
Het instrument van barmhartigheid
In Graham Greene's The Power and the Glory is er altijd een sprankje menselijkheid dat uit misère tevoorschijn komt. De hoofdpersoon is een man die, zelfs als hij het ontkent, verlangt naar Gods liefde. Een recensie voor aanbevolen zomerlectuur“Je zult moeite moeten doen om de boot niet te missen.” “Ik zal hem missen,” zei de man. “Het is mijn lot om hem te missen.” Vanaf de allereerste regels van The Power and the Glory worden we getroffen door het dreigende gevoel van een onontkoombare kracht, als de zon die neerbrandt op een uitgedroogd landschap. Er is een lot dat vervuld moet worden, dat erom schreeuwt om gevolgd en gehoord te worden. En er is een man die, ondanks dat hij alles doet om aan die roep te ontsnappen, niet anders kan dan de kracht van het lot dat hem achtervolgt erkennen.
De man is de laatste overlevende priester in de Mexicaanse staat Tabasco, te midden van de felle antikatholieke vervolging door de regering in de jaren dertig. In de roman heeft hij geen echte naam maar wordt hij aangeduid met de denigrerende bijnaam die de lokale bevolking gebruikt: de ‘whiskypriester’. Hij is in feite een dronken priester, een verrader van zijn eigen ambt, die een kind – Brigitta – heeft verwekt bij een lokale vrouw. We volgen hem in zijn verwoede poging om het land te ontvluchten, achtervolgd door een jonge, ijverige politie-luitenant die hem meedogenloos achtervolgt in dienst van zijn ideologie. Maar bovenal wordt de priester achtervolgd door een bestemming die uit liefde voor hem nooit ophoudt hem te roepen.
The Power and the Glory
(In het Nederlands vertaald onder de titel: Het geschonden geweten)
Graham Greene
Er zijn maar weinig boeken die zoals dit boek de somberheid van onze ellende zo goed weten over te brengen. Toch is het een misère waaruit altijd een sprankje menselijkheid naar voren komt: in de ‘whiskypriester’ die, met het gevoel dat hij het geloof heeft verraden, nog steeds liefdevol de woorden van de liturgie in herinnering roept; in Padre José, die trouwt om zijn leven te redden; zelfs in de mestizo (halfbloed) die de hoofdpersoon in een val lokt. Greene weet de essentie te vangen van de mens die, zelfs wanneer hij het ontkent, verlangt naar Gods liefde.
Zelfs het zinderende en zonnige landschap, bewoond door mannen die hun eigen menselijkheid zijn vergeten, wordt gekenmerkt door een onontkoombare leegte, een schreeuw die in de gekwetste ziel van de priester de woorden vindt om zich in gebed te uiten. En zo wordt de grote belofte vervuld, bijna ondanks de incoherentie: God maakt gebruik van die slechterik, van die dronken priester die zich voortdurend verloren voelt, als het onvolmaakte instrument van Zijn barmhartigheid.
De pagina's waarin de priester wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn zonde – het uitdagende gezicht van zijn onwettige dochter – zijn prachtig: hij geeft om haar en haar lot, en zou zijn leven geven zodat God de ziel van dat reeds verdoemde kind zou redden. Het einde is de ontroerende vervulling van deze niet-aflatende barmhartigheid: God vergeet Zijn belofte niet, maar verandert onze ellende in een paradoxaal instrument van verlossing.
* Docent, schrijver en rector van het La Traccia Eduational Center in Calcinate