden
Na een kort bezoek aan de unieke St.Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch – tijdens een van de schaarse momenten dat de regen niet met bakken uit de hemel viel, wat de vooroordelen over Nederland wel bevestigde! – was er een lunch ten huize van Wim en Annette Peeters, de eerste Nederlanders die de beweging in de jaren tachtig hadden leren kennen.
In de middag konden we Carrón nog als gemeenschap in Nederland ontmoeten. Deze keer geen lezing, maar een assemblee, als gelegenheid voor een levendige – en ook heel ontspannen – dialoog. Gevraagd of hij de bijeenkomst wilde inleiden, antwoordde don Julián simpelweg: ‘Hello everybody!’
De vragen barstten direct los. Ze gingen allemaal over de worsteling met de persoonlijke omstandigheden, in een context van kerkelijke moedeloosheid en menselijke beperkingen. Toch was het verre van een klaagzang, maar klonk telkens de veelbelovende verrassing door die alle vraagstellers hadden ervaren. Ook in een ongemakkelijk aanvoelende, sterk vergrijzende parochie, zo vertelde iemand, kon hij een vriendelijk gezicht ontmoeten die hem bij nieuwe vrienden introduceerde. Dit raakte hem zozeer dat hij niet alleen dankbaar was dat Hij dit had laten gebeuren, maar dat hij kon zeggen dat Hij zichzelf hierin had laten zien. Daardoor werden zelfs kleine dingen, zoals het opvouwen van de pyjama’s anders beleefd, met meer aandacht. Maar is onze verstrooidheid, zoals we normaliter leven, een noodzakelijk onderdeel van de weg die we moeten gaan?
Onze verstrooidheid is een feit, zei Carrón. We hoeven ons er niet over te verbazen, maar wel over het feit dat er Iemand is die geïnteresseerd is in deze nietigheid die we zijn. En dit gebeurt door specifieke personen die getuigen dat het Mysterie vlees is geworden.
Imand anders getuigde dat we ons toch vaak verslagen voelen door onze fouten, ook als anderen ons vergeven. Carrón antwoordde dat alleen deze kwetsbare menselijkheid van ons gegrepen kan worden: ‘Jouw menselijkheid, met al haar fouten, is de enige die gegrepen kan worden’. Niet omdat we goed zitten, maar omdat we zozeer geliefd zijn, met zo’n tederheid dat de bodem van ons hart wordt geraakt. Dit daagt ons uit, juist terwijl onze inconsistentie zo ‘consistent’ is.
Het onvervulde verlangen naar kinderen riep bij een van de aanwezigen vragen op, ondanks een ontmoeting met een ander echtpaar dat dit verlangen meer in vrede lijkt te beleven. Ook dat feit kan gebruikt worden op weg naar Hem, stelde Carrón, maar eerst moeten we weten wie we zijn, wat onze bestemming is en wat de stappen zijn daar naartoe. Daarin ligt het cruciale belang van de menswording, van Kerstmis.
Tenslotte merkte iemand op hoezeer zij soms een nostalgie voelt naar een gezelschap. Carrón: ‘Ik hoorde van een kind dat tegen zijn moeder zei: ‘Jij mist mij zelfs als ik er ben’. Het gezelschap is alleen een teken van de Ander, waar Jezus zelf ook steeds naar verwijst: als je in Mij gelooft, geloof in de Vader die mij heeft gezonden. We kunnen Hem niet missen zonder dat Hij aanwezig is. Hij is niet gekomen om ons gemis naar Hem te annuleren, maar om het te laten ‘exploderen’, om ons naar de Vader te brengen. We kunnen dus dankbaar zijn dat we Hem missen. Het is een gelegenheid om ons bewust te zijn van Hem.

Een uitzonderlijke ontmoeting
Het was uitzonderlijk om Carrón in onze eigen stad, in ons eigen parochiezaaltje te mogen ontmoeten. We hadden vaker gevraagd en gehoopt dat hij zou komen en nu was hij er echt. We zaten niet enkel in de boom zoals Zacheüs, maar hij was bij ons thuis gekomen. Zijn komst helpt om de Advent te beleven als de verwachting, niet alleen van een goed antwoord of vervuld gevoel, maar van een concrete persoon. Iemand die persoonlijk betrokken is in de boodschap die hij brengt, en daarom steeds naar een Ander verwijst.
Wat is het fijn iemand te hebben met wie we kunnen spreken over het leven, over wie we zijn, over onze bestemming, over de weg ernaartoe. Hoe deze voorkeur vast te houden? ‘Ga verder met Sporen trekken! Ik heb geen aandelen in deze boeken! Ik ben alleen geïnteresseerd in jullie geluk! En er is de maandelijkse schola via internet, als een gelegenheid om in contact te blijven, samen voort te gaan op de weg’.
De ochtend na deze dagen was geen leeg ‘morning after’, maar vol verlangen om verder te gaan, wat we ontmoet hebben beter te begrijpen, te verifiëren, en te delen met de mensen om ons heen.

Joost, Michiel, Paul, Thérèse