'Christus, leven van het leven'

De Geestelijke Oefeningen van de Fraterniteit van Gemeenschap en Bevrijding, gehouden van vrijdag 29 april tot en met zondag 1 mei 2022 via videoverbinding , dit jaar gesproken door pater Mauro-Giuseppe Lepori, generaal-abt van de Cisterciënzerorde.

Uit de inleiding van Davide Prosperi:
(…)
Waarom zijn wij vanavond hier? Waarom zullen we deze drie dagen samen blijven, sommigen hier, anderen op afstand, maar hoe dan ook samengebracht? Wat heeft ons ervan overtuigd nogmaals bijeen te komen, na twee jaar pandemie die ons eenzaamheid en ook verdriet om het verlies van veel dierbaren heeft laten ervaren; samen na de beproevingen en schokken die onze beweging getroffen hebben; samen tegenover een onzekere toekomst, overschaduwd door de dood en het kwaad van de oorlog?
Toen hij in 1992 de Geestelijke Oefeningen van de Fraterniteit inleidde, antwoordde don Giussani op deze vraag als volgt:
"… wat echt van belang is bij dit aanwezige gezelschap is iets wat we onverbiddelijk gemeenschappelijk hebben. Wij hebben elk onze eigen persoonlijkheid, ons eigen gezicht, ons eigen hart, ons eigen temperament, ons eigen karakter, en betrekkelijk weinigen van ons kennen elkaar in deze details; maar ook de personen die ik nog nooit gezien heb, die verloren gaan in het donker, nog versterkt door deze machtige lampen die in mijn ogen branden, ook degenen die ik nooit gezien heb, hebben met mij gemeen het leven als een taak die gerealiseerd, volbracht moet worden; een opdracht die niet bedacht of gewild is door mij of door hen, een gemeenschappelijke taak, identiek voor mij en voor de laatst aangekomene, de geografisch verst verwijderde onder jullie: een toegewezen taak. Wat we gemeenschappelijk hebben is dat we van deze taak het ‘waarom’ willen weten, verlangen te weten, met heel ons hart eisen te weten; en we willen ook weten waar heel onze vitaliteit, heel onze zeggingskracht, heel onze toewijding, heel ons leven in uitmondt, wat het doel van ons leven is, met de moeite die we moeten doen, de tegenstellingen die we moeten ondergaan, de schaamte over onszelf die we moeten verdragen (‘Bid voor ons zondaars’). Deze dingen hebben we allemaal gemeenschappelijk, het zijn de belangrijkste zaken voor ieder van ons. Wij komen alleen maar samen om deze woorden opnieuw te onderzoeken, deze woorden die, omdat ze de essentiële woorden van ieders leven zijn, steeds dezelfde zijn en nooit hetzelfde zijn wanneer we ze herhalen. En dat is juist het wonder en het mysterie van een leven dat leven is, dat zich uitdrukt op het niveau van deze woorden die dramatisch doorslaggevend zijn voor een gezicht dat eeuwig duurt, dat voorbestemd is om eeuwig te duren: het eeuwige gelaat van ons ik" ( L. Giussani, Un avvenimento nella vita dell’uomo [Een gebeurtenis in het leven van de mens] Bur: Milaan 2020, p. 86-87.).
(…)