Kardinaal Baltazar Enrique Porras Cardozo in Rimini (foto: Meeting Archive)

Venezuela: "Ondanks de vermoeidheid zijn we blije christenen"

Over de tentoonstelling gewijd aan de zalige José Gregorio Hernández, zijn eerste bezoek aan de Meeting, de uitdagingen van een land in crisis. Een interview met Kardinaal Baltazar Enrique Porras Cardozo, aartsbisschop van Caracas.
Maria Acqua Simi

Een van de mooiste verrassingen op de recente bijeenkomst in Rimini was de tentoonstelling gewijd aan de zalige José Gregorio Hernández. De Venezolaanse arts - geboren op 26 oktober 1864 en zalig verklaard op 30 april 2021 - heeft zich altijd ingezet voor de armen en voor vrede in een wereld die verscheurd was door de Eerste Wereldoorlog. Zijn leven, gewijd aan geneeskunde en wetenschap, was niet zonder lijden: door zijn slechte gezondheid kon hij geen priester worden. Als derde orde franciscaan werd hij een "rondtrekkende contemplatieve", en bleef zorgen voor de zieken en de armsten van de armsten. De tentoonstelling, die een beeld geeft van zijn leven en werk, werd ook door het bisdom Caracas zeer gewaardeerd en er werd naar uitgekeken, zozeer zelfs dat kardinaal Baltazar Enrique Porras Cardozo, aartsbisschop van de Venezolaanse hoofdstad, persoonlijk naar Italië kwam om de tentoonstelling te bekijken. "Ik heb er de tijd voor genomen: Ik wilde deze reis maken. Ik keer terug naar huis en koester deze kostbare momenten van authentieke broederschap."

U bent hier voor de eerste keer: wat heeft de Meeting voor u betekend?
Het is een prachtige ervaring. Je leert hier veel dingen en je ziet dat "het menselijk bestaan een onuitputtelijke vriendschap is" voor je ogen gebeuren. Ik heb de gelegenheid gehad om tentoonstellingen en stands te bezoeken en mensen te ontmoeten. Ik geloof dat de Meeting en de beweging van CL een hulp zijn, niet alleen voor de Kerk, maar voor de hele wereld, om haar broederlijker te maken. Ze helpen eenheid te scheppen. Het is niet gemakkelijk om vrede in de wereld op te bouwen, het is een lang proces dat moet beginnen vanuit het hart van elke persoon. En het is een proces dat altijd rekening moet houden met het respect en de waardigheid van de ander. Zoals paus Franciscus zegt, moeten de gemarginaliseerden centraal staan, zij die aan de grenzen leven en niet zij die aan de macht zijn. Het zijn de meest kwetsbaren die vragen om vriendschap, gerechtigheid en hoop, terwijl de wereld vandaag geteisterd wordt door oorlog en geweld. Hier op de Meeting zie ik een prachtige poging om deze broederschap te creëren. Daarom kom ik terug.

De tentoonstelling over de zalige José Gregorio Hernández was een van de meest bezochte...
Al die mensen die gewerkt hebben om de tentoonstelling mogelijk te maken, de vrijwilligers, degenen die in de zon op de parkeerplaatsen staan maar altijd vrolijk zijn... het is prachtig. De tentoonstelling is echt een geschenk en ik ben blij dat u de figuur van de zalige Hernández ook in Italië hebt kunnen leren kennen, want deze dokter is echt geliefd, niet alleen in Venezuela, maar in heel Latijns-Amerika! Ik denk dat zijn onvermoeibare bijdrage aan de vrede, zijn toewijding aan de armen in wie hij het gezicht van God zag en zijn authentieke geloof nog steeds een actuele boodschap zijn voor iedereen. Iedere gelovige zou de weg van José Gregorio moeten volgen: een leek die verliefd is op Christus. Ik moet zeggen dat ik iets van zijn geest zie in de mensen van de Meeting.

Degenen die de tentoonstelling hebben gezien, hebben ook meer geleerd over Venezuela. Kunt u ons ook helpen? Hoe is de situatie vandaag en welke rol speelt de Kerk?
De sociaal-politieke situatie is erg moeilijk. Vandaag de dag zijn de omstandigheden in mijn land moeilijk: je kunt geen werk vinden, er is een tekort aan basisvoorzieningen. Het is niet gemakkelijk om zo te leven en te getuigen van het christendom. Maar wij, als Kerk, hebben ervoor gekozen om met iedereen samen te werken - NGO's, instellingen en partijen, zonder onderscheid - voor het welzijn van onze mensen. Daarom is de Kerk in Venezuela nog steeds zeer geliefd bij de mensen. Wat eenheid creëert is de erkenning van de waardigheid van de persoon, en dus kunnen we van daaruit, werkend aan respect voor mensenrechten, beginnen iets te doen. We streven ernaar dicht bij de mensen te staan door te helpen bij projecten die toegang tot medische zorg, voedsel en water, onderwijs en opleiding garanderen, of door te helpen bij het zoeken naar werk. We leven dicht bij onze mensen, we zijn niet afstandelijk. Dit maakt de Kerk van Venezuela tot een levende en geloofwaardige Kerk.

Hebben alle moeilijkheden waarmee uw volk te maken heeft hun vertrouwen in de goede God niet ondermijnd?
Nee, integendeel! Het geloof is versterkt, maar ook de vreugde. Vreugde is mogelijk zelfs wanneer de dingen niet goed gaan, omdat de vermoeidheid ons allen gelijk maakt voor God. Wij bisschoppen en kardinalen beschouwen onszelf niet 'boven anderen', we werken samen met allen, voor allen. Synodaliteit is een echte weg, lang geleden ingeslagen door de Kerk van Latijns-Amerika. Paus Franciscus heeft ons dit laten zien in Aparecida (in 2007 leidde Bergoglio, toen aartsbisschop van Buenos Aires, het werk van de 5e Bisschoppelijke Conferentie van Latijns-Amerikaanse landen); met Evangelii gaudium, dat een grote mogelijkheid opent voor vrede in de wereld.

De paus spreekt over creativiteit voor vrede: hoe interpreteert u dit?
Om creatief te zijn moet je allereerst veel respect hebben voor de ander, hem observeren, naar hem luisteren, hem verwelkomen. Dan kunnen we een manier vinden. Voor ons in Latijns-Amerika en Venezuela is dit normaal, omdat voor ons de relatie met de 'ander' het dagelijks leven is, aangezien er onder onze mensen een zeer rijke diversiteit is.

Laten we het hebben over een pijnlijk feit: de exodus van miljoenen Venezolanen. Hoe zorg je voor hen, op hun reis, voor hun geloof, zelfs duizenden kilometers ver weg?
Ja, het is inderdaad een pijnlijke wond. Miljoenen mensen hebben het land verlaten en onder hen veel religieuze mannen en vrouwen. Maar ik wil me richten op de andere kant van de medaille die niemand ooit ziet. Vandaag zijn ze allemaal getuigen van het geloof in Amerika, in Europa, in Australië, in Azië... in alle plaatsen waar ze zijn gaan wonen. Venezolaanse emigranten, waar ze ook aankomen, gaan eerst op zoek naar de kerk. Ze kunnen in moeilijkheden verkeren, maar het eerste punt is dat ze op zoek gaan naar de christelijke gemeenschap omdat hun geloof groot is. En ze zoeken het niet alleen om materiële steun te vinden, maar omdat het geloof van mijn volk echt groot is. Wat we in Venezuela hebben gezaaid, gaat niet voor altijd verloren. Emigranten worden missionarissen, getuigen van Jezus als ze de wereld intrekken. En dit geldt voor de religieuzen, maar ook voor de leken: omdat mijn volk graag en goed werkt. Er zijn bijvoorbeeld veel Venezolaanse artsen in het buitenland, die zeer gewaardeerd worden. Waar ze aankomen zijn ze een hoop, want onze cultuur die zo open is, is een geschenk voor iedereen.

En voor degenen die blijven?
Zij die blijven moeten elke dag opnieuw beginnen. Op dit moment trekken jongeren weg, ze verlaten het land, en het grote probleem is dat grootouders, ouderen, blijven, en ze zijn vaak alleen. Ze dragen een grote wond met zich mee: ze voelen zich in de steek gelaten, soms steken depressies en verdriet de kop op. Hoe kunnen we hen helpen? We proberen het met nabijheid, concrete en spirituele hulp, maar ook door samen te werken met instellingen. Het is niet gemakkelijk, maar het is mogelijk. In Caracas proberen we het elke dag.

Hoe ziet het dagelijks leven van een kardinaal-aartsbisschop van Caracas eruit?
Als ik 's ochtends wakker word, is het eerste wat ik doe een moment van stilte en persoonlijk gebed waarin ik voor de Heer kan staan. Meteen daarna beginnen de bezoeken aan de mensen, de bijeenkomsten voor de vorming van geestelijken en leken, de dialogen met instellingen: van de universitaire en culturele wereld tot politici, ondernemers en NGO's. Ik streef naar een respectvolle en vrije relatie met iedereen. Ik besteed ongeveer veertien uur per dag aan deze ontmoetingen, omdat ze kostbaar zijn voor mij en voor mijn volk.

Heeft u zich ooit alleen gevoeld?
Nee, Godzijdank zijn er veel vrienden die me vergezellen. Bisschoppen, priesters, leken, vrienden, mannelijke en vrouwelijke religieuzen... Ze gaan allemaal naar de armen, met veel vreugde en groot geloof, om menselijk gezelschap te brengen, om Jezus te brengen. Ik leer van hen en met hen ben ik nooit alleen.