Gaza-stad (Ansa/Mohammed Saber)

De enige woorden die over vrede spreken

De gebeurtenissen in het Midden-Oosten en over de hele wereld vormen een spiraal van haat die niet te stoppen lijkt. Wat heeft dit drama met ons te maken? En wat is er nodig om dit alles het hoofd te kunnen bieden?
Tommaso Agasisti*

We zijn allemaal geschokt door wat er gebeurt in Israël en Palestina, door het feit dat we ons opnieuw bevinden in een wereld die alleen lijkt te worden gedomineerd door geweld, terreur en dood. Het feit dat deze gebeurtenissen plaatsvinden op plaatsen die relatief ver van ons af liggen doet er niet toe: iedereen voelt zich onderdeel van deze spiraal van haat, die niet te stoppen lijkt en waar we ons machteloos en verbijsterd tegenover voelen. Tegelijkertijd is het onmogelijk om niet een moeilijke en diepgaande vraag te stellen: "Wat heeft deze omstandigheid, dit drama, met mij te maken? Wat zegt het over mijn leven, mijn heden, mijn bestemming?". Het serieus nemen van deze vraag heeft de afgelopen weken tot een aantal interessante gesprekken met studenten en collega's geleid.

In deze dialogen vielen me twee factoren in het bijzonder op. De eerste is dat we gemiddeld genomen een tekort hebben aan informatie, gegevens en historische kennis van de situatie. Dit lijkt me een teken des tijds: we willen overal een mening over hebben - of beter gezegd, overal een oordeel over vellen - maar we hebben niet eens de informatiemiddelen om dat te doen. Over zulke complexe en tragische omstandigheden moeten we het geduld hebben, zeg maar gerust de nederigheid, om te lezen, te studeren en te onderzoeken. Hoe moeilijk is het om dat te doen in de context waarin we leven! Het lijkt erop dat het formaat van informatie altijd en alleen een paar regels moet zijn, de krantenkop, de post op Instagram. Bovendien worden we sterk gestimuleerd om ons alleen met onze eigen zaken bezig te houden en de grote problemen in de wereld te negeren. Hoe vaak zien we niet af van het lezen van kranten of het luisteren naar vergaderingen omdat "we het druk hebben, we moeten studeren, we moeten werken..."; het zou interessant zijn om te begrijpen wat het betekent om onszelf op te voeden tot een echte cultuur.

De tweede factor heeft te maken met het soort informatie dat we van kranten en televisie krijgen. Kranten en het nieuws staan tegenwoordig vol met technische, politieke en sociale beschrijvingen. Dit zijn natuurlijk doorslaggevende factoren. Tegelijkertijd, hoe meer je je door deze lens verdiept in wat er gebeurt, des te meer realiseer je je dat het onmogelijk is om een glimp op te vangen van een oplossing die alleen dat pad volgt. De meest verfijnde historische analyses, de meest intelligente politieke voorstellen kunnen zichzelf niet aanbieden als een volledig antwoord op de zinvraag waar elk van onze harten om schreeuwt, wanneer het kijkt naar de tragische realiteit die voor ons ligt. Het lijken ons immers juiste, echter slechts partiële antwoorden.

Wat moeten we dan doen? Hoe kunnen we serieus omgaan met de tragedie die zich voltrekt, zonder de diepte en waarheid van onze zingevingsvraag te verloochenen? We hebben een woord nodig, een hypothese, een hoop die groter is dan wijzelf.

Het trof me om Lucas 6:27-38 opnieuw te lezen: "[Op dat moment] zei Jezus tegen zijn discipelen:" 'Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat, keert hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt, belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. [...] Als gij bemint wie u beminnen wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben. Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Dat doen de zondaars ook. [...] Neen, bemint uw vijanden, doet goed en leent uit zonder erop te rekenen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn, dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten.'

Het is een ongelooflijk voorstel. Het klinkt als de woorden van een krankzinnige. Wie kan iemands vijand liefhebben? Hoe kun je van iemand houden die je kind heeft vermoord, je moeder heeft verkracht, je vriend heeft ontvoerd? Het is onmogelijk. Toch zijn dit de enige woorden die anders zijn, waar. De enige woorden die doordrenkt zijn van hoop, niet van de illusie van een onmogelijke vrede. De enige woorden die gevuld zijn met onvoorwaardelijke liefde, niet met haat. De enige woorden die een beloning beloven (een grote beloning!) en geen wraak. In feite zijn het de enige redelijke woorden tegenover de irrationaliteit van het beestachtige gedrag van de mens. Geloven in de Man die ze sprak, in Zijn Aanwezigheid en aanwezigheid in de geschiedenis, is de enige ware hoop. Daarom was het gebaar van gebed, vasten en onthouding op dinsdag 17 oktober, gevraagd door kardinaal Pizzaballa, groot en redelijk. En daarom is het voortdurende pleidooi van paus Franciscus voor vrede groots en waarachtig. Het is geen "aanpak van priesters": het is de erkenning van echte mensen die hun onvermogen, hun onmacht, hun totale onmogelijkheid om goed te doen hebben gezien en ervaren en daarom hun hoop toevertrouwen aan Hem die vrede kan geven.

Zie ook: Pizzaballa: "Christus won de wereld door lief te hebben"

Alleen vanuit het verlangen om anderen diepgaand en onbaatzuchtig lief te leren hebben, zoals Jezus ons heeft geleerd, is het de moeite waard om met doeltreffende acties te komen. Het gaat er niet alleen om het conflict op te lossen en de politieke problemen die het conflict hebben veroorzaakt aan te pakken: we moeten streven naar echte vrede, die alleen mogelijk is door te vertrouwen op Iemand die groter is dan wijzelf. Er zijn veel acties die mensen kunnen ondernemen voor echte vrede, en ze moeten met alle beschikbare energie worden nagestreefd: investeren in het onderwijs van kinderen en jongeren, de diplomatieke opties voor duurzame stabiliteit opnieuw onderzoeken, werken aan een onmiddellijk 'staakt-het-vuren' dat de eindeloze pijn van nieuwe slachtoffers bespaart. Hoeveel werken zijn er niet geboren en gegroeid in die gemartelde gebieden, die deze doelen al enige tijd krachtig nastreven (denk bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van christenen in het Heilige Land gedurende zoveel decennia). Moge de creativiteit, intelligentie en moed van de mensen zich in dienst stellen van de vrede: moge de mensen leren al hun broeders lief te hebben, zelfs hun vijanden.

*Professor Economie en Bedrijfsorganisatie aan de Polytechnische Hogeschool van Milaan