De ondertekening van het Abu Dhabi-document door de paus en Ahmad Al-Tayyeb, de groot-imam van Al Azhar (4 februari 2019)

Zusters en broeders, want dochters en zonen

Waaruit onstaat zusterschap, broederschap? Wat ziet, vraagt ​​de paus van ons in een tijd van angst, verdeeldheid? Een blik op de nieuwe encycliek, ontstaan ​​tijdens de ontmoeting van de paus met de groot-imam van Al-Azhar en de verklaring van Abu Dhabi.
Stefano Maria Paci

(Uit Traces, november 2020)

Op 4 februari 2019 stond ik op het punt met mijn televisie-nieuwszender een directe verbinding op te starten toen het plotseling begon te regenen. De stad had al zo lang geen regen meer gehad dat er een groot feest ontstond. Ik was in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten, waar regen een zeldzame gebeurtenis is. Die dag zou de enige zijn in die maand dat er water uit de lucht naar beneden kwam. Maar nog zeldzamer was de gebeurtenis die voor mijn ogen plaatsvond: de paus van de katholieke kerk, samen met de hoogste autoriteit in de soennitische islam, Ahmad Al-Tayyeb, de groot-imam van Al-Azhar, wat de naam van een moskee en theologische universiteit in Caïro is, ondertekenden het rijke document over de menselijke broederschap voor het vreedzaam samenleven in deze wereld. Ronald Lauder, voorzitter van het Joods Wereldcongres, vertelde me een jaar later dat dit document een absoluut fundamentele bouwsteen is geworden voor een gedeelde toewijding om een ​​andere wereld op te bouwen. Het is zeldzaam dat christenen, moslims en joden niet verenigd worden door vage woorden, maar door een document waarin de onderling gedeelde lezing van de werkelijkheid, bedoelingen en opvattingen wordt uitgedrukt. Het komt zelden voor dat ze elkaar 'broeders en zusters' noemen.
Dus was ik niet verrast om op 4 oktober 2020 een autoriteit binnen de islam, rechter Mohamed Mahmoud Abdel Salam, secretaris-generaal van het Higher Committee of Human Fraternity, in de nieuwe synodezaal in het Vaticaan te zien, samen met de staatssecretaris van de Heilige Stoel en enkele andere katholieke kardinalen, voor de presentatie aan journalisten van de binnenkort te verschijnen derde encycliek van paus Franciscus gewijd aan "broederschap", Fratelli Tutti, een van de vruchten van het Abu Dhabi-document. Het document ondertekend in Abu Dhabi en de naam van de groot-imam van Al-Azhar komen overal in de tekst voor. Daarin herinnert de paus zich zijn ontmoeting met Al-Tayyeb "met vreugde en dankbaarheid". De toenadering tussen verschillende culturen en religies was niet vreemd aan de ontwikkeling van deze encycliek; in feite, zo onthulde de paus, "bracht die bijeenkomst me ertoe het te schrijven". Het is geen toeval dat hij in de eerste regels van de encycliek schreef over de ontmoeting tussen de heilige Franciscus en de sultan achthonderd jaar geleden, die plaatsvond ondanks de "aanzienlijke ontberingen" die de heilige Franciscus moest doorstaan ​​om de ontmoeting tot stand te brengen; de heilige zei later dat hij "niet bezorgd was over de ontberingen en gevaren die ermee gepaard gaan", en bovenal niet van plan was zijn eigen christelijke identiteit op te geven. Menselijk gesproken was die toenadering, in die moeilijke periode in de geschiedenis welke werd gekenmerkt door de kruistochten, ongelooflijk. Het kan worden gezien als een symbool van de ontmoeting in Abu Dhabi, die ook vanuit vele gezichtspunten moedig en gedurfd was.

Zeker, een encycliek kan intimiderend en niet erg uitnodigend zijn, omdat je ingewikkelde en intellectueel verfijnde reflecties verwacht over de wereld en de systemen die haar leiden; je weet dat het nog jaren zal worden geciteerd, zij het in droge toespraken op conferenties en congressen. De media zullen er een dag lang met enthousiasme over spreken, nadat ze de drie of vier regels die het nauwst verband houden met de politieke en sociale onderwerpen van het moment hebben geïdentificeerd. Met betrekking tot Fratelli Tutti in het bijzonder zullen er mensen zijn die durven te beweren dat het van maçonnieke oorsprong is, er zullen er zijn die spreken over de onderwerping van de paus aan de islam, anderen die geschokt zullen zijn omdat ze er een communistisch pamflet in menen opgebouwd te zien, of omdat ze er de veroordeling van populisme in lezen. Er zal zelfs een invloedrijke filosoof zijn die beweert dat het enige nieuwe aspect de verwijzing is naar de driewoordige leus 'Vrijheid-Gelijkheid-Broederschap' welke aanleiding gaf tot de Verlichting waar de Kerk zo sterk op tegen was, waarbij dan wel gemakshalve wordt vergeten dat de verlichtingsdenkers alleen in staat waren die concepten te bevestigen omdat de kerk ze al eeuwenlang had gebruikt, tot het punt dat ze deel van de cultuur werden.

Eigenlijk is Fratelli Tutti een eenvoudige en goed leesbare samenvatting van de ideeën die Franciscus eerder in de jaren van zijn pontificaat heeft uitgedrukt. Daarin kan men zijn gedachten herlezen en zien dat ze met elkaar verbonden zijn door een gouden draad, volgens de intuïtie die ten grondslag ligt aan de encycliek: alles wordt geboren uit een blik.
Alles wordt altijd geboren uit een blik omdat elke actie zijn oorsprong vindt in je blik op jezelf, anderen en de wereld. Als de blik van een persoon verandert, verandert de persoon en (de kijk op) de haar omringende realiteit. Franciscus schreef dat de mensen op dit moment een solipsistische blik hebben; ze kijken alleen naar zichzelf en hun eigen voldoening, terwijl anderen worden gezien als obstakels of onontkoombare medeplichtigen. Aan de ene kant sta ik, of wij, de groep, en aan de andere kant zijn er de anderen, die de vijand worden, het obstakel. Op deze manier wordt de wereld een plaats van conflicten, botsingen en egoïsme. Bergoglio hekelde de vele doembeelden die de planeet verduisteren: de verzwakking van de droom van een verenigd Europa, de opkomst van een gesloten en agressief nationalisme in veel landen, cultureel kolonialisme dat 'de ziel berooft' van een volk, een 'wegwerp'-cultuur, de verhoging van muren, honger, geweld, mensenhandel, slavernij, de marginalisering van de armen, het egoïsme van de rijken en de uitbuiting van de natuur, ons gedeelde huis. 'We zijn helemaal opgegaan in onze eigen netwerken en hebben de smaak van broederschap verloren', schreef hij. Migranten krijgen niet de waardigheid die ieder mens toekomt.
Maar, zo spoorde Franciscus aan, de droom van een nieuwe wereld kan opnieuw beginnen, en opnieuw kunnen we concreet werken om deze droom op te bouwen.
Zeker, een andere blik is nodig; mensen en de wereld moeten worden gezien in het licht van het feit dat we inderdaad zusters en broeders zijn. Wanneer dit gebeurt, wordt de ander een 'buurman' en niet langer een 'medewerker', en gebeuren er dingen die nu bijna onmogelijk lijken. Politiek wordt echte dienst aan de naaste en geen machtsmisbruik omdat het streeft naar het welzijn van iedereen, niet naar zelfverrijking of bevestiging van de eigen groep. Maar, schrijft de paus, broederschap komt niet alleen tot stand door de verkondiging van woorden. "Het is noodzakelijk om mensen op te voeden tot broederschap." Hij stelt dat "de kwetsbare zal worden verzorgd" omdat de onvervreemdbare waardigheid van een ieder zal worden erkend. Hij legt uit dat dit een andere logica is, een die "de uitdaging je een andere mensheid voor te stellen" vooropstelt, een mensheid met een open hart voor de hele wereld.
Broederschap leidt trefzeker tot de geboorte van 'sociale vriendschap', een uitdrukking die tegenwoordig bijna vergeten is en op elk niveau hardnekkig pleit voor 'dialoog als de methode van relaties'. Nogmaals, het doel is om een ​​blik te krijgen die lijnrecht tegenover de opvatting staat dat de "vrijheid van de markt voldoende was om alles veilig te houden". Denk maar aan 'financiële speculatie' die 'in wezen gericht is op snelle winst' en 'grote schade aanricht'.
'Naastenliefde kan dingen veranderen' en 'ook de politiek moet ruimte maken voor echte liefde voor anderen'. Het woord dat moet worden herontdekt, is 'solidariteit', wat, in de diepste betekenis, een manier is om geschiedenis te schrijven. Toen Bergoglio kardinaal was, stuurde hij zijn beste en dierbaarste priesters naar de villa's miserias, de sloppenwijken van de hoofdstad, en nu zegt hij als paus dat basisbewegingen een cruciale rol spelen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen "zonder te wachten tot de regering alles doet." Solidariteit "betekent ook het bestrijden van de structurele oorzaken van armoede, ongelijkheid, het gebrek aan werk, land en huisvesting, het ontzeggen van sociale en arbeidsrechten." Deze solidariteit werd nog eens onderstreept door de pandemie: we redden onszelf niet zonder de hulp van anderen.

Franciscus schreef krachtig over onderwerpen die belangrijk waren voor het pontificaat van zijn voorganger paus Benedictus, zoals de veroordeling van het relativisme, de nadruk op niet-onderhandelbare waarden en de verdediging van identiteit. Bergoglio zegt nee tegen het relativisme, volgens welke er geen absoluut goed of kwaad is, geen waarheid om te zoeken. Dus "relativisme laat de interpretatie van morele waarden uiteindelijk over aan de machthebbers". Tegenwoordig lijken mensenrechten misschien 'onaantastbaar', maar morgen kunnen ze 'worden ontkend door machthebbers'. Bergoglio identificeerde expliciet en herhaaldelijk waarden "die niet onderhandelbaar zijn", die verder gaan dan enige behoefte aan overeenstemming. "Dat ieder mens een onvervreemdbare waardigheid bezit, is een waarheid die overeenkomt met de menselijke natuur, los van alle culturele veranderingen." Dit is de oorsprong van zijn radicale nee tegen de doodstraf en tegen oorlog, zelfs oorlogen die ooit als rechtvaardig werden beschouwd - want "in de afgelopen decennia was elke oorlog ogenschijnlijk 'gerechtvaardigd'."
Franciscus citeerde de beroemde Pacem in Terris van Johannes XXIII om oorlog aan de kaak te stellen. "Deze gewelds­si­tua­ties vermenig­vul­digen zich pijn­lijk in vele delen van de wereld, tot het punt dat ze de kenmerken aannemen van wat een derde wereld­oor­log stukje bij beetje zou kunnen wor­den genoemd". "Als je de kant kiest van de gewonden en degenen die de verschrikkingen ervaren, begrijp je dat er een moreel en humanitair imperatief is: de totale eliminatie van bewapening." Is dit utopisch? Nee, beweert Bergoglio. De Verenigde Naties kunnen worden hervormd en internationale overeenkomsten kunnen worden herzien. Deze dingen zijn mogelijk. "Laten we met het geld dat aan wapens en andere militaire uitgaven wordt besteed een mondiaal fonds oprichten waarmee eindelijk een einde kan worden gemaakt aan honger en waarmee de ontwikkeling van de meest arme landen kan worden bevorderd, zodat hun burgers niet hun toevlucht zoeken in gewelddadige of illusoire oplossingen of hun land verlaten om een ​​waardiger leven te zoeken."
Fratelli tutti, zoals de titel al zegt, we zijn allemaal zusters en broeders. In een tijd waarin er geen vaders meer blijken te zijn kunnen sommigen dit interpreteren als de zoektocht naar de kleinste gemene deler onder vrouwen en mannen. Maar dit is niet het geval. We zijn zusters en broeders omdat we een gezamelijke vader kunnen herkennen. Onze blik kan veranderen omdat we naar een geïncarneerde God kunnen kijken. Nadat de paus de encycliek begon met regels van de heilige van Assisi, die handelde "ten dienste van God", en nadat hij een heel hoofdstuk had gewijd aan een commentaar op de barmhartige Samaritaan, onderstreepte de paus zijn argumentatie krachtig in het achtste en laatste hoofdstuk getiteld: "Religies ten dienste van broederschap in de wereld”, waarbij de lezers hun christelijke identiteit in herinnering werd gebracht. "Als gelovigen zijn we ervan overtuigd dat er zonder openheid voor de Vader van allen geen solide en stabiele redenen zullen zijn om een ​​beroep te doen op broederschap." Hij vervolgde door te stellen dat als er geen transcendente waarheid is, er "geen zeker principe is om rechtvaardige relaties tussen mensen te garanderen." De belangen van klasse, groep en natie zullen mensen altijd in conflict brengen. Als God wordt uitgesloten van de samenleving, gaan we uiteindelijk afgoden aanbidden. Voor Franciscus is "een van de belangrijkste oorzaken van de crises in de moderne wereld een ongevoelig menselijk geweten, een afstand nemen van religieuze waarden." Hij zei dat "het verkeerd is als de enige stemmen die in het publieke debat worden gehoord, die van de machtigen en ‘experts’ zijn, en niet "reflecties geboren uit religieuze tradities die de schatkamer zijn van eeuwenlange ervaring en wijsheid." De Kerk "kan en mag niet aan de zijlijn blijven". Hij benadrukte dat “anderen drinken uit andere bronnen. Voor ons ligt de bron van menselijke waardigheid en broederschap in het evangelie van Jezus Christus" en eindigde met het citeren van de heldere zin van Paulus VI: "Alle menselijke zaken zijn onze zorg". Alle dingen hebben betrekking op christenen, en ze hebben een andere blik op alles, een blik die de mens menselijker maakt.