Jongeren van GS in Rimini voor het Paastriduüm (foto: Roberto Masi/Fraternity CL)

"Wij zijn geïnteresseerd in geluk, en niets minder"

Boodschap van paus Franciscus en groet van Davide Prosperi aan de jongeren van Gioventù Studentesca die van 28 tot 30 maart in Rimini bijeen waren voor het Paastriduüm

Vaticaan, 28 maart 2024

Beste vrienden,

Aan allen die bijeen zijn om samen het Paastriduüm te beleven in Rimini stuur ik hartelijke groeten.
Dank dat jullie samenkomen en Jezus vergezellen met jullie gebed, zang, bezinning en vele andere verschillende manieren, maar met een enkel doel, om de vreugde te vernieuwen Gods kinderen te zijn. Hij zegt tegen ons allemaal: “Met eeuwenoude liefde heb Ik jullie liefgehad; zo heb Ik mijn barmhartigheid jegens jullie bewaard” (Jer. 31:3).
Ik vraag jullie met klem om je talenten, je vreugde en je hoop in te zetten voor broederschap. Bedankt voor je “ja” tegen Jezus! Ga door!
Ik vertrouw jullie intenties toe aan de voorspraak van de Heilige Maagd Maria, wens jullie een vruchtbare ontmoeting en vraag jullie niet te vergeten voor mij te bidden. Zalig Pasen!
Moge Jezus jullie zegenen en moge de Heilige Maagd jullie onder haar hoede houden.

Paus Franciscus


Groet van Davide Prosperi

Beste vrienden,
het is goed om te weten dat jullie weer samengekomen zijn in Rimini om samen met jullie vrienden en verantwoordelijken het Paastriduüm te beleven. Vorig jaar heb ik de hele geste met jullie bijgewoond en het was een heel belangrijke ervaring voor mij, een grote hulp om Pasen te beleven met een nog groter bewustzijn van wat mij zoveel jaren geleden is overkomen en dat ook aan jullie wordt aangeboden: de genade om te kunnen leven in het leven, in de toebehorigheid aan dit gezelschap, een opwindende vriendschap met Jezus, die leeft en onder ons aanwezig is. Daarom wil ik jullie allemaal vrienden noemen, ook degenen onder jullie die ik nog niet heb kunnen ontmoeten. We zijn vrienden omdat we dezelfde reis maken, aangetrokken door onze vriendschap met Jezus. Een vriendschap vol beloftes, de belofte van een antwoord op de verlangens van ons hart. Verlangens naar het goede, naar schoonheid, naar liefde. Is er überhaupt iemand die kan zeggen deze verlangens niet te hebben, vooral op jullie leeftijd? Maar zo vaak, en ik kan jullie verzekeren dat dit ons volwassenen ook vaak overkomt, verdoven we ze door bevrediging te zoeken in kleine en triviale dingen.

In onze affecties, studie, sport, passies, in de muziek waar we naar luisteren of in de boeken die we lezen: uit dit alles, dat dan het leven uitmaakt, komt altijd een belofte die ons de impuls geeft om onze dag door te komen. Maar dan lijkt het dat deze belofte niet waar wordt gemaakt; we blijven ontevreden en vallen terug op onszelf. We worden uiteindelijk overrompeld door moeilijkheden en door onze beperkingen. En zo leggen we ons erbij neer, omdat teleurstelling en verdriet ons de wind uit de zeilen nemen, ons hopeloos achterlaten. Maar hoop is er altijd, zoals Aragorn zegt in die prachtige scène in de film, gebaseerd op de roman In de Ban van de Ring van J.R.R. Tolkien, wanneer een schaarse groep mannen opgesloten in Helmsdiepte wordt belegerd door orks, onevenredig in de meerderheid (omdat vaak vermoeidheid of het kwaad onverslaanbaar lijken). Met ontroostbare wanhoop en een zwaard in de hand dat helemaal verfrommeld en gekreukt is zegt een jongen stamelend tegen Aragorn: "Ze zeggen dat er geen hoop meer is." Maar Aragorn pakt zijn zwaard van hem af, zwaait twee keer in de lucht, geeft het hem terug en vraagt: "Wat is je naam?" (want we hebben iemand nodig die ons eraan herinnert wie we zijn, waar we vandaan komen!). En de jongen antwoordt, "Haleth, zoon van Háma, mijn heer." En Aragorn antwoordt: "Haleth, zoon van Háma, dit is een goed zwaard. Er is altijd hoop!" Er is altijd hoop, zelfs als we een klein, verfrommeld zwaard hebben. We beseffen dit niet, maar we hebben de wapens, ook al zijn ze nog zo erbarmelijk en breekbaar, die ons helpen de dingen hoopvol tegemoet te treden zonder dat we ten onder gaan aan ons gevoel van ongelijk, ongeschiktheid of verraad.

Een paar dagen geleden was ik uitgenodigd om te spreken over Giacomo Leopardi in Recanati, zijn geboortestad - don Fabio vergezelde me, hij kan dat getuigen - en over de liefde die don Giussani voelde voor deze dichter. De ouderen onder jullie bestuderen Leopardi misschien juist deze maanden. Leopardi was iemand die niet tevreden was met het leven. Hij was zeker teleurgesteld in de werkelijkheid, hopeloos, zelfs nog meer naarmate de jaren verstreken. En zijn teleurstelling leek hem nog tragischer omdat hij al vanaf zijn vroege jeugd naar geluk verlangde: "Geen hoop je levend te zien / blijft nu voor mij over" (schrijft hij in het gedicht Aan zijn vrouw; verzen 12-13 - Canti, Farrar Straus Giroux, 2010, trans. Jonathan Galassi). Maar op de een of andere manier kon hij niet anders dan de belofte blijven erkennen die het leven inhoudt; daarom bleef hij tot het einde toe hunkeren naar die schreeuw om geluk - waar het hart van ieder mens om vraagt. Ik neem aan dat velen van jullie het gedicht Nachtgezang van een rondzwervende herder in Azië kennen (ibid, verzen 84-89):

"[...]
onder de flonkering van al die sterren,
denk ik vaak bij mezelf:
Waartoe toch al die lichten?
Wat doet dit firmament daar en die verre
oneindigheid? Wat is de zin van deze
onmetelijke leegte? En wat ben ik?"

Ik zou niet minder wanhopig zijn geweest dan deze dichter, en ik zou deze wens vandaag niet voor jullie kunnen doen als ik niet een vriend had ontmoet, een paar vrienden, een gezelschap dat me liet zien dat de weg naar het antwoord op deze vraag er is, en dat het antwoord op onze vraag geen eeuwig Idee is, zoals Leopardi misschien dacht, maar een Aanwezigheid die het gezicht van een vriendschap aanneemt. Hier, ons wapen - waar Leopardi niet de genade voor had om het te ontvangen, maar dat jullie wel hebben ontvangen - onze hoop, is onze vriendschap met Jezus! Het is deze vriendschap die ons voor alles opent, die ons opent voor wat waar is, om te weten wat waar is (en dus voor wat vals is, dat wil zeggen, om te begrijpen wat goed en wat slecht is), om echt van datgene te kunnen genieten waar we van houden. Om te genieten van de eindeloze lucht en ook van dat gevoel van immense eenzaamheid waarover Leopardi spreekt. Niets is verloren: De vriendschap van Christus verzoent ons niet in die zin dat we moeten opgeven waar we van houden, maar we leren juist om echt lief te hebben en zo echt vrij te worden. Zelfs om risico's te nemen. Jezus belooft ons het geluk, en deze vriendschap van ons is voor het geluk! Wij zijn geïnteresseerd in het geluk, en niets minder.

Hoe komt Jezus ons tegemoet? Hoe ontstaat dit nieuwe leven - een leven verlicht door geloof? Jullie zullen je tijdens deze dagen in deze dingen verdiepen, onder elkaar, samen met Seve en don Fabio (bid alsjeblieft voor hen dat Onze Lieve Vrouw hun harten en geesten verlicht tijdens deze dagen!) en met de volwassenen die bij jullie zijn, wier vriendschap een teken is van de vriendschap van Christus.

Nog een laatste ding, zodat deze woorden die we zeggen je niet leeg in de oren klinken: wat is deze vriendschap met Jezus? Jezus openbaart ons Gods goede plan voor de wereld en ons leven, Hij deelt ons mee wat de Vader Hem heeft geopenbaard, zozeer zelfs dat Hij er zijn leven voor heeft gegeven; want Hij verlangt ernaar dat wij hetzelfde verlangen hebben als Hij. Zoals het altijd zou moeten zijn onder ware vrienden: Hij wil dat wij verlangen naar wat Hij verlangt, en niet verlangen naar wat Hij niet verlangt. Het klinkt als een struikelzin maar het is iets groots, adembenemend om over na te denken. De Latijnen zeiden altijd: idem velle, idem nolle (hetzelfde verlangen, hetzelfde afkeren). Dit is echte vriendschap. Jezus vraagt ons om Hem in alles na te volgen. Zoals de evangelist Johannes ons herinnert: "Als ik, de meester en de leraar, jullie voeten gewassen heb, moeten jullie elkaars voeten wassen. Ik heb jullie een voorbeeld gegeven om na te volgen, opdat jullie doen wat ik voor jullie gedaan heb" (Johannes 13:14-15). Is het niet fascinerend om zo'n vriendschap onder elkaar te ervaren? Is het niet iets buitenaards?

Ik wens dat jullie altijd zo naar elkaar mogen kijken, dat jullie deze reis samen mogen voortzetten, in deze dagen en in jullie hele leven. En door jullie levens velen diezelfde vriendschap van Jezus mogen ontmoeten. Want van Zijn gezelschap word je nooit moe.

Gelukkig Triduüm!

Davide Prosperi