De ogen gericht op Jezus, Aanvoerder en Voltooier van ons geloof

De Geestelijke Oefeningen van de Fraterniteit van Gemeenschap en Bevrijding, gehouden van vrijdag 14 april tot en met zondag 16 april 2023 te Rimini, gesproken door pater Mauro-Giuseppe Lepori, generaal-abt van de Cisterciënzerorde.

Uit de inleiding van Davide Prosperi:

(...)
We hebben dus drie maanden lang gewerkt met de woorden die de paus ons die dag ("Laat deze heilige profetische en missionaire rusteloosheid in jullie harten branden") gezegd heeft, en daarin enkele fundamentele aanwijzingen gevonden over de beste manier om de grote verantwoordelijkheid die ons is toevertrouwd, namelijk om door ons leven en onze gemeenschap bij te dragen aan de ontplooiing van het charisma dat God via don Giussani aan de Kerk heeft toevertrouwd, met volwassenheid te beleven. Zo hebben we aan den lijve kunnen ondervinden waarover wij deze zomer tijdens de Internationale Assemblee van de Verantwoordelijken hebben nagedacht en waaraan wij vervolgens in onze gemeenschappen tot aan de audiëntie van de paus hebben gewerkt: de co-essentialiteit tussen charisma en instituut. Ofwel, om de woorden van de Heilige Vader te gebruiken, tussen ‘charisma en instituut, die elkaar aanvullen en beide noodzakelijk zijn’. Zoals jullie je zullen herinneren, hebben we afgelopen zomer een vergelijking gemaakt met de figuren van Petrus en Johannes en de inleiding op die geste afgesloten met twee vragen. Ten eerste vroegen we ons af waarom de Heer deze onherleidbare spanning in de communio tussen charisma en instituut gewild heeft, een eenheid in spanning zodat er niet één enig punt is waardoor alle profetie, alle genade, alle werkzaamheid van de Geest gaat. Het antwoord op deze vraag lijkt ons vandaag duidelijker door de ervaring die we samen hebben opgedaan, vaderlijk bijgestaan door het gezag van de Kerk. De tweede vraag, als jullie je die herinneren, was enigszins onbeantwoord gebleven: als het waar is dat Johannes de meest charismatische was, zo vroegen wij ons af, waarom dan niet hem in plaats van Petrus gekozen als de uiteindelijke leider van de Kerk? Waarom niet gekozen voor de discipel ‘die Jezus liefhad’ (dit zijn woorden uit het Evangelie)? Vandaag, in het licht van de woorden van paus Franciscus, geloof ik dat we ten minste een beetje de betekenis van Jezus’ keuze kunnen begrijpen. Ik denk dat we allemaal nog steeds de stem van don Giussani in ons geheugen dragen die op het Sint-Pietersplein weerklonk en ons hart deed trillen met een van zijn krachtige opmerkingen over het ‘ja’ van Petrus. Dit ‘ja’ dat zo arm, eenvoudig en tegelijkertijd grandioos was, omdat het vooral het gevoel van onwaardigheid, van kleinheid dat Simons hart vervulde, kon overwinnen. Welnu, toen de paus sprak over de nederigheid als onontbeerlijke voorwaarde om adequaat te kunnen antwoorden op waar de huidige tijd om vraagt, kon ik niet anders dan in dit aandringen van Franciscus de echo horen van de stem van don Gius die spreekt over Petrus, deze norse visser aan wie de Heer, als hij hem de immense verantwoordelijkheid over zijn Kerk toevertrouwt, slechts één vraag stelt: ‘Hou je van mij?’, ‘Hou je van mij?
(...)