Sporen van de christelijke ervaring - ontmoeting met Christus
Meditatie van Don Giussani over de ontmoeting met Christus, afkomstig uit de reeks Tracce d’esperienza cristiana (1960), in het Nederlands gepubliceerd in Litterae Communionis, december 1998.1. De gebeurtenis
Wat wij als menselijke ervaring beschreven hebben is alle mensen eigen. Alleen Christus heeft al deze aspecten van het menselijk bestaan adekwaat waargenomen en te voorschijn gebracht. Hij alleen heeft hun definitieve zin geopenbaard, doordat hij ze op onverwachte en onvoorziene wijze een waarde heeft toegekend. De historische ontmoeting met deze mens vormt het centrale punt van waaruit de menselijke ervaring begrijpelijk wordt en haar beslissende betekenis krijgt.
Juist deze ontmoeting willen wij nu opnieuw beleven. En daarom zullen wij nu de eerste momenten waarin deze gebeurtenis voor het eerst opdook bekijken:
"De volgende dag stond Johannes daar weer, nu met twee van zijn leerlingen. Hij richtte het oog op Jezus die voorbijging en sprak: 'Zie het Lam Gods' De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen en gingen Jezus achterna. Jezus keerde zich om en toen hij zag dat zij hem volgden, woeg hij hun: 'Wat willen jullie?'. Zij zeiden tot hem:'Rabbi' -vertaald betekent dit: 'Meester'- 'waar woon jij?'. Hij zei hun: ªKom en zie!'. Daarop gingen zij mee en zagen, waar hij woonde. Die dag bleven zij bij hem. Het was ongeveer het tiende uur" (Joh.1,35-39).
Eén van de twee is degene, die de gebeurtenis vertelt en die -ondertussen al honderd jaar oud- zich precies elk detail van dit uur herinnert. Want deze gebeurtenis was voor hem het begin van een nieuw leven.
En het verhaal gaat verder met de ontmoetingen van Philippus en Natanaël. De laatste was de 'oude' onder hen, hij was een ervaren en verstandig mens, die zich door niemand iets liet wijs maken. 'Kom en zie' riepen hem de anderen toe. Om iemand te overtuigen, is dit altijd het beste argument. "Jezus zag Natanaël naar zich toekomen en zei over hem: 'Dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is!' ..." 'Hoe ken jij mij?', vroeg Natanaël hem, die zich niet wilde laten verblinden. "Voordat Philippus jou riep, zag ik jou onder de vijgeboom zitten". En Natanaël is onmiddellijk overtuigd: "Rabbi, jij bent de Zoon van God" (verg. Joh.1,45-49). Vanaf dit ogenblik begint Chrìstus, die mens, in het denken en doen van anderen een rol te spelen.
(...)