Christenen in Jemen, een standvastige aanwezigheid
De slepende oorlog, de kleine lichtpuntjes van vrede. En de dialoog met de moslimwereld. Een jaar na zijn aantreden spreekt de apostolisch vicaris voor de regio Zuid-Arabië, Mgr. Paolo Martinelli, over wat daar gebeurt.Al bijna negen jaar woedt er een burgeroorlog in Jemen, dat nu het toneel is geworden van een "machtsstrijd" tussen twee grootmachten in de regio, Iran en Saoedi-Arabië. Een bloedig conflict dat aan duizenden burgers het leven heeft gekost en het land heeft verwoest. Enkele weken geleden werd echter met de hervatting van de diplomatieke betrekkingen tussen Riyad en Teheran, een akkoord over de uitwisseling van honderden gevangenen en een substantiële wapenstilstand in de grondoorlog, de weg naar vrede geopend.
"Ik wil niet ingaan op geopolitieke analyses, maar de tekenen die we zien zijn zeker bemoedigend." Dit zijn de woorden van Mgr. Paolo Martinelli, een kapucijn, precies een jaar na zijn benoeming tot apostolisch vicaris voor de regio Zuid-Arabië (VAE, Oman en Jemen). Dit is een zeer complex gebied in de wereld waar, hoewel de meerderheid van de inwoners islamitisch is, er nog steeds een aanzienlijke christelijke aanwezigheid is, geschat op ongeveer een miljoen mensen. "De hoop is dat het conflict snel zal eindigen en de wederopbouw zal beginnen. Daar is grote behoefte aan."
Hoopgevende berichten over vrede in Jemen. Hoe ervaren christenen in de regio dit nieuws?
Het is noodzakelijk onderscheid te maken tussen wat er in de Emiraten en Oman gebeurt en wat er in Jemen gebeurt. Het zijn totaal verschillende realiteiten. In de VAE (waar het vicariaat vandaag gevestigd is) en Oman is de levenskwaliteit zeer goed, er is vrede en welvaart. In Jemen is de situatie heel anders, omdat de oorlog formeel nog niet voorbij is. De hoop is zeker groot en we hopen allemaal dat de zaken ten goede zullen keren, ook al is geloofwaardig nieuws moeilijk te krijgen.
Maar wat is nu de werkelijke situatie van de christenen in Jemen?
Het is niet mogelijk te zeggen hoeveel het er zijn, omdat er geen gegevens zijn. Maar hoe klein ook, er is een christelijke aanwezigheid. En die is geworteld. Dit ondanks jaren van oorlog, blijkens het getuigenis van de Zusters van Moeder Teresa die altijd achter de mensen hebben gestaan. Het feit dat ze er zijn is iets heel kostbaars. Ze geven echt hun leven, ze bieden het helemaal aan voor die mensen. De paus heeft nog maar een week geleden in zijn catechese over apostolische ijver aandacht besteed aan het thema martelaarschap door ook de vier Zusters van Moeder Teresa te herdenken die in 2016 in Jemen door extremisten zijn vermoord. Hij noemde hen allen bij naam: zuster Anselm, zuster Judith, zuster Margarita en zuster Reginette. Sinds hun martelaarschap is er een blijvende aanwezigheid opgebloeid; vandaag zijn er nog altijd acht zusters van hun orde. En bij hen is een Italiaanse priester die van de ene gemeenschap naar de andere trekt om de bediening van de sacramenten en een aanwezigheid voor de overgebleven gelovigen te garanderen. Door het conflict moesten veel christenen Jemen verlaten, vooral in het begin van de oorlog, toen gewapende bendes het land beheersten. Sommigen zijn echter gebleven. En de hoop is dat ze langzamerhand allemaal kunnen terugkeren.
Is het u gelukt deze mensen te ontmoeten?
Hoewel het een grote wens van mij is heb ik de gemeenschap van Jemen nog niet kunnen ontmoeten. Maar we wisselen voortdurend van gedachten, we praten regelmatig. Tijdens een van de laatste gesprekken heeft de priester daar mij bevestigd dat het beter gaat; ze kunnen zich nu bijvoorbeeld verplaatsen, hoewel ze dat altijd samen en per auto moeten doen. Voorheen was het erg gevaarlijk. De twee gemeenschappen van de Kleine Zusters van Moeder Teresa zijn zeer bekend. Ze waren gewenst door de regering zelf, die hun nut en menselijkheid had erkend. Ook nu nog zijn ze geliefd om het uitzonderlijke liefdadigheidswerk dat ze doen, vooral in twee tehuizen voor bejaarden en de geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Het is hun dagelijkse routine om deze mensen te dienen, net als de priester die bij hen is. Een leven in dienstbaarheid, zorgend voor anderen. Met of zonder oorlog.
U sprak over de vlucht van christenen aan het begin van de oorlog en de mogelijkheid dat ze terugkeren. Zou dat kunnen gebeuren?
Het is te vroeg om dat te zeggen. De situatie is nog heel delicaat. Sommige kerken in Jemen zijn verwoest of beschadigd en moeten worden herbouwd. Ik denk aan die in Aden, de eerste zetel van het vicariaat, met een eeuwenoude traditie. En voor mensen is het niet anders. Alles zal opnieuw moeten worden opgebouwd. En dan zijn er, zoals we zeiden, ook Jemenitische christenen die er altijd hebben gewoond, autochtonen. En die een groot geloofsgetuigenis afleggen.
Hoe is de situatie in de Emiraten en Oman?
In de Emiraten zijn de christenen er vooral om te werken. Daarom zeg ik altijd dat de onze een authentieke "kerk van migranten" is. De gelovigen zijn migranten. De bisschop is migrant, net als de priesters en religieuzen. Er is geen andere plaats ter wereld waar de Kerk zo divers is en tegelijkertijd in dialoog met de moslimwereld waarin zij leeft.
Daarover gesproken: het afgelopen jaar was u vicaris in het land waar paus Franciscus en de grootimam van Al-Azhar Ahamad al-Tayyib in 2019 het prachtige "Document voor Menselijke Broederschap" ondertekenden. In die tekst ligt veel nadruk op de "cultuur van de dialoog." Maar wat betekent dat concreet?
Hier in de Emiraten is de dialoog een gevestigde realiteit. De regering heeft er veel werk van gemaakt; er is zelfs een ministerie voor gastvrijheid ("tolerantie") en coëxistentie. Dat document was zeker een keerpunt waardoor de afgelopen jaren ontmoetingen, relaties, vriendschappen zijn ontstaan... Elk jaar wordt deze gebeurtenis herdacht met een groot gezamenlijk feest en er is zelfs een prijs ingesteld. Maar als we in het concrete willen treden, een mooie realiteit is het Abrahamitische Familiehuis....
Wat is dat?
Het is een plek waar een moskee, een katholieke kerk en een synagoge zijn gebouwd en waar een imam, een priester en een rabbijn wonen. Op de een of andere manier is er sprake van een gedeelde vorm van leven, en dit centrum laat zien dat de dialoog werkelijk tot een gemeenschappelijke weg kan leiden. Natuurlijk is het een pas geboren ervaring, afgelopen 16 februari. Maar het is springlevend en staat open voor iedereen. We vieren er elke dag de mis en hebben momenten van coëxistentie met andere religies. Tijdens de Ramadan, wanneer de moslims 's avonds hun vasten verbreken, wat in het Arabisch iftar heet, werden we allemaal uitgenodigd om de avond samen door te brengen, te eten en over van alles en nog wat te praten. Net als bij de rabbijn, imam en priester is ons hele leven hier erop gericht elkaar te leren kennen.
Een jaar na uw aanstelling, wat hebt u ontdekt toen u hier woonde?
Voor mij is hier zijn een groot avontuur. Ik ga rond in alle parochies en ontmoet realiteiten die me voortdurend verbazen omdat ze zo verschillen van de realiteit waar ik voordien in Italië was. De kerken hier zitten altijd voor de mis stampvol, vaak krijgen we niet eens iedereen binnen, het verlangen om bij de christelijke geschiedenis te horen is groot. Hun enthousiasme is om van te leren. Natuurlijk ontbreekt het soms niet aan spanning, omdat het niet altijd gemakkelijk is de verschillende gemeenschappen, die verschillende riten en talen hebben, op elkaar af te stemmen, maar ik besef dat dit problemen zijn die tenslotte voortkomen uit gehechtheid aan het leven van de Kerk, uit liefde voor Jezus Christus. Deze maanden naast deze mensen hebben mij doen staan voor het mysterie van God, het gelaat van Christus.
Zie ook Oekraïne: bescherm uw hart
Wat boeit u het meest? Voelt u zich niet alleen in uw missie?
Twee moeilijke vragen. Ik ben gefascineerd door de interculturele capaciteit van het christelijk geloof: het is een aspect van Gods geloof dat mysterieus is en daarom vraag ik de Heer elke dag om meer te begrijpen. Als ik de mis vier, zie ik voor mij Filippino's, Indiërs, Libanezen die samen het avontuur van het geloof beleven en mijn hart vult zich met dankbaarheid. Hoe is dit alles mogelijk? De Heilige Geest verricht hier echt iets uitzonderlijks. Daarom ook - en dit is mijn antwoord op de tweede vraag - voel ik me niet alleen. Er zijn zoveel priesters, vrouwelijke en mannelijke religieuzen, gezinnen, studenten... En er is de vriendschap met emeritus-bisschop Paul Hinder, mijn voorganger, die me zo goed helpt. Denk aan die zusters in Jemen, die priester. Ze voelen zich niet alleen, ze ervaren een diepe verbondenheid. En als het voor hen mogelijk is...