In dit boek gaat de president van de Fraterniteit van Gemeenschap en Bevrijding in op één van de meest prangende vragen in dit door onzekerheid gedomineerde tijdperk: ‘Is er hoop?’ De impact met de harde werkelijkheid heeft heel onze menselijke behoefte naar boven laten komen. Zelfs en misschien nog wel meer in deze dramatische tijden lukt het ons hart niet zich tevreden te stellen met gedeeltelijke antwoorden en schreeuwt het zijn verlangen uit naar iets dat echt op het niveau is van de uitdaging. ‘Iets onvoorziens is onze enige hoop’, zei de dichter Eugenio Montale. De verkondiging van dit onvoorziene heeft in de geschiedenis weerklonken en liet de eersten die Jezus ontmoetten, opspringen. Sindsdien is het zaad van de hoop de wereld binnengegaan en blijft het in mensen wortel schieten; als je ze ontmoet, ontvlamt je hart en raakt het weer bezield. Je merkt dan een ‘vreemde positiviteit’ te hebben en durft het kwaad, het lijden en zelfs de dood het hoofd te bieden, uit kracht van een ervaring in het nu.