Traces nr.11, december 2020

Het fluisteren van God
(Editorial, Traces, december 2020)

Een zin van Don Giussani is in onze gesprekken en werkzaamheden afgelopen weken vaak teruggekomen, een zin vol van betekenis voor degenen die het trof op de dag van de Opening van het Jaar van Gemeenschap en Bevrijding (zie daarvoor de november uitgave van Traces, en ook een teken van hoe we het als vertrouwvol voor ons herkennen, van hoe we het in ons leven zien gebeuren. "De Heer werkt zelfs door gefluister." Hij legt zijn aanwezigheid niet op door middel van spectaculaire gebaren, maar suggereert, nodigt uit en brengt aan het licht. Hij stelt zichzelf voor aan onze vrijheid en aan onze openheid om de dingen te volgen die Hij voortbrengt. Als je erover nadenkt, is kerstmis ook zo. Een hulpeloos kind kwam ter wereld in een afgelegen en onbeduidend deel van die wereld, in een marginale en onbekende provincie van het Romeinse Rijk. Die geboorte was niet meer dan een voetnoot in de tijd, en toch veranderde het de geschiedenis voor altijd omdat het de actuele geschiedenis mogelijk maakt.

Zonder de Incarnatie, als God niet aanwezig was in de werkelijkheid, zou het leven gewoonweg onmogelijk zijn. Misschien zou je voor een tijdje bepaalde tegenslagen kunnen verdragen, maar alleen als je tot degenen behoort met een heel sterk temperament. Zelfs dan zou onze vrijheid nooit kunnen bloeien onder die tegenslagen, noch zou de volheid van onze menselijkheid ooit diep van binnen kunnen bloeien, omdat het onmogelijk zou zijn om diep van binnen datgene te leven waarvan we gemaakt zijn: een band met het Mysterie, met de Vader. Zonder de Zoon, die in en voor die relatie leeft, die vlees werd en iedereen die cruciale band met de Vader toonde, zouden we onszelf nooit als kinderen kunnen beschouwen. Misschien zouden we in theorie (in een of andere buitengewone sprong van de rede, zelfs nu de rede steeds zwakker lijkt te worden) het duidelijke feit kunnen herkennen dat ik mezelf niet maak, dat ik op dit moment wordt voortgebracht door Iemand anders die mij wil. Maar een theorie zou niet voldoende zijn om aan deze herkenning gevolg te geven, om de werkelijkheid onder ogen te zien op basis van dit evidente feit, en haar deel te laten uitmaken van iemands blik op de werkelijkheid.

"Caro cardo salutis": de verlossing van ons eigen vlees is in de Incarnatie, zegt deze zeer oude uitdrukking, die de laatste tijd vaak wordt gehoord. Maar wat nodig is, is een aanwezige Incarnatie die ons nu bereikt, feiten en getuigenissen die ons vandaag aanmoedigen om dezelfde volgzame en verbaasde openheid te hebben van de eersten, van die herders die hun geloof baseerden op dit mysterieuze 'gefluister van God'.
Het leven zit vol met dergelijke getuigenissen, en een paar ervan worden op de volgende pagina's besproken. Ze zijn Zijn vlees, God onder ons. Zalig Kerstmis!