Mykolaïv, Oekraïne. In de rij voor watervoorziening. ©Emilio Morenatti/AP/LaPress

Tanja's liefde

Uit Tracce, december 2022. Elena Mazzola, voorzitter van Emmaus in Kharkiv, vertelt over hoe de profetie van God's aanwezigheid onder ons bewaarheid wordt in het getuigenis van Tanja. Vergeving is nooit onmogelijk, zelfs niet temidden van oorlog en dood.
Elena Mazzola

Praten over vrede terwijl je huis al bijna driehonderd dagen wordt gebombardeerd lijkt absurd. Uiteraard wensen wij vrede: het is mijn grootste wens en die van onze Oekraïense vrienden met wie ik samenwoon. Voor ons is vrede de mogelijkheid om naar huis terug te keren, om terug te nemen wat ons van de ene op de andere dag met geweld is afgenomen, om terug te vinden wat er over is van ons vorige leven.

We waren er ook bij in Rome voor de ontmoeting met de paus, met enkele vrienden uit de Oekraïense gemeenschap die nu vluchteling zijn in Italië. We waren met ongeveer zeventig personen, plus enkele van onze Russische vrienden. We wilden de pelgrimstocht samen beleven en samen hoorden we hoe de paus ons vroeg hem te vergezellen in de profetie voor de vrede. Maar we zijn in oorlog, we leven elke dag in de oorlog, niet de oorlog waarvan "we hopen dat die niet uitbreekt", die ons niet persoonlijk raakt, maar een oorlog waarin we vrienden aan het front hebben, vrienden die in de strijd zijn omgekomen, vrienden die maandenlang zijn gebombardeerd, terwijl degenen van ons die hier zijn zich voelen alsof we in ballingschap zijn - we weten niet of en wanneer we naar huis kunnen terugkeren.
Het is heel moeilijk om onderling over vrede te praten, en nog moeilijker om over vergeving te praten: dit zijn zeer ernstige woorden die we niet kunnen verdragen als ze ongenuanceerd klinken. Het gaat veeleer om onze behoefte aan Christus, aan zijn blik op ons, op onze pijn.

Misschien dat we daarom het verzoek van de paus in Rome om "praktische hulp" luid en duidelijk hebben gehoord: "Christus, Heer van de vrede!" De weg die wij gaan, wat wij kunnen doen, is een relatie leven met Hem die ons heeft gevonden en ons op een onvoorstelbare en zeer krachtige manier heeft samengebracht dankzij het charisma van don Giussani. Dat is het leven van de beweging, de kerk. Voor mij is het leven van de vredesprofetie met mijn Oekraïense vrienden het verifiëren dat wij van Christus zijn en dat Christus elke dag alles is. Zoals don Giussani ons leerde toen hij sprak over profetie in de wereld: "Profeten zijn betekent voor iedereen uitroepen (voor-zeggen), voor iedereen uitroepen dat Christus alles is. En zeggen 'Christus is alles' is profeten van de toekomst zijn: want als Christus alles is, hoe zit het dan met jullie verraad van vandaag en gisteren? Daarom heeft profetie de neiging het leven van vandaag te veranderen, zodat de hel van morgen, de onzin van morgen, niet gebeurt."

Daarom begrijp ik dat de paus, door ons om hulp te vragen, de profetie voor de vrede in verband brengt met wat "de aanwezigheid van God in de armen aangeeft." Laat me dit uitleggen met een voorbeeld. Tanja is een van mijn Emmaus-meisjes. Zij werd geboren met een lichte handicap en groeide op in een weeshuis vanwege tragische familiegebeurtenissen: toen zij zes jaar oud was, hing haar vader zich op en een jaar later stierf ook haar moeder, vermoord door haar nieuwe partner.
Men zou over Tanja kunnen spreken met de exacte woorden van de paus: "verlaten, kwetsbaar, niet mee tellend in de sociale constructie." In een discussie waarin mensen betoogden dat vergeving onmogelijk is en dat haat tegen de vijand, dat wil zeggen alle Russen, gerechtvaardigd is, zei Tanja: "Toch had ik in mijn ontmoeting met Emmaüs zo'n grote ervaring van liefde dat ik de man die mijn moeder vermoordde kon vergeven." Onze gemeenschap volgt Tanja's ervaring omdat de profetie van Gods aanwezigheid onder ons in haar leeft. In het licht van haar ervaring is het gemakkelijk in te zien dat vrede de aanwezigheid van God in het leven is, zodat Hij in het leven zelfs in staat is oorlog binnen te gaan.

Elena Mazzola (links), voorzitter van ''Emmaus'', Kharkiv

We hopen op de ervaring van liefde die Tanja had; we vertellen iedereen over deze mogelijkheid en we maken het tot een herinnering, ieder volgens de details van zijn of haar persoonlijke verhaal, een verhaal van dezelfde ervaring van liefde die Tanja had - we hebben vrienden die ons gratis hun huis hebben gegeven, vrienden die ons eten brengen, anderen die ons helpen werk te vinden; er zijn vrienden en vrienden van vrienden en vreemden die ons hun tijd, spullen en geld hebben gegeven, en die we niet eens konden bedanken omdat deze liefdadigheid "naamloos" was; of, beter gezegd, door vele namen sprak slechts één naam: Christus. "Christus, Heer van de Vrede!" Er is een liefde zo groot, zo echt en allesomvattend, dat ze er op een gegeven moment zelfs toe kan leiden dat je degenen die je leven onherstelbaar hebben verwoest wilt vergeven.

In dit licht zijn de woorden die mij in deze tijd het meest hebben geholpen die welke de paus tot zijn jezuïetenbroeders in Kazachstan heeft gericht: "Het gaat mij er niet om dat u de paus verdedigt, maar dat het volk zich verzorgd voelt door u, die de broeders van de paus bent." En: "De paus wordt niet boos als hij verkeerd begrepen wordt," zei hij over zichzelf, "omdat ik goed weet welk lijden erachter schuilgaat." Het is dezelfde liefde die in Tanja's leven werkelijkheid werd toen zij door Emmaüs werd opgenomen, die voor zovelen van ons in deze maanden werkelijkheid is geworden: het is een streling, het is "het helpen van hen die lijden", het is al deze naastenliefde waarin het hart erkent dat het God is die ons nabij is, want, zoals Franciscus concludeerde, "Gods stijl is nabijheid." Wat dus gebeurt is dat - terwijl er objectief gezien geen vrede is - er vrede is in ons en onder ons omdat de aanwezigheid van Christus sterker is dan elke dood.