Don Giussani

God heeft ons gemaakt voor de vreugde

Uit de Corriere della Sera, uit het voorwoord van het vierde deel van de serie Cristianesimo alla prova [Christendom op de proef gesteld], een serie lessen en dialogen van Don Giussani bij de geestelijke oefeningen voor de Fraterniteit
Julián Carrón

Dit artikel verscheen eerder in Corriere della Sera op 27 mei 2020.

In onze dagen is het nihilisme alom aanwezig, bijna zonder dat we het merken. Die leegte aan betekenis, die zich constant doet gelden en die alles vervaagt en uitholt - zelfs wat ons het meest dierbaar is lijkt de confrontatie met de tijd niet te overleven ​​- kan niet enkel met woorden worden aangevochten. Een dialectische strijd vermag hier niets; met redeneringen of debatten zullen we dit niet kunnen verslaan. Er is meer voor nodig.

Het niets kan alleen worden uitgedaagd door wat is, door iets echts. We ervaren het allemaal elke ochtend. Let er alleen al maar eens op wat je eerste gedachte is als je wakker wordt. Als er maar iets is om het niets het hoofd te bieden herkennen we dat aan het feit dat het een werkelijkheid is die zich aan ons opdringt wanneer we, nog ongewapend voor de dag die ons wacht, onze ogen openen.

Het is verrassend om opnieuw te zien hoe Giussani, zijn tijd vooruit, het drama van onze tijd heeft begrepen. Zijn vermogen om datgene waarop we allemaal vastlopen te identificeren stelde hem in staat de uitdaging zelf aan te gaan. Op deze manier getuigt hij ons van de uitkomst van zijn verificatie. Wat voor hem het belangrijkste is, is wat hij ons allen meedeelt.

In 1992 verklaarde hij dat voordat we ons in het geploeter van het dagelijkse leven storten er een voorafgaan is van waaruit we elke ochtend moeten beginnen. "Dit grote uitgangspunt (...) waar we aan herinnerd worden tijdens de H. Mis en elke keer dat de Kerk ons ​​bij elkaar brengt (...): «In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest», wat voor ons betekent: het bevestigen van het mysterie van het Zijn, het Mysterie waar we vandaan komen.

Deze benadering, die ons christenen bekend zou moeten zijn, al is het maar voor de vele keren dat we het hebben herhaald, wordt niet als vanzelfsprekend aangenomen. Benedictus XVI herinnert ons eraan: “God wordt vaak als vanzelfsprekend beschouwd, maar concreet laat men zich niet met Hem in. Het thema van God lijkt zo onwerkelijk, zo ver verwijderd van de dingen die ons bezighouden. En toch wordt alles anders als je God niet vóóronderstelt maar Hem ziet als Aanwezigheid. Niet Hem op de een of andere manier niet naar de achtergrond verbannen, maar Hem herkennen als het middelpunt van onze gedachten, woorden en handelingen.”

De vanzelfsprekenheid is ons echte drama. Alles wordt als vanzelfsprekend beschouwd: dan zeggen mensen en feiten ons niets meer, we houden ons er niet meer mee bezig. Die vanzelfsprekenheid heeft een diepe reden: we vinden God 'onwerkelijk', 'zo ver verwijderd van de dingen die ons bezighouden'.

Om te zien hoezeer het leven verandert, moeten we de moed hebben om te verifiëren wat er gebeurt als we, zoals Benedictus XVI opmerkt, leven volgens H. U. von Balthasar's uitnodiging: "God (...): verban Hem niet naar de achtergrond maar begin bij Zijn Aanwezigheid."

Maar alleen degenen die echt om zichzelf geven, om zelfontplooiing, om de volheid van hun leven, kunnen deze suggestie ter harte nemen. Alleen voor degenen die zich niet conformeren aan het niets dat zich in het dagelijks leven verspreidt, die zich niet overgeven aan de daaruit voortvloeiende verwarring en die bereid zijn niet te bezwijken voor de verleiding van scepsis, voor hen verliest de realiteit de 'vertrouwde' aanblik die zover kan gaan als verveling en zelfhaat, en openbaart zich als een voortdurende, veelbelovende nieuwheid.

We zijn tot deze kennis gekomen door een geschiedenis. "De Bestemming openbaart zich, de Bestemming - dat wil zeggen de mysterieuze God, het mysterie dat we God noemen - spreekt voor zich, dat wil zeggen, het maakt zich definitief bekend door de keuze van een volk. (...) God kiest een volk geboren uit Abraham et semini eius, en zijn zaad, zijn nakomelingen; Hij kiest een volk, omdat Hij ons daardoor en door haar geschiedenis beter laat begrijpen wat Hij wil.

Dit is het plan dat de Bestemming, God, wil realiseren: "Ik wil de positiviteit van alles." En dat gebeurt 'door een menselijke geschiedenis'.

De mensen geboren uit Abraham leven ondergedompeld in deze ervaring van positiviteit. Het bestaan ​​ervan is goed voor iedereen, want door Israël maakt het Mysterie haar plan aanwezig in de geschiedenis, die is voorbestemd om ieder mens te bereiken: 'God heeft de dood niet gemaakt, en Hij ontleent geen vreugde aan de dood van de levenden. Want Hij heeft alle dingen geschapen zodat ze zouden kunnen bestaan: de generatieve krachten van de wereld zijn heilzaam en er schuilt geen vernietigend gif in; en de heerschappij van Hades is niet op aarde.' Giussani becommentarieert deze woorden uit het boek Wijsheid alsvolgt: het feit dat het leven positief is, dat de realiteit positief is, dat de Bestemming wil dat iedereen positiviteit ervaart, betekent dat 'we gemaakt zijn voor vreugde. Het hart kan overeenkomstig haar natuur niets anders horen dan dit woord. Er moge dan eerst een karrevracht aan ontmoediging, aan "mitsen en maren", "alleen als", "nee", aan tegenwerpingen bestaan, maar niemand kan dit woord dat de natuur van het hart uitdrukt volledig ontkennen: vreugde, geluk. "Degene die al is het maar een minimum aan genegenheid voor zichzelf bewaart moet het toegeven: 'Ik heb steeds vaker het verlangen gevoeld om bemind te worden. Een minimum aan reflectie overtuigt me […] telkens weer van de absurditeit van zo’n droom […]. Maar mijn reflectie kon er niets aan doen: mijn verlangen zette door en ik moet toegeven dat het nog altijd doorzet'. Al onze redeneringen, al onze wonden kunnen het verlangen van het hart niet volledig uitwissen.

Maar hoe kan deze ervaring van vreugde, van positiviteit de onze worden? Wat wordt er van ons gevraagd? 'Een totale beschikbaarheid voor de Bestemming, voor het Mysterie, voor God.' Waaruit bestaat dit? Allereerst 'in een liefdevolle bevestiging van mijn zijn en van de werkelijkheid die gebeurt, of er nu leven of dood is, vreugde of pijn, succes of mislukking. Liefde is de bevestiging van een Aanwezigheid die wordt geopenbaard door het hier en nu, in het hier en nu.'