Katerina Gordeeva (Foto: Fraternità CL/Maria Acqua Simi)

“Voorbij de pijngrens is er leven”

De horror van oorlog documenteren. Wat gebeurt er echt. Het leven en de inspanningen van de Russische katholieke verslaggeefster en documentairemaakster Katerina Gordeeva tegen het collectieve geheugenverlies van haar land over het conflict in Oekraïne
Maria Acqua Simi

“Ik besloot de stemmen van Russen en Oekraïners ter plekke te verzamelen en alles te documenteren, zodat mijn kinderen morgen de geschiedenis kunnen kennen zoals die was, niet verteld door propaganda. En zodat als er in de toekomst rechtszaken zijn deze getuigenissen de waarheid en gerechtigheid kunnen dienen.” We ontmoetten Katerina Gordeeva op een zaterdagochtend toen ze in Italië was, een land waar ze graag zou willen wonen omdat, legde ze uit, ze van zon en lekker eten houdt. Als winnares van de Anna Politkovkskaya prijs 2024 is ze een van de meest invloedrijke onafhankelijke journalisten van Rusland. Deze autoriteit heeft ze in het veld verworven, eerst als verslaggeefster voor de Russische nationale televisie die de oorlogen in Tsjetsjenië, Irak en Afghanistan versloeg, en nu als documentairemaakster. Ze is in 1977 geboren in Rostov aan de Don (in het zuiden, vlakbij de Oekraïense grens), ze is katholiek maar komt uit een Joodse familie. De helft van haar familie woont in Oekraïne, de andere helft in Rusland.

“Ik had altijd herinneringen aan de bussen en minibusjes die Rostov met Doneck, Lugansk, Mariupol' en Melitopol' verbonden. De eigenaardigheden van de woordenschat en uitspraak in Rostov lijken erg op die van de mensen die in Oost-Oekraïne wonen. Gedurende vele jaren van nabijheid hebben we ons vermengd: de inwoners van Kozakken dorpen en boerderijen, van naburige dorpen, zijn met elkaar getrouwd, hebben hun landbouwproductie gecombineerd en hebben kinderen gekregen. Vandaag woont de helft van mijn familie in Kiev, de stad die Moskou de oorlog verklaarde.” Zij en haar man verhuisden echter 10 jaar geleden naar Riga, Letland. “In 2014, na de Russische annexatie van de Krim, realiseerde ik me dat de propaganda van de overheid te sterk was. Ik kon er niet tegen vechten, ik kon niet voor hen blijven werken en ik kon mijn kinderen niet redden van die leugen. Dus verlieten we de Russische Federatie. Het was een pijnlijke keuze, want we lieten familie en zoveel dierbare dingen achter. Zoals de stichting die kinderen met kanker helpt die ik al jaren volg.”

Ze is echter nooit gestopt met werken voor het Russische volk en voor Russischtaligen. “Ook al lijkt mijn land gek geworden, alsof het een collectief geheugenverlies ervaart en de mensen gewoon stil lijken te zijn in het aangezicht van de oorlog, ik wil dat ze nog steeds een stem in het Russisch kunnen horen die hen probeert te vertellen wat er werkelijk gebeurt.” Daarom blijft ze interviews en reportages maken op haar Youtube-kanaal en publiceerde ze onlangs Oltre la soglia del dolore [Voorbij de drempel van pijn], een verzameling van vierentwintig Oekraïense en Russische verhalen over de tragedie van de oorlog. Van beide kanten, zonder censuur. Zoals Dmitry Muratov, Nobelprijswinnaar voor de Vrede en hoofdredacteur van Novaja Gazeta, in het voorwoord schreef: “Katerina Gordeeva is een éénpersoons alternatief geworden voor een kolossale propagandamachine.”

Tijdens haar verslaggeving heeft Katerina heel veel mensen ontmoet, allemaal lichamelijk of geestelijk getekend door het voortdurende conflict. Zoals Danila, die gewond raakte aan haar been, of Rita, die trouwde met een Koreaanse man en besloot dat ze nooit meer terug zou keren naar Oekraïne en dat het weinig uit zou maken of de Russen haar zouden meenemen of dat ze in Oekraïense handen zou blijven. “Ze had gestudeerd voor KNO-arts. Midden in de verwarring van de oorlog bevond ze zich in het bloed, hechtte ze ledematen die door bomontploffingen waren afgerukt en vroeg ze zich af of dit was waarvoor ze had gestudeerd, of dit is waarvoor ze moest leven.” En dan zijn er degenen die ervan overtuigd zijn dat Rusland er goed aan heeft gedaan om tien jaar geleden naar de Donbass te komen, anderen die geen tranen meer willen laten (“huilen is een luxe die niemand zich wil veroorloven”), moeders die gewoon zouden willen verdwijnen na het nieuws van de dood van hun zonen aan het front, jonge weduwen. “Ik heb veel video's gemaakt van deze interviews, maar de stemmen van deze mensen achtervolgden me en ik heb ervoor gekozen om ze ook op papier te zetten. Hoewel er vandaag de dag in Rusland weinig ruimte is voor onafhankelijke journalistiek, zijn er nog steeds mensen.”

Zoals de kleine Katja. “Ik sprak met haar moeder, een naaister wiens man, een metselaar, aan het front was. We spraken over de oorlog en de vrouw had het over de doden, de geamputeerden, de angst voor de toekomst. Ik weet niet hoe lang we daar waren. Plotseling begon dat kleine meisje, dat net Peppa Pig had gekeken, haar moeder te stompen en smeekte haar om op te houden over deze dingen te praten. Waar moeten we het dan over hebben, Katja?”, vroeg ik haar met de obscene hoop van de volwassene die denkt dat kinderen in hun puurheid alles, en beter, weten, rechtstreeks van God. 'Over het goede', antwoordde ze. 'Het goede?' 'Ja.' Toen haalde ze haar schouders op en vroeg haar moeder haar in haar armen te nemen en haar te laten slapen.” Katerina stond ook in ons interview stil bij deze zoektocht naar het goede. “Ik hou zielsveel van Rusland en als ik demonstraties tegen mijn land zie, huil ik. Ik huil omdat we aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan en ik weet dat ik nooit genoeg zal doen om het te stoppen. Haat is zo'n gemakkelijk gevoel. Maar vreugde... is als een bevalling. Ik heb vier kinderen, ik weet wat de pijn van een bevalling is. Maar de vreugde die daarna komt is iets dat niet gemeten kan worden. Ik heb het over christelijke vreugde, het soort waar Paulus het over heeft, het soort dat voortkomt uit de zekerheid dat het kwaad niet het laatste woord zal hebben. Ons christelijk geloof zegt ons dit, ik wil hiervoor leven en dat mijn kinderen hiervoor leven.”

Zie ook: Het kwaad en de liefde die redt

Onlangs, legde ze uit, keek het gezin naar “The Zone of Interest”. De film vertelt het verhaal van een nazi-commandant en zijn familie. Ze wonen naast het concentratiekamp Auschwitz en terwijl de crematoria Joden verbranden leiden ze een schijnbaar perfect bestaan, bewust blind voor de gruwel die zich voor hun ogen ontvouwt. “We kozen ervoor om niet in de comfortzone te leven. Ik was geschokt toen ik me realiseerde dat mijn medeburgers bereid waren de andere kant op te kijken, hun hoofd onder de grond te steken om een vermeende normaliteit te behouden. Niet allemaal natuurlijk, want ik kan bijvoorbeeld niet zwijgen over de buitengewone menselijke inzet van gezinnen die zich in allerlei bochten wringen om Oekraïense vluchtelingen op te vangen in hun huizen, in Rostov of in tijdelijke opvangcentra.” Ze wil geen voorspellingen doen voor de toekomst of over het verloop van de oorlog. “Dat zou een leugen zijn; niemand weet wat er gaat gebeuren.” Vervolgens vroeg ik haar wat er is, voorbij de pijngrens. “Voorbij de pijngrens is er leven. En, zoals een Oekraïense vluchteling me vertelde, misschien een hoger niveau van barmhartigheid.”