Een straat in Havana © Davide Perillo

Cuba. Ik blijf

De crisis die verergert, de daling van het aantal geboorten. De uittocht van de jeugd. Waarom op het eiland blijven? De getuigenis van Laura, een psychologe in Havana. Uit Traces, juni 2024.
Maria Acqua Simi

In de pittoreske straten van Havana, de hoofdstad van Cuba, passeer je pick-ups vol mensen en muurschilderingen die de revolución vieren, maar ook, in de afgelopen weken, mensen die protesteren vanwege de moeilijke economische situatie van het land. De lokale bisschoppen doen voortdurend oproepen en de mensen hebben het moeilijk. Aartsbisschop van Santiago de Cuba, Zijne Excellentie Dionisio Guillermo García Ibáñez, beschreef de huidige situatie op deze manier aan Agensir: "Mensen moeten behandeld worden op een manier die hen in staat stelt verantwoordelijkheid te nemen voor hun toekomst en hun leven. Anders bestaat het risico dat alles instort. We kunnen niet passief toekijken en niets doen. We kunnen zo niet doorgaan als de getalenteerden en de jongeren blijven emigreren, het land blijven verlaten."

Niet iedereen. Onder degenen die besloten hebben om te blijven is Laura, vijfentwintig, psychologe en de huidige verantwoordelijke van de beweging van Gemeenschap en Bevrijding in Havana. We ontmoetten elkaar in São Paulo, Brazilië, tijdens de bijeenkomst van Latijns-Amerikaanse verantwoordelijken van Gemeenschap en Bevrijding. Ze heeft een schoon, mooi gezicht, typisch Cubaans: zwart haar, olijfkleurige huid, donkere, diepliggende ogen. Sinds enige tijd werkt ze in een kliniek met zwangere vrouwen die de prenatale diagnose van een misvorming of genetische afwijking van de baby hebben gekregen. In de meeste gevallen kiezen deze vrouwen voor een abortus. De Cubaanse gezondheidszorg, die gratis is en beschouwd wordt als uitzonderlijk naar de maatstaven van de wereld, heeft de laatste jaren een aantal grote klappen gekregen. Duizenden artsen hebben het land verlaten. Als gevolg daarvan moest de regering weer strengere emigratiemaatregelen invoeren en zijn de ziekenhuizen overvol. “Mijn werk,” zegt Laura, “bestaat voornamelijk uit het begeleiden van families wanneer ze de diagnose van een genetische aandoening of aangeboren afwijking van de foetus krijgen. Dit betekent ook dat ik naast vrouwen blijf staan die ervoor kiezen om de zwangerschap af te breken. Dat is absoluut het moeilijkste deel voor mij. Abortus druist in tegen alles waar ik voor sta, tegen mijn geloof in het recht van de baby op leven. In het begin was het lastig om met deze tegenstrijdigheid te leven, maar na verloop van tijd, door gebed en door elke dag ten volle te leven, begreep ik dat als God mij - juist mij - op die plek wilde hebben, daar een reden voor moest zijn. Ik begon op een nieuwe manier naar die vrouwen te kijken, niet om wat ze deden. Ik realiseerde me dat hun keuze gepaard ging met enorm lijden, en er zijn niet veel mensen die geïnteresseerd zijn in of de tijd hebben om voor die pijn en dat verdriet te blijven staan."

Blik op Havana © Davide Perillo

Laura beweerde dat wat haar in staat stelde om deze vrouwen met een ander perspectief te benaderen haar geloof was. "Naar deze wereld van lijden kijken met de blik van Christus maakt het verschil. Anders zou ik me ook apathisch en onverschillig gaan voelen, zoals vaak gebeurt met mensen die in Cuba in de gezondheidszorg werken. Elke dag erken ik meer en meer dat God mij op deze plek heeft gezet om met mijn kwetsbare menselijkheid aanwezig te zijn in het leven van deze vrouwen. Daarom vraag ik of ik bij hen mag blijven, zelfs tijdens de opname in het ziekenhuis op de dag van de abortusprocedure, die niet gemakkelijk en vaak ingewikkeld is, omdat de meeste vrouwen uit de oostelijke provincies komen en niet bekend zijn met het proces en de stappen. De tijd die ik met hen doorbreng is kostbaar. Het geeft me de kans om meer te weten te komen over hun leven, dat soms erg moeilijk is."

Sinds 1970 daalt het geboortecijfer in Cuba. Het land heeft de oudste bevolking van heel Latijns-Amerika en het aantal abortussen neemt voortdurend toe, vooral onder jongere vrouwen. Op de VN-lijst van de tien landen met het hoogste abortuscijfer staat Cuba op de vijfde plaats. Volgens de World Population Review “is het geboortecijfer de afgelopen decennia drastisch gedaald en is het nu een van de laagste geboortecijfers op het westelijk halfrond met 9,88 geboorten per 1000 inwoners. Dit is vooral te danken aan de gemakkelijke toegang tot abortus en het wijdverbreide gebruik van voorbehoedsmiddelen, dat naar schatting door 79% van de vrouwen wordt gebruikt... Verwacht wordt dat het geboortecijfer in 2028 tot nul zal zijn gedaald."
In zo'n complexe situatie valt iemand als Laura op. Ze is een anomalie. "Een paar maanden geleden gebeurde er iets wat me ontroerde. Een zwangere tiener, nog maar zestien jaar oud, kwam haar zwangerschap beëindigen omdat bij haar baby darmatresie was vastgesteld. Toen de arts de echo voor de ingreep maakte, merkte hij op dat de verstopping zo klein was dat het ook gewoon een geperforeerde anus had kunnen zijn. Toen ze de aarzeling van de arts opmerkte, vroeg ze me meteen wat er aan de hand was. Ik probeerde haar gerust te stellen en vroeg haar toen: 'Als de dokters je zouden vertellen dat je baby iets heeft dat met een simpele operatie verholpen kan worden, wat zou je dan doen?' Ze flapte eruit: 'Ik zou de operatie zelf doen!' Die ochtend was er, tegen alle verwachtingen in, geen abortus. Toen ik thuiskwam, was ik zo gelukkig als nooit tevoren in mijn leven en ik dankte God voor het redden van dat leven."

"Ik bid een Eer aan de Vader elke keer als een vrouw voor een abortus komt. Mijn gebed en mijn aanwezigheid daar komen voort uit een ontwaakt geweten, alert gehouden door mijn vrienden, de sacramenten en de School van de Gemeenschap."

Maar wat gebeurt er als het de andere kant op gaat? “Ik bid een Eer aan de Vader elke keer als er een vrouw komt voor een abortus.” Het is niet iets sentimenteels of een daad van vroomheid. "Mijn gebed en mijn aanwezigheid daar komen voort uit een ontwaakt geweten. En wat mijn geweten alert houdt, is trouw blijven aan mijn vrienden in de Beweging, aan de sacramenten, aan het lezen van het Evangelie en aan de School van de Gemeenschap, die nooit een formaliteit is. Dit gezelschap van vrienden steunt me op mijn weg en helpt me mezelf te kennen wanneer ik voor uitdagingen sta. De grootste schat die ik ooit heb ontvangen was toen ik op vijftienjarige leeftijd Alejandro uit Matanzas en zijn vrouw bij toeval ontmoette in de parochie. Ze spraken met me over don Giussani en nodigden me uit voor een presentatie van een van zijn boeken en voor de vakantie en andere gestes van de beweging. In het begin begreep ik het niet maar ik werd aangetrokken door de manier waarop mensen op zo'n diepgaande manier over Christus en de Kerk spraken. Ik had nog nooit iemand zo over die dingen horen praten. Ik kom tenslotte niet uit een praktiserend christelijk gezin." Door deze vriendschap “die ik me nooit had kunnen voorstellen”, werd Laura volwassen. De gemeenschap van de beweging in Cuba bestaat tegenwoordig uit ongeveer vijfentwintig mensen in Havana en Matanzas. Elke twee weken komt de groep die rond de hoofdstad woont samen voor de School van de Gemeenschap in de Our Lady of Charity Church. "We kijken ernaar uit om elkaar te ontmoeten en we zouden het graag vaker doen, maar bepaalde uitdagingen en de kosten van vervoer maken dat niet mogelijk. Ik leer iets van elk van deze vrienden." Wat leer je? "Naastenliefde. En trouw, zoals die van Marta, die meer dan zeventig jaar oud is en meer dan een uur loopt om bij ons te zijn, nadat ze de tekst al gelezen heeft, en altijd voorbereid is en vol vragen zit. Mijn familie begrijpt nog steeds niet helemaal waar ik in opga, maar nu zien ze in dat het goed voor me is, iets positiefs. Dat is nog een reden waarom ik blijf."