Joep (links) and Ralph

"Een niets uitsluitende omhelzing van het leven"

Ralph, priester in Tampa, Florida, vertelt over zijn tijd als seminarist waarin zijn ontmoeting met de Beweging en met don Giussani, zonder wie "ik mezelf niet zou zijn".
Ralph D'Elia

In een gesprek met een groep Memores Domini in 1991, zei don Giussani: "...het woord 'gezag' zou als synoniem het woord 'vaderschap' kunnen hebben, dat generativiteit betekent, generatie, het voortbrengen van een geslacht, van een levende stamboom. Die levende stamboom is mijn 'ik' dat overgenomen en anders wordt door de gezagsrelatie." Autoriteit als vaderschap. Zo'n idee was nog nooit bij me opgekomen tot ik deze woorden las. Maar als ik nadenk over mijn relatie met degenen die ik in de Beweging heb ontmoet en over het charisma van don Giussani dat wij beleven, kan ik met zekerheid zeggen dat ik deze relatie met autoriteit als vaderschap al enige tijd beleef.

Ik ontmoette de Beweging voor het eerst tijdens mijn eerste jaar in het seminarie, toen ik ermee worstelde te begrijpen wie ik was en wat mijn roeping voor mij kon betekenen. Het was in deze context dat ik volledig gefascineerd raakte door een van mijn professoren, een Memor, de Nederlander Joep, die was aangesteld als leraar Griekse en Romeinse geschiedenis voor de eerstejaars seminaristen. Ik had nog nooit iemand horen spreken zoals hij. Het was duidelijk dat hij iets had wat ik wilde: hij had een relatie met Christus. Dit was niet alleen relevant voor de geschiedenis die hij onderwees, maar ook voor wat er in de klas gebeurde, voor zijn relatie met zijn studenten, en voor elk aspect van zijn levenservaring.

Vanaf de eerste lesdag bij deze professor begon ik te volgen wat ik zo interessant in hem vond en leerde ik door hem en door de mensen in de gemeenschap die ik ontmoette don Giussani en zijn charisma kennen. Een van de eerste evenementen waarbij ik aanwezig was, was een picknick bij gelegenheid van de geboortedag van don Giussani. Ik herinner me dat ik sprak met degenen die kwamen om de verjaardag te vieren van een man die ze nooit persoonlijk hadden ontmoet. Ik herkende in hen hetzelfde wat ik in Joep herkende: een niets uitsluitende omhelzing van het leven. Een van mijn medeseminaristen heeft die dag een getuigenis afgelegd over hoe zijn relatie met don Giussani alles in het leven interessanter heeft gemaakt.

Ik volg de beweging nu al bijna tien jaar, inclusief mijn complete tijd op het seminarie. Ik heb vaak gedacht dat ik het seminarie misschien niet had gehaald als ik don Giussani niet had ontmoet - niet omdat er iets ontbrak aan het seminarieproces, maar omdat er iets ontbrak in mij. Ik miste een zeker zelfbewustzijn, waardoor ik me niet bewust was van de aanwezigheid van Christus buiten bepaalde momenten, zoals de mis, het gebed of retraites. Op die manier zag ik de wereld als een bedreiging en raakte ik vaak ontmoedigd.

Onlangs herlas ik mijn zelfevaluatie na mijn derde jaar theologiestudie (mijn vijfde jaar in totaal in het seminarie). In de inleiding stond ik stil bij de woorden van don Giussani tot paus Johannes Paulus II tijdens een bijeenkomst op het Sint-Pietersplein van verschillende kerkelijke stromingen. Don Giussani zei tegen de Heilige Vader: "Het was een eenvoud van hart die mij Christus deed aanvoelen en herkennen als uitzonderlijk, met die onmiddellijke zekerheid die optreedt bij de onaantastbare en onverwoestbare evidentie van factoren en momenten van de werkelijkheid die, wanneer ze eenmaal de horizon van onze persoon zijn binnengegaan, ons raken tot in het hart. Erkenning wat Christus is in ons leven, behelst dan de totaliteit van ons bewustzijn van het leven: 'Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven'. 'Heer God, in de eenvoud van mijn hart heb ik U vol vreugde alles gegeven', zegt een gebed uit de Ambrosiaanse Liturgie. Dat de erkenning waar is, ziet men vervolgens aan het feit dat het leven, op die manier, een ultiem, koppig vermogen tot vreugde heeft".

Ik bad deze woorden al een tijdje. "'Heer God, in de eenvoud van mijn hart heb ik U vol vreugde alles gegeven." Dit gebed staat niet alleen in de Ambrosiaanse Liturgie, maar ook als tweede antifoon in het getijdengebed op de zaterdag van week 1. Vaker wel dan niet voelde ik me wat ongemakkelijk bij het bidden ervan. Maar wat ik in mijn zelfevaluatie schreef over de woorden van don Giussani was de bekroning van een ervaring die begon in het eerste jaar van het seminarie en die zich tot op de dag van vandaag voortzet. Ik schreef: "Toen ik deze woorden op een nieuwe manier ontdekte, ging ik op zoek om Giussani's bewering in mijn eigen ervaring te verifiëren. Het resultaat is dat ik nu zie dat juist dit verrassende 'volhardende vermogen tot blijdschap' ten overstaan van alles wat ik de afgelopen vijf jaar van vorming heb meegemaakt, de bevestiging is van de aanwezigheid van Christus in mijn leven. Deze blijdschap is "het onaantastbare en onverwoestbare bewijs van factoren en momenten van de werkelijkheid" geworden, waardoor ik deze woorden en deze roeping als waar kan beoordelen."

Als de aanwezigheid van een ware autoriteit er niet was, wat voor anders dat in staat is mij zo te vormen dat mijn leven veranderd is zou mij dan kunnen helpen om mijzelf zo duidelijk te begrijpen? Zonder wat ik in de Beweging heb ontmoet zou ik mezelf niet zijn; ik zou niet vrij zijn om mijn hele leven te omarmen als een kans op een diepere band met Christus.

Don Giussani ging verder met de Memores te vertellen: "Daarom is gezag waar, of wordt het werkelijk als zodanig ervaren, wanneer het mijn vrijheid doet ontwaken, wanneer het mijn persoonlijk bewustzijn en persoonlijke verantwoordelijkheid, mijn persoonlijk bewustzijn en verantwoordelijkheid, activeert." Is dit niet wat er met mij gebeurd is? Vandaag kan ik don Giussani dus een echte vader noemen, een autoriteit die mij anders heeft gemaakt door mijn relatie met zijn charisma en de Beweging die het door de geschiedenis draagt. "Niemand brengt iets voort," legde don Giussani uit, "tenzij hij zelf is voortgebracht." Ik ben nu al bijna drie jaar priester, en ik dank God elke dag dat hij mij don Giussani heeft gegeven om een vader te zijn, om een zoon van mij te maken.