Paolo Benanti (Catholic Press Photo)

"Hé Bing, wat is de betekenis van alles?"

De vraag naar religieuze betekenis in het licht van kunstmatige intelligentie. Voor professor Paolo Benanti "is het opmerkelijke niet het meer of minder zinnige antwoord, maar dat mensen nog steeds die vraag hebben."
Stefano Filippi

De verleiding is onweerstaanbaar: een door kunstmatige intelligentie aangestuurde chatroom de vraag stellen die don Giussani "de vraag naar de religieuze zin" noemt, namelijk "wat is de zin van alles?". Het antwoord van Bing is beleefd maar teleurstellend: "Het spijt me, maar ik heb uw vraag niet helemaal begrepen. Kunt u mij alstublieft meer details geven of uw vraag beter contextualiseren? Dank u!" Is er een verband tussen kunstmatige intelligentie en religieus besef? Kan dit "integrale aspect van het gedrag van de mens van alle tijden dat de neiging heeft om alle menselijke activiteit te beïnvloeden" (in de woorden van Giussani) worden geholpen door de technologische hulpmiddelen die steeds meer intellectuele en operationele functies gaan vervangen die tot nu toe als typisch voorbehouden aan menselijke activiteiten werden beschouwd? Dit was een provocatie voor pater Paolo Benanti, 49 jaar, derde orde franciscaan en professor aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana waar hij werkt aan ethiek, bio-ethiek en ethiek van technologieën.

Is kunstmatige intelligentie een hulp of een obstakel in de zoektocht naar antwoorden op de grote zingevingsvragen?
Ik zou proberen fouten te vermijden die in het verleden zijn gemaakt, namelijk om tegen Galileo's telescoop te zijn omdat je God niet kunt zien. Naar mijn mening is het probleem in de vraag die aan de chat is gesteld de vraag, niet het antwoord.

Wat bedoelt u?
Galileo hield ons voor dat hoe de hemel werkt één zaak betreft, iets anders is hoe je bij de hemel komt. Vermoedelijk, als de mens aan Bing vraagt wat het nut van alles is, is het opmerkelijke niet het min of meer zinnige antwoord van Bing, maar dat de mens die vraag, in de tijd van Bing, nog steeds heeft.

Dat wil zeggen, het voortbestaan van zingevingsvragen is wat het verschil maakt tussen mens en machine.
Ja. Dat neemt niet weg dat mensen genoegen kunnen nemen met de verkeerde antwoorden of de betekenis of de kern van die vragen kunnen vertroebelen. Deze vragen moeten niet aan kunstmatige intelligentie worden gesteld. In feite hebben we van kunstmatige intelligentie een afgod gemaakt, en de Bijbel is zich zeer bewust van afgoden. We hebben genoegen genomen met stukken marmer die zwijgen en niet spreken, we zouden het nog beter kunnen doen met deze simulacra die menselijke geluiden lijken uit te zenden. Ik blijf erbij dat het probleem zit in het hart van de mens die neerknielt voor een nieuw kalf dat niet van goud is maar van silicium.

Kunstmatige intelligentie is echter geen obstakel voor ultieme vragen.
Op zichzelf garandeert niets dat het een obstakel is, net zoals niets garandeert dat het een facilitator is. Nogmaals, het probleem ontstaat in het menselijk hart, en dat is de religieuze zin. Anders maken we dingen autonomer, we gaan er menselijke eigenschappen aan toekennen, en we verdwalen. Zoals don Giussani zegt is een voorwaarde om te geloven in God dat we de menselijke conditie serieus nemen. Aangezien de mens, zoals de kerkvaders zeiden, capax Dei is, is er behoefte aan dit standpunt. Het neemt de mens in beslag. Welnu, in sommige niet aan kunstmatige intelligenties gekoppelde stromingen die vandaag de dag heersen, vooral sommige stromingen van het posthumanisme, gelooft men dat we zonder de mens kunnen. Als Grotius etsi Deus non daretur redeneerde, dat wil zeggen alsof God niet zou bestaan, dan zou een tijdgenoot van ons etsi homo non daretur kunnen argumenteren, alsof de mens niet zou bestaan. Dit is echter geen probleem van kunstmatige intelligentie, maar van jouw positie ten opzichte van de mens. En dus, als je niet in staat bent om het verschil tussen iets dat werkt en iemand die bestaat te bespreken of te herkennen, wordt het duidelijk dat de vraag die gesteld wordt door iemand die bestaat geen betekenis meer heeft. Je kunt een technisch hulpmiddel zoals kunstmatige intelligentie niet vragen om vragen over het leven te beantwoorden, net zo min als je Galileo's telescoop zou kunnen vragen om God te onthullen. Dat zou een anti-realistische houding zijn.

Zijn we op weg naar een mechanisering van de menselijke ervaring?
Mechanisatie is al een interpretatie die sommige mensen aan deze technologie geven. Ik denk bijvoorbeeld niet dat mensen die kantoorwerk doen en een computer gebruiken voor hun taken aan het "mechaniseren" zijn. Net zoals ik niet denk dat een arbeider aan de lopende band die zijn leven minder in gevaar ziet omdat sommige productieprocessen door robots worden uitgevoerd in plaats van door hem, een mechanisering van zichzelf ziet. Het is waar dat er een punt is waar de vraag naar betekenis opkomt, waar we ons afvragen wat we kunnen doen met alles wat we technisch kunnen. Hier raken we aan de uiteindelijke factoren zoals vrijheid, de bredere en diepere categorieën van mens-zijn. Kan ik alles doen wat ik met technologie kan doen? Een hamer uit zichzelf beweegt niet, doet niemand pijn. Natuurlijk kan ik hem gebruiken om iemand te slaan, maar het probleem ben ik, niet de hamer. Als we het hebben over betekenis, dan ligt dat altijd in de menselijke kant van de relatie.

Een triviaal voorbeeld: het delegeren van het zoeken naar de juiste weg aan een GPS-navigator kan ervoor zorgen dat mensen geheugencapaciteit verliezen. Dit betekent dat technologie bepaalde menselijke vermogens kan verzwakken. Loopt het religieuze zintuig ook het risico te verzwakken in het tijdperk van kunstmatige intelligentie?
De vraag naar zingeving is een vraag naar het waarom hier en nu. Het is waar dat machines kunnen ingrijpen in ons vermogen om problemen op te lossen. Je geeft het voorbeeld van GPS, maar het is ook een alledaagse ervaring om telefoonnummers te vergeten die eenmaal zijn opgeslagen op een mobiele telefoon. Om echter te zeggen dat het vermogen om door de ruimte te navigeren of getallen te onthouden gelijk is aan de kwestie van betekenis is iets wat we niet kunnen bevestigen of denken, omdat het zou betekenen dat het onze menselijke natuur zou kunnen aantasten. En dat is ondenkbaar. We zijn mensen en blijven mensen. Dat garandeert niet dat we zingevingsvragen stellen en de worsteling of spirituele uitdaging ervaren om de antwoorden te vinden. Maar onze menselijke natuur is niet veranderd.