Titus Brandsma in zijn werkkamer in klooster Doddendaal (foto: NCI)

Titus Brandsma heiligverklaard

Zondag 15 mei is de Kerk 10 heiligen rijker geworden. Onder de door Paus Franciscus heilig verklaarden de Nederlandse carmeliet, hoogleraar en verzetsheld Titus Brandsma, op 26 juli 1942 in Dachau vermoord wegens volharde trouw aan zijn opdracht.

Uit de homilie van Paus Franciscus:

We hebben gehoord wat Jezus zijn leerlingen vertelde voordat hij deze wereld verliet en terugkeerde naar de Vader. Hij heeft ons gezegd wat het betekent christen te zijn: "Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkander liefhebben" (Joh 13,34). Dit is de erfenis die Christus ons heeft nagelaten, het ultieme criterium om te beoordelen of wij al dan niet waarlijk zijn discipelen zijn. Het is het gebod van de liefde. Laat ons even stilstaan bij twee essentiële elementen van dit gebod: Jezus' liefde voor ons - "zoals Ik u heb liefgehad" - en de liefde die Hij ons vraagt te betonen aan anderen - "zo moet gij elkander liefhebben".

Ten eerste, de woorden "zoals Ik u heb liefgehad". Hoe heeft Jezus ons liefgehad? Tot het uiterste, tot de totale gift van zichzelf. Het is treffend te bedenken dat Hij deze woorden sprak in die donkere nacht, toen de sfeer in de opperzaal er een was van diepe ontroering en bezorgdheid: diepe ontroering, omdat de Meester op het punt stond afscheid te nemen van zijn discipelen; bezorgdheid omdat Hij had gezegd dat een van hen Hem zou verraden. Wij kunnen ons het verdriet voorstellen dat het hart van Jezus vervulde, de donkere wolken die zich samenpakten in de harten van de apostelen, en hun bitterheid bij het zien van Judas, die, nadat hij de brok in ontvangst had genomen die de Meester voor hem had gedoopt, de kamer verliet om de nacht van het verraad in te gaan. Maar juist op het uur van zijn verraad, bevestigde Jezus zijn liefde voor de zijnen. Want temidden van de duisternis en de stormen van het leven, is dat het allerbelangrijkste: God houdt van ons.


(foto: Catholic Press Photo)

Broeders en zusters, moge deze boodschap de kern zijn van ons eigen geloof en van alle manieren waarop wij dat tot uitdrukking brengen: "...niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft bemind" (1 Joh. 4, 10). Laten we dit nooit vergeten. Niet onze bekwaamheden en onze verdiensten staan centraal, maar de onvoorwaardelijke, vrije en onverdiende liefde van God. Ons christelijk leven begint niet met leerstellingen en goede werken, maar met de verwondering die geboren wordt uit het besef dat wij geliefd zijn, nog vóórdat wij daarop reageren. Terwijl de wereld ons er dikwijls van probeert te overtuigen dat wij alleen gewaardeerd worden om wat wij kunnen voortbrengen, herinnert het Evangelie ons aan de echte waarheid van het leven: wij zijn geliefd. Een hedendaagse spirituele schrijver verwoordde het als volgt: "Lang voordat een mens ons zag, werden we gezien door Gods liefdevolle ogen. Lang voordat iemand ons hoorde huilen of lachen, werden we gehoord door onze God, die een en al oor voor ons is. Lang voordat iemand in deze wereld tot ons sprak, werden wij toegesproken door de stem van de eeuwige liefde" (H. Nouwen, Leven van de Geliefde). Hij heeft ons eerst liefgehad; Hij wacht op ons; Hij blijft ons liefhebben. Dit is onze identiteit: wij zijn de geliefden van God. Dit is onze kracht: wij zijn geliefd door God [...]

Lees verder op vatican.va (Engels)

Uit de toespraak van Paus Johannes Paulus II tot de Nederlandse, Duitse en Italiaanse pelgrims na de zaligverklaring van Titus Brandsma op 4 november 1985:
....
Door zijn sterk karakter, door zijn gedegen theologische vorming, door zijn diep geestelijk leven is pater Titus in staat geweest, ondanks zijn broze gezondheid, zijn omvangrijke activiteiten te ontplooien: zijn inzet voor de opbloei van zijn geliefde orde van de Karmel in zijn vaderland, zijn inspanning voor goed en authentiek katholiek onderwijs en voor een complete katholieke pers, zijn werk als wetenschappelijk en journalistiek schrijver en niet op de laatste plaats zijn functie als geestelijk raadsman en leidsman. Zo staat de edele figuur van de zalige Titus Brandsma ons voor de geest: onvoorwaardelijk trouw aan zijn roeping en aan de kloosterlijke observantie, gehoorzaam aan de opvolgers van de apostelen, de bisschoppen, en aan de opdracht die zij hem gaven en die hem tot de marteldood voerde, vol liefde voor allen, ook voor zijn vijanden, onkreukbaar in zijn wetenschappelijke arbeid, geheel overtuigd van de noodzaak van echt katholiek onderwijs en een waarachtig katholieke pers, onverzettelijk in zijn strijd tegen een ideologie die de beginselen van het geloof en de moraal aantastte. Daarom is pater Brandsma een lichtend en actueel voorbeeld voor de Kerk en de gelovigen van deze tijd, in het bijzonder in zijn vaderland.
....

(bron: Toespraak van Paus Johannes Paulus II)