Over het lijden

De ervaringen van lijden opgedaan door de Franse filosoof Emmanuel Mounier tonen een diep menselijke weg, die ook nu kan helpen niet te vervallen in wanhoop of onverschilligheid maar 'ons voordeel te doen met de rijkdommen van het ongeluk dat ons treft.'

De Franse filosoof Emmanuel Mounier was een van de grondleggers van het personalisme. De ervaring van de dood van zijn beste vriend toen hij 22 was, de ernstige ziekte die zijn dochtertje Francoise blijvend 'afwezig' maakte en de tragedie van de Tweede Wereldoorlog gaven Mounier een doorleefde blik op het mysterie van het lijden. Zijn brieven aan familie en vrienden tonen een diep menselijke weg, die ook vandaag kan helpen niet te vervallen in wanhoop of onverschilligheid maar 'ons voordeel te doen met de rijkdommen van het ongeluk dat ons treft.'

De volgende tekst is genomen uit de inleiding, geschreven door Michiel Peeters, bij Emmanuel Mounier's 'Over het lijden - brieven', in het Nederlands vertaald door Norbert van der Sluis:

Descartes noemde de Nederlanders 'een zeer werkzaam volk dat zich meer bekommert om zijn eigen zaken dan nieuwsgierig is naar die van anderen', waardoor hij als overal elders sterk omstreden filosoof, hier 'even eenzaam en teruggetrokken [kon] leven als in de meest afgelegen woestijnen'.(1)
Wij zijn geen volk van filosofen, aldus Mounier-kenner Van Weers: 'Meer van predikanten. Wij hebben wel filosofen van betekenis gehad, maar we luisterden meer naar onze theologen. Veel Nederlandse denkers zijn in de theologie beland, gezien onze religieuze verzuiling. Ook ons kleine taalgebied is geen excuus. Dat heeft ons immers niet verhinderd om theologische literatuur in grote hoeveelheden te produceren'. (2)
Waar dat aan ligt? Misschien aan onze traditioneel meer protestantse cultuur. Zonder leergezag wordt het geloof voorwerp van oneindige discussie (zozeer dat je niet of nauwelijks toekomt aan verificatie), dus aan theologie kon je altijd je handen vol hebben, terwijl Luther over de 'natuurlijke rede' weinig enthousiast was.(3) Verder lijkt veel moderne wijsbegeerte er alles aan gedaan te hebben antifilosofische vooroordelen te bevestigen. Chesterton stelde in 1933 dat de moderne filosofische systemen alle gebouwd zijn op de opoffering van in elk geval één simpele ervaringswaarheid; daarom heeft de hedendaagse mens het gevoel dat de wijsbegeerte hem oplicht - of minstens geheel van de werkelijkheid losgezongen en dus nutteloos is.(4)
Sinds Chesterton is er wat veranderd. Waarschijnlijk heeft het vaak misprezen neothomisme, dat Thomas intussen wel veel breder bekend maakte, eraan bijgedragen; misschien ook de nederig makende ervaring van de wereldoorlogen; hoe dan ook, in de twintigste eeuw komt er heel voorzichtig weer een wijsbegeerte op die er niet zozeer op uit is een perfect maar volslagen abstract systeem te creëren, maar, in de uitdrukking van Jean Guitton, het als redelijk beschouwt de rede te onderwerpen aan de ervaring.(5) Edmunt Husserl ('terug naar de dingen zelf') en Hannah Arendt ('nach-denken') behoren tot deze 'nieuwe realisten'. Te ontzent, Etty Hillesum (6). In Frankrijk allereerst Charles Peguy (7) en dan zijn leerling Emmanuel Mounier.
(...)

[1] R. Descartes, Vertoog over de methode (vert. H.C. Pos), Wereldbibliotheek: Amsterdam 1937, p. 124.
[2] G. van Weers (1930-1999), in: H. Drent, "Een filosoof moet zich met politiek bemoeien'. Hoge internationale onderscheiding, Prix Emmanuel Mounier, voor Rotterdamse filosoof dr. A.J.M. van Weers', in: Het Vrije Volk, 5 aug. 1989.
[3] Bijv.: 'Fürderhin lehret [der Sündenfall] uns, was Frau Hulde, die natürliche Vernunft, zu diesen Sachen sagt, geradezu als wüssten wir nicht, dass die Vernunft des Teufels Hure ist und nichts kann denn lästern und schänden alles, was Gott redet und tut. Aber ehe wir derselben Erzhure und Teufelsbraut antworten, wollen wir zuvor unseren Glauben beweisen' (Luther, Weimarer Ausgabe, WA XVIII, 164); 'Wer (...) Christ sein will, der (...) steche seiner Vernunft die Augen aus' (M. Luther, Gesamtausgabe in 25 Bänden (red. J.G. Walch), Concordia: St. Louis 1880-1910, dl. V, p. 452); 'Ich wenigstens glaube, Gott diesen Gehorsam zu schulden, gegen die Philosophie wüten (...) zu müssen' (Weimarer Ausgabe, WA LV1371).
[4] 'Sinds de moderne wereld begon in de zestiende eeuw, heeft niemands wijsgerig systeem nauwkeurig beantwoord aan ieders werkelijkheidszin: aan wat de normale mens, als men hem ongemoeid liet, het gezond verstand zou noemen. Elke filosoof begon met een paradox, met het zoeken van een persoonlijk uitgangspunt, dat het prijsgeven eiste van wat men een gezond standpunt zou noemen. (...) Men moest eenvoudig geloven, wat geen normaal mens, als het hem in zijn eenvoud plotseling was voorgehouden, geloven zou: zoals b.v. dat de wet boven het recht staat, dat het recht buiten de rede ligt, dat de dingen slechts zijn zoals we denken, dat alles relatief is tegenover een werkelijkheid die niet bestaat. De moderne wijsgeer doet als een oplichter: hij komt naar ons toe en zegt, dat, als we hem die kleinigheid toegeven, de rest gemakkelijk in orde komt; hij zal heel de wereld recht zetten, als we hem die ene kronkeling laten aanbrengen in de geest’ (G.K. Chesterton, De heilige Thomas van Aquino (vert. H. Reijnen), Foreholte: Voorhout 1934, p. 162-163).
[5] Vgl. J. Guitton, Nouvel art de penser, Aubier: Parijs 1946, p. 87.
[6] Vgl. haar dagboekaantekeningen van 16 maart 1941: 'Vroeger' begon ik op m'n nuchtere maag liefst met Dostojewski of Hegel en in een verloren, zenuwachtig moment stopte ik dan ook nog wel eens een kous, als het beslist niet anders kon. Nu begin ik, in de meest letterlijke zin des woords, met de kous en klim dan, via de andere noodzakelijke bezigheden van de dag langzaam op naar de top, waar ik weer dichters en denkers ontmoet'(Etty. De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943 (red. K.A.D. Smelik, G. Lodders, R.Tempelaars), Balans:Amsterdam 2002, p.24).
[7] De tot nu toe enige in het Nederlands uitgegeven complete tekst van Charles Peguy is Het portaal van het mysterie van de tweede deugd (vert. N. van de Sluis), Betsaida: 's-Hertogenbosch 2014.