WJD: "Jezus kent je hart, Hij zegt tegen je: wees niet bang"
Homilie van Paus Franciscus tijdens de H. Mis met jongeren op de Wereldjongerendag (Parque Tejo, zondag 6 augustus)Na deze spannende dagen hebben we zeker zin om de woorden van de apostel Petrus op de berg van de Gedaanteverandering te herhalen: "Heer, het is goed dat we hier zijn!" (Mat. 17,4). Inderdaad, hoe goed is het geweest om deze ervaring met Jezus en met elkaar te delen en samen te bidden met vreugdevolle harten. Nu kunnen we ook een belangrijke vraag stellen: Wat nemen we mee terug als we ons dagelijks leven hervatten?
Ik zou deze vraag willen beantwoorden met drie werkwoorden uit het evangelie dat we gehoord hebben: stralen, luisteren en niet bang zijn. Wat nemen we mee terug? Ik zou willen antwoorden met deze drie woorden: stralen, luisteren en niet bang zijn.
Het eerste: stralen. Jezus is van gedaante veranderd. Het evangelie vertelt ons: "Zijn gezicht straalde als de zon" (Mat. 17,2). Kort daarvoor had hij zijn passie en kruisdood voorspeld, waarmee hij het beeld van de discipelen van een machtige en wereldse Messias had verbrijzeld en hun verwachtingen had teleurgesteld. Om hen nu te helpen het liefdevolle plan te omarmen dat God voor ieder van ons heeft, neemt Jezus drie van de discipelen mee, Petrus, Jakobus en Johannes, en leidt hen de berg op, waar hij van gedaante wordt veranderd. Door deze schitterende uitbarsting van licht bereidt Jezus de discipelen voor op de donkere nacht van de Passie.
Beste jonge vrienden, vandaag hebben ook wij iets van deze uitbarsting van licht nodig, zodat het ons met hoop kan vullen als we de vele mislukkingen van elke dag en de duisternis die ons in het leven overvalt onder ogen zien en erop reageren met het licht van de verrijzenis van Jezus. Want hij is het licht dat nooit ondergaat, het licht dat zelfs in het holst van de nacht schijnt. Zoals de priester Ezra zei: God heeft onze ogen verlicht (vgl. Ezra 9,8). Onze God verlicht: hij verlicht ons zicht, ons hart, ons verstand, ons verlangen om iets met ons leven te doen. Het licht van de Heer schijnt altijd.
Toch wil ik je vertellen dat we geen licht uitstralen door onszelf in de schijnwerpers te zetten, want dat soort licht is verblindend. Nee, we kunnen anderen niet verlichten door een perfect, goed geordend, verfijnd beeld van onszelf te projecteren, of door krachtig en succesvol te lijken, sterk maar zonder licht. Nee, we stralen licht uit - we schijnen - door Jezus in ons hart te verwelkomen en leren lief te hebben zoals Hij. Liefhebben zoals Jezus: dat is wat ons laat stralen, wat ons liefdevol werk laat doen. Vrienden, ik vertel jullie de waarheid: wanneer je liefdevolle werken doet, word je licht. Maar op het moment dat je ophoudt van anderen te houden en egocentrisch wordt, doof je je licht.
Het tweede werkwoord is luisteren. Op de berg overschaduwt een heldere wolk de discipelen. En wat vertelt het ons, deze wolk van waaruit de Vader spreekt? "Dit is mijn Zoon, de Geliefde... luister naar hem!" (Mat. 17:5). Luister naar hem. Luisteren naar Jezus, dat is het geheim van het leven. Luister naar wat Jezus tegen je zegt. "Maar ik weet niet wat hij tegen mij zegt". Wel, neem de evangeliën en lees daarin wat Jezus zegt, wat hij tegen je hart zegt. Want hij heeft de woorden van eeuwig leven voor ons, hij onthult dat God onze Vader is, dat God liefde is. Hij wijst ons de weg van de liefde. Luister naar Jezus, anders zullen we, zelfs als we met goede bedoelingen op weg gaan langs paden die van liefde lijken te zijn, uiteindelijk worden gezien als egoïsme vermomd als liefde. Wees voorzichtig met egoïsme vermomd als liefde! Luister naar Jezus, want hij zal je laten zien welke paden de paden van liefde zijn. Luister naar Hem.
Het eerste woord: stralen, dus stralend zijn; dan, luisteren om niet de verkeerde weg in te slaan; tot slot het derde woord: niet bang zijn. Wees niet bang. We komen deze woorden vaak tegen in de Bijbel, in de evangeliën: "Wees niet bang". Dit waren de laatste woorden die Jezus tot de discipelen sprak op het moment van de Gedaanteverandering: "Wees niet bang!" (Mat. 17,7).
Als jonge mensen hebben jullie deze dagen van vreugde beleefd - ik wilde zeggen van glorie, en onze ontmoetingen zijn inderdaad een soort glorie geweest. Jullie hebben grote dromen, maar zijn vaak bang dat ze niet zullen uitkomen; soms denken jullie dat jullie de uitdaging niet aankunnen, wat een soort pessimisme is dat ons soms kan overweldigen. Als jongere kun je in deze tijd in de verleiding komen om de moed te verliezen, te denken dat je tekortschiet of je pijn te verhullen met een glimlach. Als jongeren willen jullie de wereld veranderen - en het is heel goed dat jullie dat willen - jullie willen werken voor gerechtigheid en vrede. Jullie besteden hier al jullie energie en creativiteit aan, maar het lijkt nog steeds niet genoeg. Toch hebben de Kerk en de wereld jullie, de jongeren, net zo hard nodig als de aarde regen nodig heeft. Tot jullie allemaal, beste jongeren, die het heden en de toekomst zijn, ja tot jullie allemaal, zegt Jezus nu: "Wees niet bang", "Wees niet bang!".
Nu, in een kort moment van stilte, herhaalt ieder van jullie deze woorden, in je eigen hart: "Wees niet bang!"
Beste jonge mensen, ik zou in de ogen van ieder van jullie willen kijken en zeggen: Wees niet bang. Ik zal jullie nog iets anders vertellen, ook heel mooi: het is niet langer ik, maar Jezus zelf die nu naar jullie kijkt. Hij kent elk van jullie harten, elk van jullie levens; hij kent jullie vreugden, jullie zorgen, jullie successen en mislukkingen. Hij kent jullie hart. Vandaag zegt Hij tegen jullie, hier in Lissabon, op deze Wereldjongerendag: "Wees niet bang, heb moed, wees niet bang!".
Lees de andere toespraken van de apostolische reis naar Portugal (Engels)