Kardinaal Pierbattista Pizzaballa, Latijns patriarch van Jeruzalem (foto: GP/GCatholic Press Photo)

Pizzaballa: "Christus won de wereld door lief te hebben".

De oorlog tussen Hamas en Israël houdt niet op. De patriarch van Jeruzalem schrijft aan de gelovigen van zijn diocees: "Gods antwoord op de vraag waarom de rechtvaardigen lijden is geen verklaring maar een Aanwezigheid". De tekst van de brief.
Pierbattista Pizzaballa *

Dierbare broeders en zusters,
Moge de Heer jullie vrede geven!

We gaan door een van de moeilijkste en pijnlijkste periodes in onze recente tijd en geschiedenis. Al meer dan twee weken worden we overspoeld met beelden van verschrikkingen die oude trauma's hebben doen herleven, nieuwe wonden hebben geopend en pijn, frustratie en woede in ons allen hebben doen exploderen. Veel lijkt te spreken over dood en eindeloze haat. Zoveel 'waaroms' overlappen elkaar in onze gedachten, waardoor ons gevoel van verbijstering nog groter wordt.

De hele wereld ziet dit Heilige Land als een plek die voortdurend oorlogen en verdeeldheid veroorzaakt. Juist daarom was het goed dat een paar dagen geleden de hele wereld zich bij ons aansloot met een dag van gebed en vasten voor vrede. Het was een prachtig uitzicht op het Heilige Land en een belangrijk moment van eenheid met onze Kerk. En dat uitzicht is er nog steeds. Op 27 oktober aanstaande heeft de paus opgeroepen tot een tweede dag van gebed en vasten, zodat onze voorbede kan doorgaan. Het zal een dag zijn die we met overtuiging zullen vieren. Het is misschien wel het belangrijkste wat wij christenen in deze tijd kunnen doen: bidden, boete doen, bemiddelen. Hiervoor danken we de Heilige Vader uit de grond van ons hart.

In al dit tumult, waar het oorverdovende lawaai van de bommen zich mengt met de vele stemmen van verdriet en de vele tegenstrijdige gevoelens, voel ik de behoefte om met jullie een woord te delen dat zijn oorsprong vindt in het Evangelie van Jezus. Dat is het uitgangspunt van waaruit we vertrekken en telkens weer terugkeren: een woord uit het evangelie om ons te helpen dit tragische moment te beleven door onze gevoelens te verenigen met die van Jezus.

Kijken naar Jezus betekent natuurlijk niet dat we ons vrijgesteld voelen van de plicht om te spreken, aan te klagen, te roepen, maar ook om te troosten en te bemoedigen. Zoals we in het evangelie van afgelopen zondag hoorden, is het noodzakelijk om "aan de keizer te geven wat van keizer is en aan God wat van God is" (Matt. 22:21). Als we naar God kijken, willen we dus in de eerste plaats aan de keizer geven wat van hem is.

Mijn geweten en morele plicht vereisen dat ik duidelijk stel dat wat er op 7 oktober in het zuiden van Israël is gebeurd op geen enkele manier toelaatbaar is en dat we het alleen maar kunnen veroordelen. Er is geen enkele reden voor een dergelijke gruweldaad. Ja, we hebben de plicht om dit te zeggen en aan de kaak te stellen. Het gebruik van geweld is niet verenigbaar met het evangelie en leidt niet tot vrede. Het leven van ieder mens heeft gelijke waardigheid voor God, die ons allen naar Zijn beeld heeft geschapen.

Maar datzelfde geweten, met een grote last op mijn hart, brengt mij ertoe om vandaag met evenveel duidelijkheid te verklaren dat deze nieuwe cyclus van geweld in Gaza meer dan vijfduizend doden heeft veroorzaakt, waaronder veel vrouwen en kinderen, tienduizenden gewonden, met de grond gelijk gemaakte wijken, gebrek aan medicijnen, gebrek aan water en aan basisbehoeften voor meer dan twee miljoen mensen. Dit zijn tragedies die niet te bevatten zijn en die we onvoorwaardelijk aan de kaak moeten stellen en veroordelen. De voortdurende zware bombardementen die Gaza al dagen bestoken, zullen alleen maar meer dood en verderf zaaien en de haat en wrok alleen maar doen toenemen. Het zal geen enkel probleem oplossen, maar eerder nieuwe problemen creëren. Het is tijd om een einde te maken aan deze oorlog, dit zinloze geweld.

Alleen door een einde te maken aan tientallen jaren bezetting en de tragische gevolgen daarvan, en door het Palestijnse volk een duidelijk en veilig nationaal perspectief te bieden, kan een serieus vredesproces beginnen. Als dit probleem niet bij de wortel wordt opgelost, zal er nooit de stabiliteit zijn waar we allemaal op hopen. De tragedie van deze dagen moet ons allen, religieus, politiek, maatschappelijk middenveld, internationale gemeenschap, aanzetten tot een serieuzere inzet in dit opzicht dan wat er tot nu toe is gedaan. Dit is de enige manier om andere tragedies zoals deze te voorkomen. We zijn het verplicht aan de vele slachtoffers van deze dagen en die van de afgelopen jaren. We hebben niet het recht om deze taak aan anderen over te laten.

Toch kan ik deze uiterst pijnlijke tijd niet doormaken zonder naar boven te kijken, zonder naar Christus te kijken, zonder het geloof dat mijn en jouw blik verlicht op wat we meemaken, zonder onze gedachten op God te richten. We hebben een Woord nodig dat ons vergezelt, dat ons troost en bemoedigt. We hebben het nodig als de lucht die we inademen.

"Dit heb Ik u gezegd, opdat gij vrede zoudt bezitten in Mij. Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen" (Joh. 16:33).

We staan aan de vooravond van het lijdensverhaal van Jezus. Hij richt zich met deze woorden tot Zijn discipelen, die binnenkort als in een storm rondgeslingerd zullen worden voor Zijn dood. Ze zullen in paniek raken, zich verspreiden en vluchten, als schapen zonder herder.

Toch is dit laatste woord van Jezus een bemoediging. Hij zegt niet dat Hij zal winnen, maar dat Hij al gewonnen heeft. Zelfs in de komende onrust zullen de discipelen vrede kunnen hebben. Dit is geen kwestie van theoretische irenische vrede, noch van berusting in het feit dat de wereld slecht is en dat we er niets aan kunnen doen om haar te veranderen. In plaats daarvan gaat het om de zekerheid dat Jezus juist in al dit kwaad al heeft gewonnen. Ondanks het kwaad dat de wereld teistert, heeft Jezus een overwinning behaald en een nieuwe werkelijkheid, een nieuwe orde gevestigd, die na de opstanding zal worden overgenomen door de discipelen die in de Geest zijn herboren.

Het was aan het kruis dat Jezus won: niet met wapens, niet met politieke macht, niet met grote middelen, noch door zichzelf op te dringen. De vrede waarover Hij spreekt heeft niets te maken met overwinning op anderen. Hij won de wereld door haar lief te hebben. Het is waar dat op het kruis een nieuwe werkelijkheid en een nieuwe orde beginnen. De orde en de werkelijkheid van degene die zijn leven geeft uit liefde. Met de opstanding en de gave van de Geest behoren die werkelijkheid en die orde toe aan zijn leerlingen. Aan ons. Gods antwoord op de vraag waarom rechtvaardigen lijden is geen verklaring, maar een Aanwezigheid. Het is Christus aan het kruis.

Daarop zetten we vandaag ons geloof in. Jezus spreekt in dat vers terecht over moed. Voor zulke vrede, zulke liefde, is grote moed nodig.

Hier, vandaag, de moed van liefde en vrede hebben, betekent niet toestaan dat haat, wraak, woede en pijn alle ruimte innemen in ons hart, in ons spreken en denken. Het betekent dat we ons persoonlijk inzetten voor gerechtigheid, dat we in staat zijn de pijnlijke waarheid van onrecht en kwaad om ons heen te bevestigen en aan de kaak te stellen, zonder onze relaties hierdoor te laten bezoedelen. Het betekent toegewijd zijn, ervan overtuigd zijn dat het nog steeds de moeite waard is om alles te doen wat we kunnen voor vrede, gerechtigheid, gelijkheid en verzoening. Onze woorden mogen niet gaan over dood en gesloten deuren. Integendeel, onze woorden moeten creatief en levengevend zijn, ze moeten perspectief bieden en horizonten openen.

Er is moed voor nodig om gerechtigheid te eisen zonder haat te zaaien. Er is moed voor nodig om genade te vragen, onderdrukking af te wijzen, gelijkheid te bevorderen zonder uniformiteit te eisen, en toch vrij te blijven. Er is vandaag moed voor nodig, zelfs in ons bisdom en onze gemeenschappen, om de eenheid te bewaren, om ons verbonden te voelen met elkaar, zelfs in de verscheidenheid van onze meningen, gevoeligheden en visies.

Ik wil, en wij willen, deel uitmaken van deze nieuwe orde die Christus heeft ingeluid. We willen God om die moed vragen. We willen zegevieren over de wereld, door datzelfde kruis op ons te nemen, dat ook van ons is, gemaakt van pijn en liefde, van waarheid en angst, van onrecht en geschenk, van jammerklachten en vergeving.

Ik bid voor ons allemaal en in het bijzonder voor de kleine gemeenschap van Gaza, die het zwaarst te lijden heeft. In het bijzonder gaan onze gedachten uit naar de 18 broeders en zusters die onlangs zijn omgekomen en naar hun families die we persoonlijk kennen. Hun pijn is groot, maar toch realiseer ik me elke dag dat ze vrede hebben. Ze zijn bang, geschokt, overstuur, maar met vrede in hun hart. We zijn allemaal bij hen, in gebed en concrete solidariteit, om hen te danken voor hun prachtige getuigenis.

Laten we tot slot bidden voor alle onschuldige slachtoffers. Het lijden van onschuldigen voor God heeft een kostbare en verlossende waarde omdat het verenigd is met het verlossende lijden van Christus. Moge hun lijden de vrede steeds dichterbij brengen!

We naderen de plechtigheid van de Koningin van Palestina, de patrones van ons bisdom. Het heiligdom werd opgericht in een andere tijd van oorlog en werd gekozen als een speciale plaats om te bidden voor vrede. In deze dagen zullen we onze kerk en ons land opnieuw wijden aan de koningin van Palestina! Ik vraag alle kerken over de hele wereld om zich aan te sluiten bij de Heilige Vader en samen met ons te bidden en te zoeken naar gerechtigheid en vrede.

We zullen dit jaar niet allemaal samen kunnen komen omdat de situatie dat niet toelaat. Maar ik weet zeker dat het hele bisdom op die dag verenigd zal zijn in gebed en solidariteit voor vrede, geen wereldse vrede, maar de vrede die Christus ons geeft.

*Latijns Patriarch van Jeruzalem