
“Maar kent u dit gebed?”
"Dat kleine meisje vertelde me dat de aanwezigheid waar ik om vroeg er was." Getuigenis uit het februari-nummer van TracesIk ben al zo'n vijfenveertig jaar bij CL. Een van de dingen die me altijd heeft getroffen in de beweging is de opvoeding om te zoeken naar de uiteindelijke betekenis in wat we doen, altijd op zoek naar Zijn aanwezigheid. Dit werd onverwacht concreet door de geste van liefdadigheidswerk in een naschools programma georganiseerd door mijn parochie. Ik zat in de klas met een aantal kinderen uit de eerste en tweede klas. Ze waren allemaal druk bezig met hun huiswerk, waardoor er een ongewone stilte ontstond. Maar van binnen voelde ik een onbehaaglijk gevoel. Ik vroeg me af wat ik daar deed. Ik, die geen kinderen heb, moest er zes in de gaten houden. Ik vroeg Jezus me een teken te geven dat mijn verdriet zou veranderen en dat door Zijn aanwezigheid de ware betekenis van deze geste duidelijker zou worden. Terwijl deze ideeën door mijn hoofd spookten liep ik langs de bureaus om hun schriften te controleren. Plotseling hoorde ik een meisje iets mompelen terwijl ze aan het tekenen was. Ik leunde voorover en vroeg haar het uit te leggen. “Ik ben het Angelus aan het opzeggen. Weet u, ik ken het uit mijn hoofd. Wilt u het horen?” “Toe maar. Laat maar horen,” antwoordde ik. Nadat ze het gereciteerd had, vroeg ze me: “Maar kent u dit gebed?” “Natuurlijk.” “Nou, zeg het dan voor!” Ik was een beetje verbaasd, maar natuurlijk droeg ik het voor. Uiteindelijk keek ze me tevreden aan, gaf me een tandeloze grijns en begon weer te tekenen alsof er niets gebeurd was. Dit kleine meisje liet me precies zien waar ik net om had gevraagd, namelijk waar ik moest zoeken naar de betekenis van wat ik aan het doen was. Ik moest die kinderen niet alleen zien als iemand die mijn hulp nodig hadden, maar als getuigen van een grotere aanwezigheid. Dat kleine meisje vertelde me dat de aanwezigheid waar ik om vroeg er was. Mijn vijfenveertig jaar “onderwijs” zijn niet voor niets geweest. Het is echt waar dat we geliefd zijn boven de fouten die we maken.
Camillo, Legnaro (Italië)