Paus Franciscus tijdens de ontmoeting met de autoriteiten in Boedapest (Vatican Media/Catholic Press Photo)

Europese verkiezingen: “het is essentieel om de Europese ziel te herontdekken”.

Verschillende teksten uit de recente traditie van de Kerk kunnen ons helpen bij het bepalen van een keuze bij de a.s.verkiezingen voor het Europees Parlament. De toespraak van Paus Franciscus van 28 april 2023 tijdens zijn apostolische reis naar Hongarije

Hieronder volgt de tekst van de eerste toespraak van de paus tijdens zijn driedaagse reis naar Hongarije. Boedapest, voormalig karmelietenklooster. Vrijdag 28 april 2023

Mevrouw de president van de Republiek,
Mijnheer de minister-president,
Geachte leden van de regering en het corps diplomatique,
Hooggeëerde autoriteiten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld,
Dames en Heren!

Ik begroet u allen hartelijk en ik dank mevrouw de president voor haar welkom en haar vriendelijke en diepgaande woorden. Politiek is geboren uit de stad, de polis, en het praktische verlangen om in eenheid samen te leven, rechten te garanderen en plichten te respecteren. Weinig steden helpen ons dit zo goed te realiseren als Boedapest, want het is niet alleen een nobele en levendige metropool, maar ook het toneel van grote historische gebeurtenissen. Na getuige te zijn geweest van gedenkwaardige gebeurtenissen in het verleden, is de stad geroepen om een leidende rol te spelen in het heden en in de toekomst. Hier, zoals een van uw grote dichters schreef, “worden we teder omarmd door de Donau, die ons verleden, ons heden en onze toekomst is” (A. József, De Donau). Ik wil nu graag een paar gedachten met u delen, met Boedapest zelf als uitgangspunt: een stad van geschiedenis, een stad van bruggen en een stad van heiligen.

1. Een stad van geschiedenis. Deze hoofdstad heeft een oude oorsprong, zoals blijkt uit de overblijfselen uit de Keltische en Romeinse tijd. Haar pracht en praal zijn echter verbonden met de moderne periode, toen het de hoofdstad was van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk in de decennia van vrede die bekend staan als de belle époque en die zich uitstrekken van de jaren van haar oprichting tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Geboren in vredestijd heeft het ook brute conflicten meegemaakt: niet alleen de invasies van eeuwen geleden, maar, in recentere tijden, daden van geweld en onderdrukking gepleegd door de nazi- en communistische dictaturen. Hoe kunnen we de gebeurtenissen van 1956 vergeten? En tijdens de Tweede Wereldoorlog werden tienduizenden inwoners gedeporteerd, waarbij de overgebleven bevolking van Joodse afkomst werd opgesloten in het getto en onderworpen aan massamoorden. Toch werden die dagen ook gekenmerkt door de heldhaftigheid van veel van de “rechtvaardigen” - ik denk bijvoorbeeld aan de apostolisch nuntius Angelo Rotta - en later door de grote veerkracht en toewijding bij de wederopbouw. Als gevolg hiervan is Boedapest vandaag de dag een van de Europese steden met de grootste Joodse bevolking, het hart van een land dat de waarde van vrijheid erkent en, na zo'n grote tol te hebben betaald aan de dictaturen, zich bewust is van zijn missie om de schat van democratie en de droom van vrede te behouden.

Dit jaar herdenkt u plechtig de stichting van Boedapest 150 jaar geleden, in 1873, door de vereniging van de drie steden, Boeda en Óbuda ten westen van de Donau en Pest op de tegenoverliggende oever. De geboorte van deze grote hoofdstad in het hart van het continent nodigt ons uit om na te denken over het eenwordingsproces van Europa, waarin Hongarije een essentiële rol speelt. In de naoorlogse periode belichaamde Europa, samen met de Verenigde Naties, de nobele hoop dat door samen te werken aan een nauwere band tussen naties, verdere conflicten konden worden vermeden. Helaas was dit niet het geval. In de wereld waarin we nu leven lijkt die hartstochtelijke zoektocht naar een politiek van gemeenschap en het versterken van multilaterale relaties echter een weemoedige herinnering uit een ver verleden. We lijken getuige te zijn van de trieste ondergang van die prachtige droom van vrede, nu de solisten van de oorlog het overnemen. Meer en meer lijkt het enthousiasme voor het opbouwen van een vreedzame en stabiele gemeenschap van naties af te nemen, nu invloedzones worden afgebakend, verschillen worden benadrukt, nationalisme toeneemt en steeds hardere oordelen en taal worden gebruikt in de confrontatie met anderen. Op internationaal niveau lijkt het er zelfs op dat politiek meer dient om emoties op te wekken dan om problemen op te lossen, omdat de volwassenheid die na de verschrikkingen van de oorlog werd bereikt plaats maakt voor een terugval naar een soort puberale strijdlust. Vrede zal nooit het resultaat zijn van het nastreven van individuele strategische belangen, maar alleen van beleid dat in staat is naar het grotere geheel te kijken, naar de ontwikkeling van iedereen: beleid dat aandacht heeft voor individuen, voor de armen en voor de toekomst, en niet alleen voor macht, winst en huidige vooruitzichten.

Op dit historische moment is Europa van cruciaal belang, want dankzij zijn geschiedenis vertegenwoordigt het het geheugen van de mensheid; in die zin is het geroepen om zijn eigen rol op te nemen, namelijk om degenen die ver van elkaar af staan te verenigen, andere volkeren te verwelkomen en te weigeren iemand als een eeuwige vijand te beschouwen. Het is dus van vitaal belang om de Europese geest terug te vinden: de opwinding en visie van haar stichters, die staatslieden waren die verder konden kijken dan hun eigen tijd, voorbij nationale grenzen en onmiddellijke behoeften, en die vormen van diplomatie konden ontwikkelen die eenheid konden nastreven in plaats van verdeeldheid te verergeren. Ik denk aan De Gasperi, die tijdens een rondetafelgesprek met Schuman en Adenauer zei: “Het is in haar eigen belang, niet als een manier om zich af te zetten tegen anderen, dat we een verenigd Europa voorzien... We werken aan eenheid, niet aan verdeeldheid” (Interventie tijdens de Ronde Tafel Conferentie, Rome, 13 oktober 1953). En opnieuw Schumans overtuiging dat: “de bijdrage die een gestructureerd en vitaal Europa kan leveren aan de beschaving onontbeerlijk is voor het behoud van vreedzame betrekkingen”, aangezien - in zijn gedenkwaardige woorden - “de wereldvrede alleen kan worden verzekerd door creatieve inspanningen die in verhouding staan tot de gevaren die haar bedreigen” (Verklaring van Schuman, 9 mei 1950). Op dit moment zijn die gevaren inderdaad talrijk, maar ik vraag me af, denkend aan het door oorlog verscheurde Oekraïne: waar zijn de creatieve inspanningen voor vrede?

2. Boedapest is een stad van bruggen. Van bovenaf gezien toont “de parel van de Donau” haar uniciteit in de bruggen die haar verschillende delen verenigen en haar vorm aanpassen aan die van de grote rivier. Deze harmonie met de natuurlijke omgeving brengt me ertoe om de lovenswaardige zorg voor ecologie van de natie op te merken. Deze bruggen, die verschillende realiteiten met elkaar verbinden, doen ons ook denken aan het belang van een eenheid die niet hetzelfde is als uniformiteit. In Boedapest komt dit tot uiting in de opmerkelijke verscheidenheid van de meer dan twintig districten waaruit de stad bestaat. Zo ook vereist het Europa van de 27, dat gebouwd is om bruggen te slaan tussen naties, de bijdrage van allen, zonder afbreuk te doen aan de uniciteit van elk. Zoals een van de oprichters verklaarde: “Europa zal bestaan, maar niets zal verloren gaan van wat de glorie en de gelukzaligheid van elke natie vormde. Want binnen een grotere samenleving, en een grotere harmonie, zullen individuen in staat zijn zich te ontplooien” (Interventie, op cit.). Dit is de harmonie die we nodig hebben: een geheel waarvan de delen niet homogeen zijn, maar volledig geïntegreerd met behoud van hun eigen identiteit. In dit opzicht stelt de Hongaarse grondwet terecht: “Individuele vrijheid kan alleen compleet zijn in samenwerking met anderen”, en nogmaals: “Wij geloven dat onze nationale cultuur een rijke bijdrage is aan de diversiteit van de Europese eenheid”.

Ik denk aan een Europa dat niet gegijzeld wordt door zijn onderdelen, dat niet ten prooi valt aan zichzelf herhalende vormen van populisme, noch zijn toevlucht neemt tot een vloeiend, zo niet flauw, “supranationalisme” dat het leven van zijn volkeren uit het oog verliest. Dit is het afschuwelijke pad dat bewandeld wordt door die vormen van “ideologische kolonisatie” die verschillen zouden opheffen, zoals in het geval van de zogenaamde gendertheorie, of die reductieve concepten van vrijheid tegenover de realiteit van het leven zouden plaatsen, bijvoorbeeld door een zinloos “recht op abortus” als vooruitgang aan te prijzen, wat altijd een tragische nederlaag is. Hoeveel beter zou het zijn om een Europa op te bouwen waarin de mens en zijn volkeren centraal staan, met een effectief beleid voor geboorte en gezin zoals dat in dit land met aandacht wordt gevoerd - er zijn landen in Europa met een gemiddelde leeftijd van 46-48 jaar -, een Europa waarvan de verschillende naties één familie vormen die de groei en uniciteit van elk van haar leden beschermt. De beroemdste brug in Boedapest, de kettingbrug, helpt ons om ons zo'n Europa voor te stellen, omdat het bestaat uit vele grote en diverse schakels die hun stevigheid en kracht ontlenen aan het feit dat ze met elkaar verbonden zijn. In dit opzicht kan het christelijk geloof een hulpbron zijn, en Hongarije kan optreden als een “bruggenbouwer” door gebruik te maken van zijn specifieke oecumenische karakter. Hier leven verschillende confessies, met wie ik anderhalf jaar geleden een ontmoeting had, samen zonder wrijving en werken respectvol en constructief samen. Mijn gedachten gaan met grote genegenheid uit naar de abdij van Pannonhalma, een van de grote spirituele monumenten van dit land, een plaats van gebed en zelf een brug van broederschap.

3. Dit brengt me bij het laatste aspect: Boedapest als een stad van heiligen. Mevrouw de Voorzitter had het over de heilige Elisabeth. Dit wordt ook gesuggereerd door het nieuwe beeld dat in deze hal is geplaatst. Natuurlijk denken we aan de heilige Stefanus, de eerste koning van Hongarije, die leefde in een tijd waarin de christenen in Europa in volledige gemeenschap leefden. Zijn standbeeld in het kasteel van Boeda domineert en beschermt de stad, terwijl de aan hem gewijde basiliek in het hart van de hoofdstad, samen met die van Esztergom, het meest indrukwekkende religieuze gebouw van het land is. De Hongaarse geschiedenis werd vanaf het begin gekenmerkt door heiligheid, niet alleen de heiligheid van de koning maar van zijn hele familie: zijn vrouw de zalige Gisela en zijn zoon de heilige Emeric. Deze laatste ontving van zijn vader een aantal vermaningen die een soort testament vormen voor het Magyaarse volk. Vandaag beloofden ze mij er een kopie van te geven. Ik kijk ernaar uit om het te ontvangen. Daarin lezen we een advies dat nog steeds actueel is: “Ik spoor u aan om niet alleen gunsten te bewijzen aan familie en verwanten, of aan machtigen en rijken, of aan uw buren en landgenoten, maar ook aan vreemdelingen en aan allen die naar u toekomen”. De heilige Stefanus geeft blijk van een authentiek christelijke geest als hij verklaart dat “de beoefening van de liefde tot het hoogste geluk leidt”. Waaraan hij toevoegt: “Wees zachtmoedig, zodat je je nooit zult verzetten tegen gerechtigheid” (Vermaningen, X). Op deze manier verbindt hij waarheid en zachtmoedigheid onlosmakelijk met elkaar. Dit is een grote geloofsleer: christelijke waarden kunnen niet voorgesteld worden door starheid en geslotenheid, omdat de waarheid van Christus mildheid en zachtmoedigheid vereist, in de geest van de zaligsprekingen. Hier zien we de wortels van de aangeboren Hongaarse zachtmoedigheid die wordt weerspiegeld in bepaalde uitdrukkingen uit het dagelijks spraakgebruik, zoals bijvoorbeeld “jónak lenni jó” [het is goed om goed te zijn] en “jobb adni mint kapni” [het is beter om te geven dan te ontvangen].

Dit is niet alleen een bevestiging van de waarde van een duidelijke identiteit, maar ook van de noodzaak van openheid naar anderen. De grondwet erkent dit door te stellen “Wij respecteren de vrijheid en cultuur van andere volkeren en streven naar samenwerking met elk volk ter wereld. De grondwet stelt ook dat “de nationaliteiten die bij ons wonen deel uitmaken van de Hongaarse politieke gemeenschap en constituerende delen van de staat zijn” en verplicht zich tot “het bevorderen en beschermen van ... de talen en culturen van de nationaliteiten die in Hongarije wonen”. Deze geest is waarlijk evangelisch en staat in contrast met een zekere neiging, die soms wordt voorgesteld in naam van inheemse tradities en zelfs van het geloof, om zich in zichzelf terug te trekken.

De tekst van de Grondwet, in een duidelijke en beknopte formulering die doordrongen is van de christelijke geest, stelt verder het volgende: “Wij hebben de algemene plicht om de kwetsbaren en de armen te beschermen”. We worden herinnerd aan de lange geschiedenis van Hongaarse heiligheid, waarvan de vele gebedshuizen in deze hoofdstad getuigen. Van de eerste koning, die de basis legde voor het gemeenschapsleven, gaan we over naar een prinses die de muren van dat bouwwerk nog sterker en zuiverder maakte. De roem van Sint Elizabeth heeft zich over de hele wereld verspreid. Deze dochter van uw land stierf op vierentwintigjarige leeftijd nadat ze afstand had gedaan van al haar bezittingen en alles aan de armen had uitgedeeld. Tot het einde wijdde ze zich aan het verzorgen van de zieken in het hospice dat ze had gebouwd. Ze blijft een uitstekende getuige van het Evangelie.

Geachte autoriteiten, ik spreek mijn dank uit voor de bevordering van de liefdadigheids- en onderwijswerken die geïnspireerd zijn door deze waarden, waaraan de lokale katholieke gemeenschap actief deelneemt, evenals voor uw concrete steun aan de vele christenen wereldwijd die ontberingen en tegenspoed ervaren, vooral in Syrië en Libanon. De samenwerking tussen de staat en de kerk is vruchtbaar gebleken, met respect voor de noodzaak van een zorgvuldige scheiding tussen hun eigen sferen. Het is belangrijk dat alle christenen dit in gedachten houden, het evangelie als hun referentiepunt nemen, vrijelijk de bevrijdende leer van Jezus omarmen zonder toe te geven aan een soort “collaboratisme” met machtspolitiek. Dit vraagt om een gezond gevoel voor “laïciteit” dat niet ontaardt in het wijdverspreide “laïcisme” dat allergisch is voor elk aspect van het heilige en daarentegen bereid is zich op te offeren op het altaar van de winst. Zij die zichzelf als christen belijden, in gezelschap van de getuigen van het geloof, zijn geroepen om te getuigen van en samen te werken met iedereen in het cultiveren van een humanisme dat geïnspireerd is door het evangelie en dat zich beweegt langs twee fundamentele sporen: onszelf erkennen als geliefde kinderen van de Vader en elkaar liefhebben als broeders en zusters.

In dit opzicht liet de heilige Stefanus zijn zoon buitengewone woorden van broederschap na toen hij hem vertelde dat degenen die met verschillende talen en gewoonten arriveren “het land sieren”. Inderdaad, zoals hij schreef, “een land dat maar één taal en gewoonten heeft is zwak en kwetsbaar; daarom dring ik er bij jullie op aan om vreemdelingen met welwillendheid te verwelkomen en hen in achting te houden, zodat ze liever bij jullie zijn dan elders” (Vermaningen, VI). De kwestie van acceptatie en welkom is in onze tijd een heet hangijzer en is zeker complex. Toch kan onze basishouding als christen niet verschillen van de houding die Stefanus zijn zoon aanraadde, nadat hij die van Jezus had geleerd, die zichzelf identificeerde met de vreemdeling die welkom moest worden geheten (vgl. Mt 25,35). Als we denken aan Christus die aanwezig is in zoveel van onze broeders en zusters die in wanhoop vluchten voor conflicten, armoede en klimaatverandering, voelen we ons verplicht om het probleem zonder excuses en uitstel aan te pakken. Het probleem moet samen worden aangepakt, als gemeenschap, niet in de laatste plaats omdat in de huidige situatie de gevolgen ervan vroeg of laat door ons allemaal zullen worden gevoeld. Het is dan ook dringend noodzakelijk om als Europa te werken aan veilige en wettelijke corridors en gevestigde processen om deze historische uitdaging aan te gaan, die onontkoombaar is en erkend moet worden, om een toekomst voor te bereiden die, als ze niet gedeeld wordt, niet zal bestaan. Deze uitdaging vraagt vooral om een antwoord van degenen die volgelingen van Jezus zijn en het voorbeeld van de getuigen van het evangelie willen navolgen.

Het is niet mogelijk om alle grote belijders van het geloof van Pannonia Sacra te noemen, maar ik wil hier op zijn minst de heilige Ladislas en de heilige Margaretha noemen, en enkele majestueuze figuren van de afgelopen eeuw in herinnering brengen, zoals kardinaal József Mindszenty, de zalige Vilmos Apor en de zalige Zoltán Meszlényi, bisschoppen en martelaren, en de zalige László Battyány-Strattmann. Samen met zoveel rechtschapen mensen van verschillende geloofsovertuigingen zijn zij vaders en moeders van jullie land. Aan hen wil ik de toekomst van deze natie, die mij zo na aan het hart ligt, toevertrouwen. Ik dank u dat u geduldig hebt geluisterd naar deze overdenkingen die ik met u heb gedeeld, en ik verzeker u van mijn nabijheid en mijn gebeden voor alle Hongaren, met een speciale gedachte aan hen die buiten het land wonen en aan allen die ik in mijn leven ben tegengekomen en die zo goed voor mij waren. Ik denk aan de Hongaarse religieuze gemeenschap die ik heb bijgestaan in Buenos Aires. Isten, áldd meg a magyart” [God zegene het volk van Hongarije!]