"Opdat het middellandse zeegebied weer een laboratorium van vrede wordt"

De woorden van de Heilige Vader tijdens de slotzitting van de "Rencontres Méditerranéennes" (Marseille, 23 september 2023)
Paus Franciscus

Mijnheer de Voorzitter,
Dierbare broeders in het bisschopsambt,
Geachte burgemeesters en autoriteiten die steden en gebieden aan de Middellandse Zee vertegenwoordigen,
Beste vrienden allemaal!


Ik bied u mijn hartelijke groeten aan en ik ben ieder van u dankbaar dat u de uitnodiging van kardinaal Aveline om deel te nemen aan deze bijeenkomsten heeft geaccepteerd. Ik dank u voor uw werk en de waardevolle reflecties die u hebt gedeeld. Na Bari en Firenze gaat de reis ten dienste van de mediterrane volkeren verder: ook hier zijn kerkelijke en burgerlijke leiders bijeen, niet om zich bezig te houden met wederzijdse belangen, maar bezield door het verlangen om te zorgen voor mannen en vrouwen. Bedankt voor het betrekken van jonge mensen, die het heden en de toekomst van de Kerk en de samenleving zijn.

Marseille is een zeer oude stad. Ze werd gesticht door Griekse zeelieden uit Klein-Azië en volgens de legende is de stad het resultaat van een liefdesverhaal tussen een geëmigreerde zeeman en een inheemse prinses. Vanaf het begin heeft de stad een divers en kosmopolitisch karakter: ze verwelkomt de rijkdommen van de zee en geeft een thuis aan hen die er geen meer hebben. Marseille vertelt ons dat, ondanks moeilijkheden, samenleven mogelijk is, en een bron van vreugde is. Op de kaart lijkt het bijna een glimlach tussen Nice en Montpellier. Zo zie ik het graag: Marseille als "de glimlach van de Middellandse Zee". Daarom wil ik u enkele gedachten meegeven rond drie aspecten die Marseille kenmerken, drie symbolen: de zee, de haven en de vuurtoren.

1. De zee. Een stroom van volkeren heeft van deze stad een mozaïek van hoop gemaakt, met zijn grote multi-etnische en multiculturele traditie, vertegenwoordigd door de meer dan zestig consulaten op zijn grondgebied. Marseille is zowel een veelzijdige als een aparte stad, want het is deze diversiteit, het resultaat van een ontmoeting met de wereld, die haar geschiedenis uniek maakt. Tegenwoordig horen we vaak dat de geschiedenis van het Middellandse Zeegebied een aaneenschakeling is van conflicten tussen verschillende beschavingen, religies en visies. Laten we de bestaande problemen niet negeren, maar laten we ons ook niet laten misleiden: de uitwisselingen tussen de volkeren hebben van het Middellandse Zeegebied de bakermat van de beschaving gemaakt, een zee die overloopt van schatten, zodanig, dat het, zoals een groot Frans historicus schreef, "niet één landschap is, maar ontelbare landschappen. Niet één zee, maar een opeenvolging van zeeën... al duizenden jaren stroomt er van alles in, wat haar geschiedenis compliceert en verrijkt" (F. BRAUDEL, La Méditerranée, Parijs 1985, 16). Onze zee (mare nostrum) is een plaats van ontmoeting: tussen de Abrahamitische godsdiensten; tussen het Griekse, Latijnse en Arabische denken; tussen wetenschap, filosofie en recht; en tussen vele andere werkelijkheden. Ze heeft aan de wereld de verheven waarde van de mens overgebracht, begiftigd met vrijheid, open voor de waarheid en in nood aan verlossing, die de wereld ziet als een wonder dat ontdekt moet worden en als een tuin die bewoond moet worden, onder het stempel van een God die verbonden sluit met mannen en vrouwen.

Een groot burgemeester zag in het Middellandse Zeegebied geen kwestie van conflict maar een antwoord van vrede, inderdaad "het begin en de basis van vrede tussen alle naties van de wereld" (G. LA PIRA, Opmerkingen bij de Afsluiting van het Eerste Mediterrane Colloquium, 6 oktober 1958). Hij zei: "Het antwoord... is mogelijk als we nadenken over de gemeenschappelijke, en, om zo te zeggen, permanente roeping die de Voorzienigheid in het verleden heeft toegekend, in het heden toekent, en, in zekere zin, in de toekomst zal toekennen aan de volkeren en naties die leven aan de oevers van dit mysterieuze vergrote Meer van Tiberias dat de Middellandse Zee is" (Toespraak bij de Opening van het Eerste Mediterrane Colloquium, 3 oktober 1958). Ten tijde van Christus had het Meer van Tiberias, of het Meer van Galilea, een concentratie van verschillende bevolkingsgroepen, geloofsovertuigingen en tradities. Precies daar, in het "Galilea van de heidenen" (vgl. Mt 4,15), dat doorkruist werd door de Zeeroute, vond het grootste deel van het openbare leven van Jezus plaats. Een veelzijdige en in veel opzichten instabiele context was de plaats voor de universele verkondiging van de zaligsprekingen, in de naam van een God die Vader van allen is, die "zijn zon laat opgaan over kwaden en goeden, en regen zendt over rechtvaardigen en over onrechtvaardigen" (Mt 5,45). Dit was ook een uitnodiging om de grenzen van het hart te verleggen en etnische en culturele barrières te overwinnen. Hier is dan het antwoord dat van de Middellandse Zee komt: deze eeuwigdurende Zee van Galilea spoort ons aan om de verdeeldheid van conflicten tegenover het "samenleven van verschillen" te stellen (T. BELLO, Benedette inquietudini, Milaan 2001, 73). Onze zee, op het kruispunt van Noord en Zuid, Oost en West, brengt de uitdagingen van de hele wereld samen, zoals blijkt uit de "vijf oevers" waarover u hebt nagedacht: Noord-Afrika, het Nabije Oosten, de Zwarte Zee en de Egeïsche Zee, de Balkan en Latijns-Europa. Het is een voorpost van uitdagingen die iedereen aangaan: laten we denken aan het klimaat, waarbij de Middellandse Zee een hotspot is waar veranderingen sneller worden gevoeld. Hoe belangrijk is het om de lappendeken van de Middellandse Zee, een unieke schatkamer van biodiversiteit, te beschermen! Kortom, deze zee, een omgeving die een unieke benadering van complexiteit biedt, is een "spiegel van de wereld" en draagt in zich een wereldwijde roeping tot broederschap, een unieke roeping en de enige manier om conflicten te voorkomen en te overwinnen.

Broeders en zusters, temidden van de huidige zee van conflicten zijn wij hier om de bijdrage van het Middellandse Zeegebied te vergroten, zodat het weer een laboratorium van vrede kan worden. Want dit is haar roeping, om een plaats te zijn waar verschillende landen en werkelijkheden elkaar kunnen ontmoeten op basis van de menselijkheid die we allen delen, en niet op basis van contrasterende ideologieën. Het Middellandse Zeegebied geeft uitdrukking aan een manier van denken die niet uniform en ideologisch is, maar veelzijdig en in overeenstemming met de manier waarop dingen zijn; een vitale, open en tegemoetkomende manier van denken, een die communitair is, wat het juiste woord is. Hoe hard hebben we dit nodig op dit moment, nu verouderde en oorlogszuchtige nationalismen de droom van de gemeenschap der naties willen doen vervagen! Maar - laten we dit niet vergeten - met wapens voeren we oorlog in plaats van vrede, en met machtshonger keren we altijd terug naar het verleden in plaats van aan de toekomst te bouwen.



Waar moeten we dan beginnen zodat de vrede wortel kan schieten? Aan de oevers van het Meer van Galilea begon Jezus met hoop te geven aan de armen en hen gezegend te verklaren: hij luisterde naar hun noden, genas hun wonden en verkondigde hun bovenal het goede nieuws van het Koninkrijk. We moeten daar opnieuw beginnen, bij de vaak stille roep van de minsten onder ons, niet bij de meer fortuinlijken die geen hulp nodig hebben maar toch hun stem verheffen. Laten wij, de Kerk en het maatschappelijk middenveld, opnieuw beginnen door te luisteren naar de armen die "omarmd moeten worden, niet geteld" (P: MAZZOLARI, La parola ai poveri, Bologna 2016, 39), want zij zijn gezichten, geen nummers. De koerswijziging in onze gemeenschappen ligt in het behandelen van hen als broeders en zusters wiens verhalen we kennen, niet als lastige problemen of hen wegjagen, naar huis sturen; het ligt in hen verwelkomen, niet verbergen; in hen integreren, niet uitzetten; in hen waardigheid geven. Ik wil herhalen dat Marseille de hoofdstad is van de integratie van volkeren. Daar kunt u trots op zijn! Vandaag de dag wordt de zee van menselijk samenleven vervuild door instabiliteit, die zelfs het mooie Marseille teistert. Waar instabiliteit is, is criminaliteit. Waar gebrek is aan werk en materiële, educatieve, culturele en religieuze armoede, wordt de weg vrijgemaakt voor bendes en illegale handel. De inzet van instellingen alleen is niet genoeg, we hebben een gewetensschok nodig om "nee" te zeggen tegen wetteloosheid en "ja" tegen solidariteit, die geen druppel op een gloeiende plaat is, maar het onmisbare element om het water te zuiveren.

Het echte sociale kwaad is niet zozeer de toename van problemen, maar de afname van zorg. Wie is er tegenwoordig nog een buur voor de aan zichzelf overgelaten jongeren, die een gemakkelijke prooi zijn voor criminaliteit en prostitutie? Wie zorgt er voor hen? Wie is er dichtbij de mensen die verslaafd zijn aan werk dat hen vrijer zou moeten maken? Wie zorgt er voor de bange gezinnen, bang voor de toekomst en om kinderen op de wereld te zetten? Wie luistert er naar de weeklachten van onze geïsoleerde oudere broeders en zusters, die, in plaats van gewaardeerd te worden, aan de kant worden geschoven, onder het valse voorwendsel van een zogenaamd waardige en "zoete" dood die "zouter" is dan het water van de zee? Wie denkt er aan de ongeboren kinderen, die worden verworpen in naam van een vals recht op vooruitgang, dat in plaats daarvan een terugtrekking is in de egoïstische behoeften van het individu? Vandaag de dag zien we de tragedie van het verwarren van kinderen met dieren. Mijn secretaris vertelde me dat toen hij over het Sint-Pietersplein liep, hij een paar vrouwen zag die kinderen in kinderwagens droegen... maar het waren geen kinderen, het waren honden! Deze verwarring vertelt ons iets onheilspellends. Wie kijkt er met mededogen verder dan zijn eigen kusten om de pijnkreet te horen die oprijst uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten? Hoeveel mensen leven er ondergedompeld in geweld en ondergaan situaties van onrecht en vervolging! Ik denk hierbij aan de vele christenen die vaak gedwongen worden hun thuisland te verlaten of er te verblijven zonder erkenning van hun rechten en zonder volwaardig burgerschap te genieten. Laten we ons er alstublieft voor inzetten dat iedereen die deel uitmaakt van de samenleving burgers kan worden met volledige rechten. Tot slot is er een schreeuw van pijn die het meest weerklinkt en die de Middellandse Zee, het mare nostrum, van de wieg van de beschaving verandert in het mare mortuum, het kerkhof van de waardigheid: het is de gesmoorde schreeuw van migrantenbroeders en -zusters. Ik wil aandacht besteden aan deze schreeuw door na te denken over het tweede beeld dat Marseille ons biedt, dat van zijn haven.

2. De haven van Marseille is al eeuwenlang een open poort naar de zee, naar Frankrijk en naar Europa. Van hieruit zijn velen vertrokken om werk en een toekomst in het buitenland te vinden, en van hieruit zijn velen door de poort naar het continent gegaan met bagage vol hoop. Marseille heeft een grote haven en is een grote poort die niet gesloten kan worden. Verschillende havens aan de Middellandse Zee zijn daarentegen gesloten. En er waren twee woorden die weerklonken en de angsten van de mensen aanwakkerden: "invasie" en "noodtoestand". Dus sloten ze de havens. Maar degenen die hun leven op zee wagen, vallen niet binnen, ze zoeken welkom, ze zoeken leven. Wat de noodsituatie betreft: het verschijnsel migratie is niet zozeer een urgentie op korte termijn, altijd goed om alarmistische propaganda te voeden, maar een realiteit van onze tijd, een proces waarbij drie continenten rond de Middellandse Zee betrokken zijn en dat met een wijze vooruitziende blik moet worden bestuurd, inclusief een Europees antwoord dat in staat is de objectieve moeilijkheden het hoofd te bieden. Ik kijk hier, op deze kaart, naar de havens waar migranten de voorkeur aan geven: Cyprus, Griekenland, Malta, Italië en Spanje... Ze liggen aan de Middellandse Zee en ontvangen migranten. Het mare nostrum schreeuwt om gerechtigheid, met zijn kusten die aan de ene kant welvaart, consumentisme en verspilling uitstralen, terwijl er aan de andere kant armoede en instabiliteit heerst. Ook hier weerspiegelt het Middellandse Zeegebied de wereld, met het Zuiden dat zich tot het Noorden wendt, met veel ontwikkelingslanden, geteisterd door instabiliteit, regimes, oorlogen en woestijnvorming, die kijken naar degenen die welvarend zijn, in een geglobaliseerde wereld waarin we allemaal verbonden zijn, maar waarin de verschillen nog nooit zo groot zijn geweest. Toch is deze situatie niet nieuw in de afgelopen jaren, en deze paus die van de andere kant van de wereld kwam is niet de eerste die er met urgentie en bezorgdheid voor waarschuwt. De Kerk spreekt er al meer dan vijftig jaar op hartelijke toon over.

Kort na de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie schreef de heilige Paulus VI in zijn Encycliek Populorum Progressio: "De hongerige volkeren van de wereld roepen tot de volkeren die gezegend zijn met overvloed. En de Kerk, door deze roep tot het uiterste gedreven, vraagt eenieder naar de smeekbede van zijn broeder te luisteren en deze liefdevol te beantwoorden" (nr. 3). Paus Paulus noemde "drie plichten" van de meer ontwikkelde naties, "die voortvloeien uit de menselijke en bovennatuurlijke broederschap van de mens... wederzijdse solidariteit - de hulp die de rijkere naties moeten geven aan de ontwikkelingslanden; sociale rechtvaardigheid - het rechtzetten van de handelsbetrekkingen tussen sterke en zwakke naties; universele naastenliefde - de inspanning om een meer menselijke wereldgemeenschap op te bouwen, waar iedereen kan geven en ontvangen, en waar de vooruitgang van sommigen niet wordt gekocht ten koste van anderen" (nr. 44). In het licht van het evangelie en deze overwegingen benadrukte Paulus VI in 1967 de "plicht om vreemdelingen gastvrij te ontvangen", een plicht die, zo schreef hij, "we niet genoeg kunnen benadrukken" (nr. 67). Vijftien jaar eerder had paus Pius XII dit aangemoedigd door te schrijven dat "de Heilige Familie in ballingschap, Jezus, Maria en Jozef die naar Egypte emigreerden... het model, het voorbeeld en de steun is voor alle emigranten en pelgrims van alle tijden en landen, en voor alle vluchtelingen in welke toestand dan ook die, gedwongen door vervolging of door gebrek, gedwongen zijn hun geboorteland en geliefde ouders te verlaten... en een vreemde bodem op te zoeken" (Apostolische Constitutie Exsul Familia de spirituali emigrantium cura, 1 augustus 1952).

Natuurlijk kan niemand de moeilijkheden ontkennen die gepaard gaan met het bieden van een welkom. Migranten moeten worden verwelkomd, beschermd of begeleid, gepromoot en geïntegreerd. Gebeurt dit niet, dan komen migranten in de marge van de samenleving terecht. Verwelkomd, begeleid, gepromoot en geïntegreerd: dat is de stijl. Het is waar dat het niet gemakkelijk is om deze stijl te hebben of om onverwachte personen te integreren, maar het belangrijkste criterium kan niet het behoud van het eigen welzijn zijn, maar eerder het waarborgen van de menselijke waardigheid. Degenen die hun toevlucht zoeken in ons midden moeten niet gezien worden als een zware last die gedragen moet worden: als we ze in plaats daarvan beschouwen als broeders en zusters, zullen ze vooral als geschenken aan ons verschijnen. Morgen vieren we de Werelddag van Migranten en Vluchtelingen. Mogen we ons laten raken door de verhalen van zoveel van onze ongelukkige broeders en zusters die het recht hebben om zowel te emigreren als niet te emigreren, en niet in onverschilligheid opgesloten raken. De geschiedenis daagt ons uit een gewetenssprong te maken om de schipbreuk van de beschaving te voorkomen. Want de toekomst ligt niet in geslotenheid, dat is een terugkeer naar het verleden, een ommekeer in de reis van de geschiedenis. In het licht van de verschrikkelijke plaag van de uitbuiting van mensen is de oplossing niet om mensen af te wijzen, maar om te zorgen voor een groot aantal legale en regelmatige toegangen, afhankelijk van ieders mogelijkheden. Dit zou duurzaam zijn met een billijke ontvangst van de kant van het Europese continent, in de context van samenwerking met de landen van herkomst. Als we alleen maar "genoeg!" roepen, sluiten we onze ogen; als we nu proberen "onszelf te redden", zal dat morgen uitlopen op een tragedie. Toekomstige generaties zullen ons dankbaar zijn als we in staat waren om de voorwaarden te scheppen voor een noodzakelijke integratie. Anders zullen ze ons afkeuren als we alleen steriele vormen van assimilatie voorstaan. Integratie van migranten is een vermoeiende inspanning maar met een vooruitziende blik; een assimilatie die geen rekening houdt met verschillen en star vast blijft zitten in haar eigen paradigma's laat alleen ideeën prevaleren boven de realiteit en brengt de toekomst in gevaar, vergroot afstanden en lokt gettovorming uit, wat op zijn beurt vijandigheid en vormen van intolerantie aanwakkert. We hebben broederschap net zo hard nodig als brood. Het woord "broeder" is in zijn Indo-Europese etymologie afgeleid van een wortel die geassocieerd wordt met voeding en levensonderhoud. We kunnen onszelf alleen onderhouden door de meest kwetsbaren hoopvol te voeden en hen als broeders en zusters te aanvaarden. "Verwaarloos niet om gastvrijheid te tonen" (Heb 13:2), zegt de Schrift ons. En in het Oude Testament wordt het herhaald: de weduwe, de wees en de vreemdeling. De drie plichten van naastenliefde: help de weduwe, help de wees en help de vreemdeling, de migrant.

In dit opzicht is de haven van Marseille ook een "deur van het geloof". Volgens de overlevering zijn de heiligen Martha, Maria en Lazarus hier aan land gegaan om het zaad van het evangelie in deze streken te zaaien. Het geloof komt van de zee, zoals de suggestieve Marseille-traditie van Candlemas en de maritieme processie ons eraan herinnert. In het evangelie is Lazarus de vriend van Jezus, maar ook de naam van de hoofdpersoon van een van zijn meest actuele parabels, een parabel die ons de ogen opent voor de ongelijkheid die broederschap aantast en ons vertelt over de voorkeur van de Heer voor de armen. Als christenen die geloven in God die mens is geworden, in de ene onnavolgbare Mens die zichzelf aan de oevers van de Middellandse Zee de weg, de waarheid en het leven noemde (vgl. Joh 14,6), kunnen we niet accepteren dat de wegen van ontmoeting worden afgesloten. Alstublieft, laten we de wegen van ontmoeting niet sluiten! We kunnen niet accepteren dat de waarheid van Mammon het wint van de menselijke waardigheid, dat het leven verandert in de dood! De Kerk verkondigt dat God in Jezus Christus "zich op een bepaalde manier heeft verenigd met elke man en vrouw" (Gaudium et Spes, 22) en gelooft, met de heilige Johannes Paulus II, dat menselijkheid haar weg is (cf. Encycliek Redemptor Hominis, 14). Aanbid God en dien de meest kwetsbaren, die zijn schatten zijn. God aanbidden en je naaste dienen, dat is wat telt: geen maatschappelijk belang of grote aantallen, maar trouw aan de Heer en aan de mensheid!

Dit is christelijk getuigenis, en vaak is het zelfs heroïsch: ik denk bijvoorbeeld aan de heilige Charles de Foucauld, de "universele broeder", aan de martelaren van Algerije, maar ook aan al die brengers van naastenliefde in onze tijd. In deze schandalig evangelische levensstijl ontdekt de Kerk de zekere haven om aan te leggen en van waaruit zij vertrekt om banden te smeden met de mensen van alle naties, overal de sporen van de Geest zoekend en alles aanbiedend wat zij zelf door genade heeft ontvangen. Dit is de zuiverste werkelijkheid van de Kerk, dit is - zoals Bernanos schreef - "de Kerk van de heiligen", eraan toevoegend dat "dit grote apparaat van wijsheid, kracht, elastische discipline, grootsheid en majesteit, op zichzelf niets is, tenzij geïnspireerd door de naastenliefde" (Jeanne, relapse et sainte, Parijs, 1994, 74). Ik ben blij dat ik dit bijzonder Franse inzicht mag vieren, dit creatieve christelijke genie dat zoveel waarheden heeft herbevestigd door een veelheid aan handelingen en geschriften. De heilige Caesarius van Arles zei: "Als je naastenliefde hebt, heb je God; en als je God hebt, wat ontbreekt je dan?" (Sermo 22, 2). Pascal erkende dat "het enige doel van de Schrift de naastenliefde is" (Pensées, nr. 301) en dat "de waarheid los van de naastenliefde niet God is, maar zijn beeld en een afgod die men niet moet liefhebben of aanbidden" (ibid., nr. 767). Vandaar dat de heilige Johannes Cassianus, die hier stierf, schreef dat "alles, zelfs wat we nuttig en noodzakelijk achten, van minder waarde is dan het goede dat vrede en naastenliefde is" (Collationes, XVI, 6).

Het is dus goed dat christenen ongeëvenaard zijn in naastenliefde; en dat het evangelie van naastenliefde de magna carta is van al het pastorale werk. We zijn niet geroepen om te treuren over voorbije tijden, of om de rol van de Kerk in de samenleving te herdefiniëren; we zijn geroepen om getuigenis af te leggen, niet om het Evangelie met woorden te borduren, maar om het vlees te geven; niet om ons zorgen te maken over onze zichtbaarheid, maar om onszelf uit te geven in volkomen dankbaarheid, in de overtuiging dat "de maat van Jezus liefde zonder maat is" (Homilie, 23 februari 2020). De heilige Paulus, de apostel van de volkeren, die een groot deel van zijn leven doorbracht met het oversteken van de Middellandse Zee van de ene haven naar de andere, leerde dat om de wet van Christus te vervullen het noodzakelijk is om elkaars lasten te dragen (vgl. Gal 6,2). Dierbare broeders in het bisschopsambt, laten we anderen niet belasten, maar hun lasten verlichten in de naam van het evangelie van barmhartigheid, om vreugdevol de troost van Jezus uit te dragen aan een vermoeide en gewonde mensheid. Moge de Kerk geen lijst van voorschriften zijn, maar een haven van hoop voor hen die hun vertrouwen hebben verloren. Alstublieft, zet uw harten wijd open! Moge de Kerk een haven van verfrissing zijn, waar mensen zich aangemoedigd voelen om het leven aan te gaan met de onvergelijkbare kracht die voortkomt uit christelijke vreugde. Moge de Kerk geen douanehuis zijn. Laten we onthouden wat de Heer ons heeft gezegd: iedereen, iedereen, iedereen is uitgenodigd.

3. Ik kom nu, kort, tot mijn laatste beeld, dat van de vuurtoren, die zijn lichtbundel op de zee werpt en het mogelijk maakt de haven te zien. Welke lichtgevende bakens kunnen de route van de mediterrane kerken leiden? Denkend aan de zee, die zoveel verschillende gelovige gemeenschappen verenigt, denk ik dat we kunnen nadenken over meer coöperatieve manieren om vooruit te komen, misschien ook door de opportuniteit te overwegen van een mediterrane kerkelijke conferentie, zoals kardinaal Aveline zei, die meer mogelijkheden zou kunnen bieden voor regionale dialoog en vertegenwoordiging. Ook zou het, denkend aan havens en het migratiethema, nuttig kunnen zijn om toe te werken naar een specifiek pastoraal plan dat nog meer onderling verbonden is, zodat de bisdommen die het meest blootgesteld zijn de beste geestelijke en menselijke hulp kunnen bieden aan onze zusters en broeders die daar in grote nood aankomen.

Tot slot doet de vuurtoren, in dit prestigieuze paleis dat zijn naam draagt, me vooral denken aan jonge mensen. Zij zijn het licht dat de weg wijst naar de toekomst. Marseille is een grote universiteitsstad met vier campussen. 5.000 van de 35.000 studenten zijn buitenlanders. Waar moeten we beginnen om relaties tussen culturen aan te knopen, als we dat niet op de universiteiten doen? Daar worden jonge mensen niet aangetrokken door de verleidingen van macht, maar door de droom om aan de toekomst te bouwen. Mogen de mediterrane universiteiten laboratoria van dromen en werkplaatsen van de toekomst zijn, waar jonge mensen volwassen worden door elkaar te ontmoeten, elkaar te leren kennen en culturen en contexten te ontdekken die zowel dichtbij als divers zijn. Op deze manier worden vooroordelen ontmanteld, wonden geheeld en fundamentalistische retoriek verworpen. Wees je bewust van de prediking van zoveel fundamentalismen die vandaag de dag in de mode zijn! Jongeren die goed voorbereid zijn en gewend zijn om met elkaar om te gaan, kunnen onverwachte deuren van dialoog openen. Als we willen dat ze zich wijden aan het evangelie en de verheven dienst van de politiek, moeten we eerst geloofwaardig zijn: onszelf vergeten, vrij van zelfreferentialiteit, toegewijd om ons onvermoeibaar in te zetten voor anderen. Maar de belangrijkste uitdaging van het onderwijs heeft te maken met elk leeftijdsniveau: te beginnen met kinderen, door zich te "mengen" met anderen, kunnen ze barrières overwinnen, vooroordelen overwinnen en hun eigen identiteit ontwikkelen in een context van wederzijdse verrijking. De Kerk kan hier zeker aan bijdragen door haar educatieve netwerken aan te bieden en een "creativiteit van broederschap" aan te moedigen.

Broeders en zusters, de uitdaging is er ook een van een mediterrane theologie - theologie moet geworteld zijn in het leven, een laboratoriumtheologie werkt niet - die in staat is denkwijzen te ontwikkelen die geworteld zijn in de werkelijkheid, een "thuis" voor menselijke en niet alleen technische gegevens, klaar om generaties te verenigen door herinnering en toekomst met elkaar te verbinden, en met originaliteit de oecumenische reis van christenen en de dialoog tussen gelovigen van verschillende religies te bevorderen. Het kan opwindend zijn om aan deze avontuurlijke zoektocht te beginnen, zowel filosofisch als theologisch, die, door te putten uit de mediterrane culturele bronnen, mannen en vrouwen weer hoop kan geven, een mysterie van vrijheid, die God en anderen nodig hebben om zin te geven aan hun leven. Het is ook nodig om na te denken over het mysterie van God, waarvan niemand kan beweren dat hij hem bezit of controleert, en die in plaats daarvan moet worden bewaard voor elk gewelddadig en instrumenteel misbruik, in het besef dat de belijdenis van zijn grootsheid van ons de nederigheid van zoekers vraagt.

Dierbare broeders en zusters, ik ben blij hier in Marseille te zijn! De president had me uitgenodigd om Frankrijk te bezoeken, maar hij zei: "Het is belangrijk dat u naar Marseille komt!" Dat heb ik dus gedaan! Ik dank u voor uw geduld om naar me te luisteren en voor al uw inspanningen. Ga door met uw moedige goede werk! Wees een zee van goed, om de armoede van vandaag te trotseren in solidariteit en samenwerking; wees een gastvrije haven, om iedereen te ontvangen die op zoek is naar een betere toekomst; wees een vuurtoren van vrede, om door de cultuur van ontmoeting af te rekenen met de donkere afgronden van geweld en oorlog. Hartelijk dank!