Dimensies van de christelijke ervaring

Cultuur, caritas en missie zijn de dimensies die de ervaring van de christen kenmerken. Want deze ervaring onthult een levensopvatting en drukt deze uit, erkent en realiseert de liefde als de hoogste wet van het bestaan, opent zich voor de relatie met allen. Het is een concrete, door geleefde gestes gescandeerde en integrale ervaring: ze betreft alle aspecten van het leven, inclusief sociaal en politiek handelen. En het is juist de ervaring die de gelegenheid biedt om de belofte van het geloof te verifiëren: een opener, vervulder, zekerder leven. “Is it Possible to Live This Way?”, is de uitdagende vraag die de titel is geworden van een van de meest verspreide boeken van don Giussani.

Culturele aanwezigheid
‘Onderzoek alles en behoud het goede’: don Giussani zag in de woorden van sint Paulus een geniale synthese van de betekenis van cultuur, beleefd als voortdurend en onvermoeibaar onderzoek naar het ware, het schone en het goede. Het is de reden waarom zeer vele personen van de Beweging zich met regelmaat inzetten voor culturele initiatieven in het milieu van hun dagelijks leven: in steden en dorpen, op universiteiten en scholen, in parochies. Soms scheppen ze events die uitzonderlijk populair zijn zoals de jaarlijkse Meeting van Rimini, die de afgelopen jaren nagevolgd is in een tiental landen (de New York Encounter, de Encuentro Madrid, de Rhein Meeting, de Encuentro Santiago de Chile, de Meeting Lisboa, de London Encounter, om er slechts enkele te noemen). Diepgeworteld is ook de realiteit van culturele centra (meer dan 200 alleen al in Italië, verbonden in de AIC; in de Verenigde Staten het Crossroads-netwerk. Een panorama dat nog verrijkt wordt door uitgeverijen en tijdschriften, tentoonstellingen, internationale uitwisselingen. Van bijzonder belang is de Fondazione per la sussidiarietà, een studie- en onderzoekscentrum op het brede terrein van de grote thema’s van het maatschappelijk leven.
Uit de culturele dimensie vloeit op natuurlijke wijze de dimensie van de aanwezigheid in de ‘polis’ voort. Bij verschillende gelegenheden, sprekend over de grote actuele thema’s, van Europa tot het terrorisme en de economische crisis, levert de Beweging met documenten en oordelen haar bijdrage, die voortkomt uit de christelijke ervaring. En ze moedigt eenieder die wil aan rechtstreeks verantwoordelijkheid te nemen voor politieke actie, zonder echter ooit te treden in specifieke keuzes en zonder enige vorm van vertegenwoordiging te delegeren.

De wet van het delen
In De betekenis van de caritativa schrijft don Giussani:
‘Wanneer er in ons iets moois is, voelen we ons gedrongen het mee te delen aan de anderen. Wanneer we anderen zien die het slechter hebben dan wij, voelen we ons gedrongen hun te helpen met iets van ons. Een dergelijke behoefte is zo oorspronkelijk, zo natuurlijk, dat ze in ons is nog voor we ons ervan bewust zijn en wij noemen haar terecht wet van het bestaan. De hoogste wet van ons zijn is dus het zijn van de anderen te delen, onszelf in gemeenschap te stellen. Ik kan heel het woord ‘caritas’ voor mezelf verklaren als ik eraan denk dat de Zoon van God, die ons liefhad, ons niet zijn rijkdommen gestuurd heeft zoals hij had kunnen doen, aldus onze situatie revolutionair veranderend, maar zich armoedig gemaakt heeft als wijzelf, onze nietigheid ‘gedeeld’ heeft’.
Uit deze opvatting ontstaat het voorstel van de ‘caritativa’, een fundamenteel onderdeel van de educatieve opzet van de Beweging.
De eerste giessini begaven zich naar een gebied in de periferie van Milaan, de Bassa, om kinderen van gezinnen rond de armoedegrens gezelschap te houden. Vandaag de dag zijn er vele verschillende vormen van caritativa: het bijstaan van bejaarden en gehandicapten, naschoolse opvang voor immigrantenkinderen en -jongeren, hulp bij het zoeken naar werk, het inzamelen en bezorgen van voedsel voor gezinnen in nood…

‘Onderzoek alles en behoud het goede’ (Sint Paulus)

Dagelijks getuigenis
Vanaf het begin werden de tieners van GS opgevoed tot de missie, ook middels aandacht voor missionarissen die op verre en moeilijke plekken actief waren. In de loop van de jaren heeft CL samengewerkt met de missionaire werkzaamheden van belangrijke personen, religieuze instellingen en congregaties.
In 1962 begint een missionaire actie waarvan de hele verantwoordelijkheid (misschien voor het eerst in de Kerkgeschiedenis) gedragen wordt door jongeren – de eerste giessini – in Belo Horizonte, in Brazilië. Deze ervaring zaait niet alleen de eerste aanwezigheid van de Beweging in Latijns-Amerika, maar leerde ook dat er geen onderscheid is tussen de dagelijkse aanwezigheid op de scholen of op de werkplek en de christelijke verkondiging door zoveel missionarissen in moeilijke gebieden van Afrika, Azië of Amerika: het is dezelfde universele missie van de Kerk. De aanwezigheid in de eigen omgeving, waartoe de Beweging oproept, is allereerst bedoeld als offer van het eigen werk aan Christus, meer dan als vermogen tot initiatief of communicatiestrategie. CL vat de missie op als dienst aan de Kerk en als getuigenis in het leven van alledag, waar iemand zich ook bevindt.

Personen en werken
Het enige doel van CL is ervan te getuigen hoe de christelijke gebeurtenis het waarste antwoord is op de menselijke behoeften en de personen ertoe op te voeden hun geloof in hun leven te verifiëren. Geloof dat niet opgevat wordt als iets ‘naast’ de concrete dagelijkse werkzaamheden, keuzes en projecten, maar daaraan inherent en daarvoor relevant is. Dit bewustzijn genereert de passie om op elk terrein van de werkelijkheid en van het sociale leven constructief te zijn. Dit heeft gemaakt dat veel mensen van CL zich in volle vrijheid, individueel of samen, onderling of met anderen, gewijd hebben aan initiatieven, structuren en werken op de meest diverse terreinen. Soms kreeg dit zeer grote dimensies, zoals de Meeting van Rimini, ontstaan in 1980 en jaar na jaar gegroeid tot de honderdduizenden bezoekers van vandaag. Uit diezelfde jaren stamt de Movimento Popolare [Volksbeweging], die de politieke cultuur van de Italiaanse katholieken wilde vernieuwen door er de inzet van te reorganiseren en opnieuw te motiveren, ook en het weekblad Il Sabato [De Zaterdag] dat, bezield door intellectuelen als Giovanni Testori, een zeer betekenisvolle rol had in het publieke debat (beide ervaringen eindigden in 1993). Ook uit die jaren stamt AVSI, een NGO die nu aanwezig is in tientallen landen met projecten voor humanitaire hulp, samenwerking en ontwikkeling; en de Voedselbank Voedselbank (in de jaren daarop nagevolgd door vergelijkbare organisaties in verschillende Europese en Latijns-Amerikaanse landen, evenals door andere ‘Banken’ in verschillende sectoren), die elk jaar 100.000 vrijwilligers betrekt bij de ‘Collecte’ in november. Het is onmogelijk hier alle initiatieven te noemen: educatieve of sociale stichtingen, therapeutische gemeenschappen, organisaties voor de herintegratie van verslaafden of moeilijk opvoedbare jongeren, coöperaties voor werk in de gevangenis, scholen die in de afgelopen decennia gesticht zijn in alle delen van Italië en in veel landen waar gemeenschappen van de Beweging bestaan (en die zeer velen van buiten CL engageren). Een grote gedrevenheid om te handelen vanuit het verlangen als christenen bij te dragen aan het welzijn van allen. Veel is verbonden met de in 1986 ontstane Compagnia delle Opere, een netwerk van bedrijven en NGO’s, gericht op de valorisatie van ondernemen en solidariteit in het voetspoor van de Sociale leer van de Kerk. Alles vrucht van persoonlijke verantwoordelijkheid, die men geheel vrij en autonoom op zich neemt. In de door ciellini gecreëerde werken heeft de Beweging geen enkele controlerende of administratieve rol. Dit is alleen anders bij de Fondazione Sacro Cuore in Milaan, een onderwijsinstelling (van kinderdagverblijf tot en met VO) waarvan don Giussani wilde dat het een voorbeeld zou zijn van een christelijke vormingsweg.