'Zo kunnen we leren onze angst te overwinnen’

Wat het leven van ieder van ons mobiliseert en ondersteunt, is een aanwezigheid; niet onze strategieën, onze intelligentie, onze moed’. De ingezonden brief van de President van de Fraterniteit van CL aan de Corriere della Sera van 1 maart 2020
Julián Carrón

Geachte redactie,

In reactie op uw uitnodiging om ‘in deze medische noodsituatie een nieuwe fase in te gaan, namelijk oplettend, ernstig en verantwoordelijk te worden’ (Corriere della Sera, 28 februari 2020) neem ik de vrijheid mijn bijdrage te bieden voor de reflectie.
Dikwijls leven we in een soort bubbel, waardoor we ons beschermd voelen tegen de klappen van het leven. Zo kunnen we het ons permitteren verstrooid door het leven te gaan, alsof we alles onder controle hadden. Maar soms brengen de omstandigheden onze plannen in de war en vragen ze ons brutaal om een antwoord, om ons ik serieus te nemen, om ons af te vragen in welke existentiële situatie we ons eigenlijk bevinden. Dezer dagen heeft de werkelijkheid ons min of meer kalme dagelijkse leven overhoop gehaald in de dreigende gedaante van Covid-19, een nieuw virus dat een internationale medische noodtoestand veroorzaakt heeft. Paradoxaal genoeg kunnen echter juist de uitdagingen die de werkelijkheid ons niet bespaart onze grootste bondgenoot worden, omdat ze ons dwingen veel aandachtiger naar onze menselijke conditie te kijken. Want in onvoorzienbare omstandigheden zoals de huidige, worden we wakker geschud uit onze sluimer, losgerukt uit de comfort zone waarin we ons genesteld hadden, en komt de weg naar volwassenheid bloot te liggen die we – ieder persoonlijk en allemaal samen – hebben afgelegd, het bewustzijn van onszelf dat we verkregen hebben, ons vermogen of ons onvermogen om het leven dat we in handen hebben, het hoofd te bieden. Onze kleine of grote ideologieën, onze overtuigingen, zelfs de religieuze, worden op de proef gesteld. De korst van onze schijnzekerheden begint scheuren te vertonen. Iedereen zonder onderscheid wordt ondervraagd en begrijpt beter wie hij is.

In dit soort situaties begrijpen we dat ‘de kracht van een subject berust in de intensiteit van zijn zelf-bewustzijn’ (Luigi Giussani), in de helderheid waarmee hij zichzelf en dat waarvoor het leven de moeite waard is, waarneemt. Want de te bevechten vijand is niet zozeer het coronavirus als wel de angst. Een angst die we altijd voelen maar die tot uitbarsting komt wanneer de werkelijkheid onze wezenlijke onmacht blootlegt – en dan in veel gevallen de overhand krijgt en ons soms ongearticuleerd laat reageren, ons doet afsluiten voor de ander en elk contact laat verbreken om besmetting te voorkomen, ‘voor alle zekerheid’ voedselvoorraden laat inslaan, enzovoorts.



Dezer dagen zijn we getuigen zowel van een toename van individuele en collectieve irrationaliteit als van pogingen om toevlucht te zoeken in voorstellen die ons zo snel mogelijk uit de situatie moeten halen. Ieder zal, als hij let op wat er in hemzelf en om hem heen gebeurt, kunnen zeggen welke pogingen in staat zijn de omstandigheid het hoofd te bieden en de angst te overwinnen – en welke deze juist versterken.

Volgens Hannah Arendt is dit de waarde van elke crisis: ‘Ze dwingt ons terug te keren naar onze vragen’, ze laat ons ik naar boven komen met heel zijn behoefte aan betekenis. Er bestaat een diepe connectie tussen onze relatie met de werkelijkheid en ons zelf-bewustzijn als mensen: ‘Een mens die weinig impact met de werkelijkheid heeft gehad, bijvoorbeeld omdat er niet veel van hem gevergd is, zal zichzelf niet goed kennen, zal de energie en de ‘trilling’ van zijn rede minder goed waarnemen’ (Luigi Giussani, Het religieuze zintuig, blz. 167). De vraag die op dit moment het krachtigst naar boven komt, is: waarmee kunnen we onze angst overwinnen?

Misschien is de meest elementaire ervaring die ons hierover ter beschikking staat, die van het kind. Wat neemt in een kind de angst weg? De aanwezigheid van zijn moeder. Deze ‘methode’ geldt voor iedereen. Wat het leven van ieder van ons mobiliseert en ondersteunt, is een aanwezigheid; niet onze strategieën, onze intelligentie, onze moed. Maar laten we ons afvragen welke aanwezigheid in staat is onze diepe angst te overwinnen, de angst die zich nestelt op de bodem van ons zijn? Niet elke aanwezigheid is daartoe in staat. Daarom is God mens geworden, een historische, lichamelijke aanwezigheid. Enkel de God die als mens de geschiedenis binnengaat, kan onze diepe angst overwinnen, zoals het leven van zijn leerlingen liet (en laat) zien. ‘Enkel deze God redt ons van de angst voor de wereld en van de benauwdheid tegenover de leegte van ons bestaan. Enkel wanneer we kijken naar Jezus Christus bereikt onze vreugde in God haar volheid, wordt zij verloste vreugde’ (Benedictus XVI, Homilie, Regensburg, 12 september 2006). Zo’n bewering is alleen maar geloofwaardig als we hier en nu personen zien in wie Gods overwinning zich bewijst: Zijn reële aanwezigheid in het nu, en dus een nieuwe manier om de omstandigheden tegemoet te treden, vol van een anders ongekende hoop en vreugde en tevens geneigd tot een tomeloze inzet.

Wat we nodig hebben is dus geen geruststellend verhaal of een moreel recept, maar het ‘betrappen’ van personen in wie we de ervaring van deze overwinning geïncarneerd zien: het bestaan van een betekenis die in verhouding staat tot de uitdagingen van het leven. Niets is eenvoudiger: op momenten als deze, wanneer de beklemming overheerst, zijn zulke personen zó zeldzaam dat je ze onmiddellijk opmerkt. Onlangs vroeg een belangrijk persoon aan een groep jongeren: ‘Maar zijn jullie niet bang om volwassen te worden, om op te groeien?’ En één van hen antwoordde onmiddellijk: ‘Nee! Als ik kijk naar de gezichten van bepaalde volwassenen die ik ken, als ik kijk naar hoe zij leven, waarvoor zou ik dan bang zijn?’
Enkel wanneer een gefundeerde hoop overheerst, zijn we in staat de omstandigheden het hoofd te bieden zonder te vluchten; om onze rede werkelijk open te stellen, om een redelijke en evenwichtige relatie te kunnen aangaan met het gevaar en het risico en ook de angst (in de meest onmiddellijke en begrijpelijke zin ervan) te gebruiken als werkinstrument. Anders zullen we uiteindelijk ofwel krampachtig reageren ofwel naar alles kijken door het sleutelgat van onze rationalistische maat, die uiteindelijk absoluut niet in staat is ons te bevrijden van de angst en het leven weer op gang te brengen. Misschien is daarom geen taak beslissender dan ‘aanwezigheden’ te ‘betrappen’ in wie we een ervaring van overwinning van de angst in actie zien. Samen met hen, waar we ze vinden, zullen we gemakkelijker weer op weg kunnen gaan, ontwaken uit de nachtmerrie waarin we terecht zijn gekomen, en beetje bij beetje een sociaal weefsel herstellen waarin wantrouwen en vrees voor contact met de ander niet het laatste woord hebben. Zelfs de economie kan zo weer op adem komen.
Wat een gelegenheid kan het huidige moment worden! Een niet te missen gelegenheid.

Julián Carrón, President van de Fraterniteit van Gemeenschap en Bevrijding