
Over het gemeenschappelijke oordeel
Uit het Tracce nummer van juni 2001, opnieuw gepubliceerd in Tracce, oktober 2025: de aantekeningen van een gesprek tussen don Luigi Giussani en de monniken van Cascinazza op 20 maart 1982Misschien was het meest voorkomende thema wel de vraag over het gemeenschappelijke oordeel, over hoe het gemeenschappelijke oordeel tot stand komt. Waarom is een oordeel nodig? Een oordeel is nodig omdat het oordeel de weg wijst, leidt. Maar dan is er iets dat nog voor het oordeel komt, namelijk liefde voor de weg en de wil om hem te gaan. Dat is niet onbelangrijk, want als je niet eerst van de weg houdt, dan wordt het oordeel ofwel iets waar je je niets van aantrekt, ofwel een uiting van eigenliefde, een zoeken naar eigenliefde.
Welnu, wat is onze weg? De Heer heeft gezegd: ‘Ik ben de weg’. De weg is het verdiepen van onze relatie met de Heer, dus het verdiepen van onze gedachtenis, zodat ze ons hele leven gaat beïnvloeden en bepalen. Het is het gevoel dat de heilige Paulus uitdrukt aan het einde van het achtste hoofdstvan zijn Brief aan de Romeinen.
Voordat we het woord ‘oordeel’ op waarde kunnen schatten en kunnen pogen te definiëren hoe het ontstaat, of zou moeten ontstaan, moeten we dus letten op ons vertrekpunt, namelijk of we beginnen vanuit dit zoeken naar Christus, vanuit deze gedachtenis van Christus, of niet, omdat onze gedachtenis zwak is, of ‘vanzelfsprekend’, of vormelijk, dat wil zeggen vreemd aan het mechanisme waarmee we het oordeel zoeken. We kunnen een woord gebruiken dat onder ons een beetje in zwang is geraakt door de school van de gemeenschap van dit jaar (Luigi Giussani, Moralità: memoria e desiderio [Moraliteit: gedachtenis en verlangen], Jaca Book: Milaan 1980; red.), namelijk het woord ‘toebehoren’. Een oordeel komt voort uit een besef van toebehoren, het wordt bepaald door het besef van een toebehoren. Aan wie behoor ik toe? Aan wie behoren wij toe? Het oordeel komt altijd voort uit hoe we deze vraag beantwoorden en hoe we het antwoord op deze vraag beleven. Want als je op weg bent, behoor je toe aan de weg, aan de weg die Christus is; als je op weg bent naar je Bestemming, behoor je toe aan de weg die Christus is.
Vervolgens horen we dat het oordeel gemeenschappelijk moet zijn. Het is duidelijk dat het woord, de term ‘gemeenschappelijk oordeel’ ‘communionaal oordeel’ betekent, want anders zou het een oordeel van iedereen betekenen waar iedereen het mee eens is; en dat zou niet alleen gevaarlijk zijn vanuit het oogpunt van de mogelijkheid (die zich zelden voordoet), maar ook onfatsoenlijk vanuit het oogpunt van de weg, omdat het zou betekenen dat het nooit een teken van iets groters zou zijn, dat wil zeggen dat er nooit gehoorzaamheid zou zijn. ‘Gemeenschappelijk oordeel’ betekent ‘communionaal oordeel’; en wat betekent dat dan wel? Het duidt op een oordeel dat voortkomt uit de communio die we onderling beleven; het communionale oordeel drukt een leven van doorleefde communio uit.
Wat betekent een leven van doorleefde communio? Een leven dat samen geleefd wordt om de gedachtenis van Christus te beleven. Want in de broederschap, in een broederlijk gezelschap is Christus’ aanwezigheid het meest pedagogisch, deelt zij zich op een pedagogisch gezien grotere manier mee en wordt ze op een levendigere en zekerder manier geassimileerd. Als de broederlijke communio beleefd wordt, kan men ook spreken van een werkelijk gemeenschappelijk oordeel; maar in de mate waarin er geen inspanning is om het communionale leven te beleven, zal het gemeenschappelijk oordeel de plaats zijn van de pretentie, waar we zullen pretenderen ons standpunt te laten gelden.
Dat wil zeggen: de plaats waar het gemeenschappelijke oordeel wordt gevormd, is de uitdrukking van het gemeenschappelijke verlangen, van de gemeenschappelijke inspanning om de weg te vinden die de gemeenschap moet inslaan, zodat iedereen – en dus ik in het bijzonder – meer geholpen wordt Christus te begrijpen en lief te hebben.
Ook wanneer jullie praten over de stal of de velden, praat je over de stal en de velden niet omdat jullie marusè’s zijn (zoals ze in Milaan zeggen; marusè betekent ‘makelaar’), maar omdat je Christus zoekt. Kortom, wanneer je het erover hebt of een raam hier of daar moet komen, moet je dit in gedachten houden, niet omdat het rechtstreeks met het raam te maken heeft, maar omdat het te maken heeft met de beweegreden waarom het raam je interesseert; en dit motief kan ideeën geven en standpunten opleveren of een andere gevoeligheid verlenen, ook als je over het raam spreekt. ‘Christus alles in allen’: dat is de formule van het christelijke leven, en daarom is het ook de formule van het kloosterleven, dat een bijna sacramenteel teken is van het christelijke leven.
Maar hoe komt dit gemeenschappelijke oordeel tot stand? Ik heb al twee dingen gezegd die het belangrijkst zijn:
1) ten eerste moet je, om een oordeel te kunnen geven, de liefde voor Christus beleven, want daarvoor zijn we op deze weg;
2) ten tweede moet je, om een oordeel te kunnen geven, het communionale leven beleven; alleen zo wordt het oordeel uitdrukking van je liefde voor het gemeenschapsleven.
De volgende stap is dan:
3) een oordeel is het werk van het verstand of van het geweten.
(...) Zie bijgevoegde pdf
- Over het gemeenschappelijke oordeel 148 KBOver het gemeenschappelijke oordeel