De werkelijkheid als teken van het Mysterie

Registratie van de presentatie van de Nederlands uitgave van het boek van Don Giussani Je leven geven voor het werk van een Ander door prof. R.M. Wibier, hoogleraar privaatrecht aan de universiteit, van Tilburg en Michiel Peeters, studentenpastor

Uit de inleiding door Michiel:

Michiel:
Volgens mij is het gerechtvaardigd om te denken dat Luigi Giussani een van de grote figuren zal blijken te zijn van de kerkgeschiedenis, op het niveau van een echte grote denker, kerkvader, pedagoog, van het kaliber van Augustinus, Philippus Neri, Newman en Don Bosco. Als een kerkvader uit de eerste eeuwen combineerde hij helderheid en oorspronkelijkheid van denken altijd gebaseerd op de pastorale praktijk, en uiteindelijk wel gestold in een tamelijk omvangrijk ouevre, met een onvermoeibare inzet voor degene die hij aan zijn zorgen wist toevertrouwd. En net als de andere genoemde persoonlijkheden was Giussanis terrein dat van de opvoeding. En Giussani begreep de term opvoeding als de geest van de mens helpen binnen te gaan in het geheel van de werkelijkheid. Binnenleiden in de werkelijkheid als geheel, of, met een citaat van St.Paulus: "Opvoeden is leren om alles te keuren en het goede te behouden"

Uit het betoog van Prof. Wibier:

Prof. Wibier
"Ik ben Michiel dankbaar dat hij me heeft gewezen op deze belangrijke denker in de katholieke traditie maar dat neemt allemaal niet weg dat dat gedachtengoed toch wel enigszins wereldvreemd is in die zin dat het vaak diametraal tegenover de huidige tijdgeest staat en die tijdgeest is toch iets waarin wij allemaal of dat nou willen of niet dagelijks worden gemarineerd. En een van de eerste dingen die ik me ben gaan afvragen: waarom is dat wat Giussani schrijft dan zo anders. En ik ben natuurlijk een beginneling en ik ben nu aan het spreken tot een kring van mensen die waarschijnlijk veel meer van zijn werk weten, die wel zeker veel meer van zijn werk weten, maar dit is wat ik er heb uitgehaald als punten die in ieder geval van belang zijn: het eerste - en Michiel zei dat al een beetje - is dat teken: de wereld, de werkelijkheid, alles wat we om ons heen zien, alles wat aan ons geopenbaard wordt in zekere zin, gewoon als we onze ogen opendoen, de bomen, de bloemen, de mensen om ons heen, de hemel en de sterren, alles is een teken. Een teken, een wegwijzer naar iets anders, naar iets diepers, naar iets fundamentelers. En waar verwijst dat teken dan naar? Volgens mij zegt Giussani op veel plekken dat dat naar iets eeuwigs en naar een Mysterie verwijst. En naar iets oneindigs, en dat eeuwige en oneindige, dat kun je God noemen, en als dat je conclusie is, dan is dat een rationele conclusie n.a.v. die tekens. Het is in ieder geval een mogelijk oordeel over het teken wat de werkelijkheid ons biedt."

"Het enige echte Mysterie is daarom: Hoe komt het dat ik er ben, waaruit besta ik, hoe kan dit ding dat ik voor me heb bestaan? Waaruit bestaat de steen? En waaruit bestaat de zee?" In een ingezonden brief in de NRC vond ik zo maar gratis en voor niets en in niet mis te verstane bewoordingen het antwoord op al deze diepzinnige vragen van Giussani: en omdat dat antwoord zo mooi is lees ik u die brief graag voor: "

De mens slechts een chemisch proces
Toch hebben natuurlijkwetenschappelijke modellen een heel helder antwoord op de vraag wat de mens is. Descartes stelde dat dieren machines zijn. Darwin beschreef de ontdekking van natuurlijke selectie en daarmee expliciet dat de mensen ook dieren zijn. Inmiddels is de stoffelijke aard van het leven op aarde grotendeels ontrafeld. Scheppende kracht en vorm zijn één: de massa-energie. De deeltje hiervan gaan sequentieel interacties aan en vormen nieuwe gedaantes. Onder daarvoor geschikte omstandigheden is aldus de vorm ontstaan die wij leven noemen. Dit is een automatisch selectieproces zonder doel waar wij met onze hersens na 4 miljard jaar een produkt van zijn. Ons brein is een complex gestructureerde verzameling macromoleculen waarbinnen zich nauwelijks begrepen chemische en elektrische processen afspelen. Maar in essentie is het een door selectie ontwikkelde geprogrammeerde keuze-automaat. Een raadselachtig produkt van deze aktiviteit is de suggestie dat we een kern hebben die via ons brein het lichaam bestuurt, ons bewustzijn, wezen, geest of ziel genoemd. Om verwarring te voorkomen noem ik dit de "Ik-illusie". De verklaring van dit zelfbedrog is de heilige graal van de neurowetenschappen. De Ik-illusie volgt één-op-één de levensloop van ons brein. Bij de geboorte is de hardware nog niet klaar voor de volledige programmatuur - een baby heeft geen ik-besef maar zoekt al wel de tepel en heeft een zuigreflex. Wanneer je slaapt of onder narcose gaat dan ben je in de roes niet meer dezelfde. Slijten de hersenen af, en leidt dat tot diepe dementie, dan verliest het brein zichzelf definitief. Allemaal situaties die niet rijmen men een dominante onstoffelijke denkende ziel - of - zoals W.F Hermans het bondig verwooordde in zijn "Het sadistisch universum" - de mens is een chemische proces als een ander.


Giussani: "Het nihilisme is het onvermijdelijke gevolg van allereerst een antroprocentrische aanmatiging volgens welke de mens in staat zou zijn zichzelf op eigen kracht te redden". De illusie van de mens dat de mens het Mysterie zou kunnen beheersen - en die illusie moet ook meespelen als je zo'n zelfverzekerde toon hebt. Wat Giussani voorspelt beschrijft de brievenschrijver ook een beetje: het nihilisme vernietigt de meest onverbiddelijke grootte in de mens: het vernietigt de mens als persoon. En de brievenschrijver heeft het zelfs over de ik-illusie.

"Ook de natuurwetenschappelijk georiënteerde brievenschrijver geeft een oordeel over de werkelijkheid: Zonder dat oordeel gaat het kennelijk niet. Dus de natuurlijkwetenschappelijke mens geeft wel degelijk ook een oordeel. En het is weliswaar een oordeel dat lijnrecht tegenover dat van Giussani staat maar het wordt niet een beter oordeel omdat het wetenschappelijk zou zijn want dat is het nou net niet."

"Ik denk dat u het met me eens zult zijn dat de aangehaalde brief ontzettend ver verwijderd staat van het gedachtgoed van Giussani die de werkelijkheid interpreteert als een teken van God. Geloof in het mysterie in God is dan een oordeel over die werkelijkheid maar - let wel - een rationeel oordeel zoals de constatering dat die werkelijkheid doelloos is een oordeel over die werkelijkheid is en geen natuurwetenschappelijke vaststelling. En de conclusie is dan misschien dat als je alleen de natuurwetenschappelijke kennis toelaat dat je dan een deel van de rede amputeert".