
“Professor, vergeeft u ons?
De vraag, bescheiden en duidelijk gesteld door een student na een passende straf, doet de horizon van de dag weer opleven. En het avontuur van het leren begint opnieuwZaterdag – de laatste schooldag van de week. Zonder de gebruikelijke menigte basisschool leerlingen en middelbare scholieren die de voorkeur geven aan een kortere week leek het plein voor het instituut waar ik lesgeef bijna verlaten. Ik stak het haastig over en wisselde een korte begroeting uit met Roberto, een tweedejaars die ook vroeg was gekomen. Maar voor Roberto leek dat korte knikje van erkenning niet genoeg. “Professor!”, riep hij, om mijn aandacht te trekken. “Vergeeft u ons voor wat we hebben gedaan – mijn klasgenoten en ik?"
Wat Roberto en zijn klasgenoten hadden gedaan was weliswaar ernstig maar het was een verleiding die niet onbekend was bij de generaties leerlingen vóór hen. Tijdens de schoolbijeenkomst, toen ze de discussie niet direct relevant vonden voor hun interesses en, gebruikmakend van de algemene verwarring, besloot het groepje een plek buiten de school te zoeken die meer aan hun verwachtingen voldeed. Hun haastige terugtrekking werd ontdekt door een ijverige leraar en kon niet voorkomen dat ze een passende straf kregen, waaronder een schriftelijke reflectie over het incident die aan de klassenraad moest worden voorgelegd.
Nu stond Roberto echter voor mij. Zijn vage glimlach was vrij van kwaadaardigheid en zijn jonge tienerogen verraadden een bijna kinderlijke behoefte om echt gezien en verwelkomd te worden. Die vraag, bescheiden maar duidelijk gesteld, verraste en raakte mij: “Vergeeft u ons, professor?”
"Natuurlijk vergeef ik je, Roberto!” antwoordde ik resoluut, en voegde eraan toe: “Het oordeel over een persoon – ja, want een jongen die om vergeving weet te vragen verdient ongetwijfeld de titel die gewoonlijk voorbehouden is aan een volwassene – kan niet worden gereduceerd tot de fout, het kwaad dat hij heeft gedaan. Er moet veeleer rekening worden gehouden met wat hij ervan heeft geleerd.” Hij knikte krachtig instemmend.
Ik beklom de trappen die naar de ingang van het schoolgebouw leidden, vervuld van verwondering over de provocatie van die korte dialoog. Vergeving. Een mooie manier om de dag te beginnen – of liever gezegd, om te beginnen of opnieuw te beginnen. Roberto's verzoek om vergeving, gericht aan een leraar die afwezig langs hem liep, springt er voor mij uit als een sprankje hoop in een zee van onverschilligheid, rechtmatigheid, minachtend oordeel over de (altijd) onwaardigheid van anderen – iets waarin we elke dag dreigen te verdrinken.
Mario